Je zou denken dat meisjes eerder bereid zijn om eerlijk te delen dan jongens, maar zo simpel is het niet. Volgens een onderzoek naar hoe kleine kinderen omgaan met ongelijkheid en onrechtvaardigheid zijn er wel degelijk genderverschillen, maar ligt het genuanceerder dan het lijkt.
Dat leggen drie psychologen uit Duitsland, Oostenrijk en Nederland uit in vakblad Nature. Ze omschrijven een scenario waarbij ijsjes oneerlijk zijn verdeeld: de 7-jarige Lukas is boos, omdat zijn vriend Henry één bolletje ijs meer krijgt dan hij. Hij vindt dit onrechtvaardig, maar weigert op zijn beurt om zijn ijsje te delen met zijn vriend Leo, die helemaal geen ijs heeft gekregen. Lisa daarentegen doet niet zo moeilijk en geeft wel de helft van haar ijsje aan Leo. De volgende dag heeft Lukas chocolade bij zich. Je zou verwachten dat hij de lekkernij voor zichzelf houdt, maar hij deelt het zonder aarzeling met Lisa.
Chocolade voor Lisa
Wat is hier aan de hand? Waarom deelt Lukas nu plots wel zijn chocolade, maar eerder niet zijn ijsje? Dit voorbeeld lijkt in eerste instantie het stereotype te bevestigen: jongens merken direct dat ze benadeeld worden, maar tegelijkertijd behandelen ze andere kinderen ook onrechtvaardig en delen ze hun lekkere hapje niet. Meisjes zijn daarentegen empathischer en meer geneigd om te delen. Maar dit gaat dus niet op voor de chocolade van Lukas.
Wat hier achter zit, ontdekten de drie onderzoekers na gedragsexperimenten met 332 kinderen van 3 tot 8 jaar. Professor Marijn van Wingerden van de Tilburg University legt uit: “We hadden geen ijs of chocolade. In plaats daarvan werden de kinderen in koppels ingedeeld en moesten ze elkaar smiley-stickers geven. In sommige gevallen voegden we extra kosten toe voor de gever als die bijvoorbeeld de stickers eerlijk verdeelde. We observeerden hun gedrag in verschillende gendersamenstellingen.”
Meelevende meisjes
Dr. Lina Oberließen vult aan: “We vonden inderdaad gendergerelateerde effecten. Meisjes toonden meer medeleven dan jongens en waren meer bereid te delen. Interessant is echter dat beide geslachten even jaloers waren als een jongen een grotere portie kreeg. Dit betekent dat zowel jongens als meisjes over het algemeen jaloerser zijn op jongens.”
“Jongens hebben ook de neiging om wraakzuchtiger te zijn naar andere jongens: ze kozen altijd het maximale aantal stickers voor zichzelf, zelfs als dat betekende dat hun partner met lege handen achterbleef”, concludeert professor Tobias Kalenscher.
Genuanceerd verhaal
Dus hoe eerlijk kinderen zijn hangt in principe af van hun geslacht, maar ook van het geslacht van de kinderen met wie ze interactie hebben. Van Wingerden: “We hebben typische genderstereotypen geïdentificeerd – meisjes zijn empathischer, terwijl jongens competitiever zijn.” Oberließen voegt toe: “Toch is het verhaal ingewikkelder dan dat. Beide geslachten hebben de neiging om jaloerser te zijn op jongens dan op meisjes. Jongens zijn bovendien veel meer bereid om dingen te delen met meisjes dan met andere jongens.”
Professor Kalenscher besluit: “Genderstereotypen zijn onderdeel van de hedendaagse samenleving. Onze studie onderstreept dat genderverschillen bestaan als het gaat om sociaal gedrag, zelfs bij jonge kinderen. Dit kan bijdragen aan culturele genderstereotypering in het volwassen leven. We zien echter ook dat, althans op het gebied van rechtvaardigheid, genderverschillen zich pas over een langere periode consolideren. Dit biedt ruimte om niet-gender-stereotiepe houdingen ten aanzien van rechtvaardigheid te bevorderen tijdens de kindertijd.”
In eerder onderzoek waar we over schreven, is zelfs aangetoond dat meisjes van nature helemaal niet vaker alles delen dan jongens. Onderzoeker Bailey House van de University of York vertelde daar destijds over aan Scientias.nl: “Ik denk dat veel mensen verwachten dat vrouwen meer bereid zijn te delen dan mannen, maar dat ligt niet zo voor de hand als je zou denken. Hoewel binnen bepaalde samenlevingen het delen van vrouwen er misschien anders uitziet dan dat van mannen, blijkt er weinig verschil te zijn als onderzoekers het deelgedrag van mannen en vrouwen vergelijken in specifieke situaties. Dat wil niet zeggen dat er geen verschillen zijn, maar wel dat ze mogelijk weinig te maken hebben met biologische factoren en meer met hoe wordt verwacht dat mannen en vrouwen zich gedragen in bepaalde culturen.”