Ondersteboven hangend wandelt de kever razendsnel over de onderzijde van het wateroppervlak. En dat is iets wat onderzoekers nog nooit hebben gezien.
Er zijn talloze organismen die zich prima in het water weten te redden. De meesten verplaatsen zich daarbij – al zwemmend of duikend – dwars door het water heen. Maar er zijn ook organismen die op het water kunnen lopen, zoals de schaatsenrijder (te zien onder deze alinea). In Australië zijn onderzoekers nu echter op een interessante tegenhanger hiervan gestuit. Het gaat om een waterkever die niet op het water wandelt, maar ondersteboven aan het wateroppervlak hangt en over de onderzijde van het wateroppervlak loopt.
Bijzondere ontdekking
Het is een bijzondere ontdekking, zo stelt onderzoeker John Gould in gesprek met Scientias.nl. “Naast het waterkevertje lijken sommige zeeslakken langs de onderzijde van het wateroppervlak te bewegen. De slakken doen dat wel heel anders dan de waterkever, alhoewel ze beiden gebruik maken van oppervlaktespanning (zie kader, red.).” Veel andere voorbeelden van dieren die zich via de onderzijde van het wateroppervlak verplaatsen, zijn er niet.
Water is opgebouwd uit moleculen die aan elkaar trekken. In een vloeistof – waar watermoleculen allemaal door andere watermoleculen omringd worden – zijn deze krachten tussen de moleculen in alle richtingen even groot. Anders is dat voor de watermoleculen aan het oppervlak. Zij hebben geen watermoleculen boven zich en binden zich daarom sterker aan de watermoleculen naast en onder zich. Het resultaat is oppervlaktespanning. Het lijkt bijna alsof er een soort vliesje op het water ontstaat dat zelfs objecten die een grotere dichtheid hebben dan water – en waarvan je dus zou verwachten dat ze zinken – kan dragen. Het is deze oppervlaktespanning die bijvoorbeeld schaatsenrijders in staat stelt om over water te lopen. Ook is oppervlaktespanning verantwoordelijk voor de mooie bolvormige waterdruppels die je na een hevige regenbui weleens op bladeren ziet liggen.
Hoe doet ‘ie het toch?
Dat de waterkever over de onderkant van het wateroppervlak kan lopen, lijkt mede mogelijk te worden gemaakt door luchtbelletjes. “Onze observaties laten duidelijk zien dat de kever bedekt is met een soort haartjes waarmee deze met name op de buik en pootjes luchtbelletjes vangt. De lucht die zo op de buik vast komt te zitten, zorgt mogelijk voor een opwaartse kracht die de kever tegen de onderzijde van het wateroppervlak duwt. Daarnaast denken we dat luchtbelletjes die de haren op de pootjes vasthouden ervoor zorgen dat de kever kan wandelen zonder de oppervlaktespanning te doorbreken. Natuurlijk helpt de geringe omvang van de kever ook mee.”
Functie
Waarom de kever zich via de onderzijde van het wateroppervlak verplaatst, is op basis van de observaties lastig vast te stellen. Maar de onderzoekers hebben er wel ideeën over. “We denken dat de kever deze ongebruikelijke wandelplek kiest om te voorkomen dat hij wordt opgegeten,” stelt Gould. “Er zijn veel roofdieren die geduldig op de bodem van het water of langs in het water ondergedompelde vegetatie zitten te wachten tot een onwetende prooi te dichtbij komt. Door over de onderzijde van het wateroppervlak te lopen, kan de kever deze roofdieren wellicht vermijden.” Tegelijkertijd blijft de kever natuurlijk wel kwetsbaar, met name voor roofdieren die door dat water bewegen. “Maar we denken dat de kever dankzij zijn geringe omvang en het feit dat deze geen rimpels in het water voortbrengt, vaak niet wordt opgemerkt.”
Los
Of de kever zich ook gemakkelijk los kan maken van de onderzijde van het wateroppervlak, weet Gould niet. “Tijdens onze observaties hebben we niet gezien dat de kever de onderzijde van het wateroppervlak verliet. Het zou wel interessant zijn om te achterhalen of de kever zichzelf op elk moment van het oppervlak weg kan duwen en door het water kan gaan zwemmen of door het oppervlak heen kan breken en uit het water kan stappen.”
Rusten
De huidige observaties wijzen verder uit dat de kever niet alleen over de onderzijde van het wateroppervlak wandelt, maar er ook uitrust. “Dat betekent dat deze aan het wateroppervlak kan hangen zonder dat het energie kost.” Daarmee onderscheidt de kever zich duidelijk van andere, grotere dieren die over water kunnen lopen. “Zoals bijvoorbeeld hagedissen die moeten blijven rennen om niet door het wateroppervlak te zakken.”
De ontdekking van dit kevertje – waarvan nog onduidelijk is tot welke soort het behoort – roept natuurlijk de vraag op of er nog meer organismen zijn die zich via de onderzijde van het wateroppervlak verplaatsen. “Ik doe veel veldwerk langs het water en zie vaak schaatsenrijders over het wateroppervlak glijden,” vertelt Gould. “Maar ik heb nog nooit een insect langs de onderzijde van het wateroppervlak zien bewegen, dus ik wist direct dat dit iets bijzonders was. Maar het is zo’n klein kevertje dat ik er niet aan twijfel dat zulke dingen waarschijnlijk heel vaak gebeuren, maar over het hoofd worden gezien (…) Er zijn zoveel onbeschreven soorten dat het mij niet zou verbazen als dit onder waterkevers een veelvoorkomende vorm van beweging is.”
Het onderzoek onthult maar weer eens dat de natuur nog heel wat geheimen heeft. “Onze resultaten laten zien hoe vaak we de geweldige dingen die de kleinste dieren elke dag doen, over het hoofd zien,” aldus Gould.