Sinds 1996 is het water in het meer al anderhalve meter gezakt. En daar blijft het zeer waarschijnlijk niet bij.
Dat schrijven onderzoekers in het blad Geophysical Research Letters. In hun paper doen ze de oorzaak van de dalende waterstand uit de doeken en blikken ze vooruit op de toekomst van het enorme meer (zie kader).
Zeven centimeter per jaar
De afgelopen decennia is de waterstand van het meer flink afgenomen. Tussen 1996 en 2015 daalde de waterstand gemiddeld 7 centimeter per jaar. Dat betekent dat de waterspiegel in het meer vandaag de dag zo’n anderhalve meter lager ligt dan in 1996. Daarmee ligt deze nog maar één meter boven de historisch lage waterstand die aan het eind van de jaren zeventig werd genoteerd.
Rivieren, neerslag en verdamping
Grote vraag is natuurlijk: hoe komt dat? Er zijn verschillende oorzaken te bedenken. Zo kan het zijn dat rivieren die het meer voeden minder water leveren, er minder neerslag valt of veel water verdampt. De onderzoekers bestudeerden de waterstand met behulp van satellietgegevens, daarnaast maakten ze een inschatting van de hoeveelheid neerslag en mate van verdamping (onder meer met behulp van klimaatmodellen). Vervolgens keken ze in hoeverre deze factoren van invloed waren op de waterstand.
Hogere temperaturen
Uit de analyse blijkt dat de dalende waterstand voornamelijk het resultaat is van verdamping. En die verdamping vindt plaats door een stijgende oppervlaktetemperatuur. De gemiddelde jaarlijkse oppervlaktetemperatuur boven de Kaspische Zee is met ongeveer 1 graad Celsius toegenomen, zo tonen de onderzoekers aan door twee periodes (1979-1995 en 1996-2015) met elkaar te vergelijken. En die stijgende temperaturen zijn zeer waarschijnlijk het gevolg van klimaatverandering, aldus de onderzoekers.
Het noordelijke deel
Het onderzoek levert het eerste overtuigende bewijs dat een toegenomen mate van verdamping de lage waterstand beter verklaart dan veranderingen in de voedende rivieren of hoeveelheid neerslag. De studie heeft daarnaast ook implicaties voor de toekomst van de Kaspische Zee. Delen van het meer zouden op relatief korte termijn zelfs compleet kunnen verdwijnen. Onderzoekers vrezen dan met name voor het noordelijke, tamelijk ondiepe deel van de Kaspische Zee. Dit deel van de zee is op veel plaatsen minder dan vijf meter diep. En als de waterstand jaarlijks 7 centimeter afneemt, kan dit deel van het meer over 75 jaar verdwenen zijn.
De onderzoekers zijn voornemens om de toekomst van het meer nauwkeuriger te voorspellen met behulp van klimaatmodellen. Dan zal ook duidelijker moeten worden welke impact deze ontwikkelingen hebben op de vele organismen die in de Kaspische Zee leven.