Kinderen die een oudere broer of zus hebben, zijn als ze drie jaar oud zijn een stuk socialer dan hun oudere broer of zus op dezelfde leeftijd was. Ze zijn empathischer, gehoorzamer en sneller bereid om te delen.
Dat heeft onderzoeker Sheila van Berkel, verbonden aan de Universiteit Leiden, ontdekt. Ze trekt haar conclusie op basis van een onderzoek onder 390 gezinnen met twee kinderen. Bij de start van het onderzoek was het oudste kind ongeveer drie jaar oud en de jongste ongeveer een jaar oud. Twee keer per jaar gingen de onderzoekers bij de kinderen langs. Tijdens zo’n huisbezoek werden diverse situaties gefilmd waarin de interactie tussen ouders en kinderen en de kinderen onderling centraal stond. Zo werd er bijvoorbeeld gefilmd terwijl de kinderen rozijntjes deelden of wanneer de kinderen instructies kregen van hun ouders. De ouders vulden bovendien een vragenlijst in over het gedrag van hun kinderen.
Delen en lief zijn
Uit het onderzoek blijkt dat kinderen met een oudere broer of zus op driejarige leeftijd beter in staat zijn om te delen en gehoorzamer zijn dan hun oudere broer of zus op driejarige leeftijd was. Het suggereert dat kinderen al op jonge leeftijd elkaars ontwikkeling beïnvloeden. “Broers en zussen leren van elkaar wanneer ze samen spelen of als ze ruzie maken,” vertelt Van Berkel. “De jongere kinderen kunnen sociaal gedrag imiteren van hun oudere broer of zus. Ook worden ze beïnvloed door wat ze zien gebeuren tussen hun broer of zus en hun ouders. Ze leren hierdoor misschien sneller wat wel en niet mag.” Ook zou het kunnen dat ouders wanneer ze hun tweede kind opvoeden meer ervaring hebben en de sociale ontwikkeling sterker stimuleren.
Opstandiger
De jongere broers en zussen zijn dan misschien socialer dan hun oudere broers of zussen: ze zijn ook wat agressiever en opstandiger, zo ontdekte Van Berkel. “Waarschijnlijk omdat ze tegen hun oudere broer of zus moeten opboksen en op deze manier aandacht van hun ouders vragen.”
Impulsief
Een andere opvallende conclusie is dat alleen jongere zusjes minder impulsief gedrag vertonen dan hun oudere broer. Wanneer sprake was van twee broers, twee zussen of een oudere zus en een jongere broer trad dit effect niet op. “Jongens vertonen doorgaans meer impulsief gedrag. Mogelijk heeft dat ook te maken met de sekse-specifieke opvoeding van ouders die sneller geneigd zijn om impulsief gedrag van meisjes te corrigeren.”
De verschillen die Van Berkel zag tussen oudere kinderen en hun jongere broers en zussen werden kleiner wanneer de kinderen ouder werden. Toch is het volgens haar goed als ouders zich er bewust van zijn dat kinderen elkaars ontwikkeling beïnvloeden. “In onderzoek en in voorlichting aan ouders zou meer aandacht moeten worden geschonken aan de invloed van broers en/of zussen op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.”