Een nieuwe studie toont aan dat mensen ‘best goed’ zijn in het onderscheiden van echt en nepnieuws. Daarnaast maken ze vaker de fout om echt nieuws te wantrouwen dan om in nepnieuws te geloven.
Wie toegang heeft tot het internet, krijgt er vroeg of laat mee te maken: nepnieuws. Dit is informatie die opzettelijk wordt verspreid om mensen te misleiden, vaak met het doel om emoties op te wekken, meningen te manipuleren of bepaalde agenda’s te bevorderen. Het kan variëren van volledig verzonnen verhalen tot misleidende feiten. Nepnieuws is vaak te vinden op sociale media, waar het zich snel verspreidt en moeilijk van echt nieuws te onderscheiden is. In een nieuwe studie daagden onderzoekers deelnemers uit om hun skills te testen: want hoe goed zijn we eigenlijk echt in het spotten van nepnieuws?
Gevaar van nepnieuws
Er wordt vaak gewaarschuwd voor de risico’s van nepnieuws. En dat is ook niet zo gek. Het kan misleidende informatie verspreiden, mensen in verwarring brengen, polarisatie vergroten en zelfs schadelijke beslissingen veroorzaken. Bijvoorbeeld in de politiek, gezondheidskwesties of bij rampen kan nepnieuws leiden tot angst, wantrouwen of verkeerde acties. Het kan ook bijdragen aan de verspreiding van haatzaaien of desinformatie, wat het sociale weefsel van een samenleving kan ondermijnen. Toch probeert onderzoeker Sacha Altay van de PSL University ons ook enigszins gerust te stellen. “Ik denk dat nepnieuws minder schadelijk is dan vaak wordt gedacht”, vertelt hij in gesprek met Scientias.nl. “Het komt bijvoorbeeld veel minder vaak online voor dan we denken. Natuurlijk zijn er vormen van desinformatie die echt gevaarlijk zijn en bestreden moeten worden. Maar over het algemeen zou ik zeggen dat desinformatie eerder spiegelt dan oorzaak is van problemen. Het meeste nepnieuws gedijt doordat mensen bepaalde instellingen niet vertrouwen, en dit wantrouwen heeft diepe wortels die lastig te doorbreken zijn. In landen met meer corruptie bijvoorbeeld, geloven mensen vaker in complottheorieën dan in landen waar minder corruptie is.”
Studie
In een nieuwe studie onderzocht Altay samen met zijn team hoe goed mensen nepnieuws kunnen herkennen. Ze voerden een uitgebreide systematische literatuurstudie en meta-analyse uit, waarbij ze maar liefst 67 experimentele studies onder de loep namen. De gegevens kwamen van maar liefst 194.438 deelnemers uit 40 landen verspreid over 6 continenten, wat voor een breed en gevarieerd internationaal perspectief zorgde. De deelnemers beoordeelden de juistheid van meer dan 2000 nieuwsberichten, vaak gepresenteerd in een format dat we dagelijks op sociale media tegenkomen: een Facebook-achtige stijl met een kop, afbeelding en bron. Door al deze gegevens samen te voegen, konden de onderzoekers beter begrijpen hoe mensen wereldwijd omgaan met het beoordelen van de betrouwbaarheid van nieuws.
Echt versus nepnieuws
De bevindingen zijn best verrassend. Zo ontdekte het team dat mensen beter bleken in het herkennen van nepnieuws als nep, dan in het bevestigen van waarheidsgetrouw nieuws als waar. Hoe dat kan? “Hier zijn verschillende redenen voor”, vertelt Altay desgevraagd. “Een verklaring kan zijn dat het makkelijker is voor iets om fout te zijn dan om juist te zijn. Eén foutje, zoals een verkeerde naam of datum, maakt iets al onwaar, terwijl alles precies kloppend moet zijn om iets waar te noemen. Daarnaast is nepnieuws niet bedoeld om juist of waarheidsgetrouw te zijn, maar juist om emoties op te wekken, verontwaardiging te veroorzaken, te vermaken en meer betrokkenheid te creëren. Mensen lijken deze signalen goed op te merken.” De onderzoekers zien dit dan ook als een teken dat deelnemers goed in staat waren om het verschil te maken tussen echt en nepnieuws en vaker kozen voor een gezonde dosis scepticisme.
Herkennen van nepnieuws
Kortom, de bevindingen laten zien dat mensen over het algemeen ‘best goed’ zijn in het herkennen van nepnieuws. “Het is echter belangrijk te realiseren dat het grootste deel van het nieuws in de meta-analyse gefactcheckte valse berichten betrof, wat mogelijk niet representatief is voor de desinformatie die we in het dagelijks leven tegenkomen”, onderstreept Altay. “Bovendien werden de deelnemers aangemoedigd om de betrouwbaarheid van nieuws te beoordelen, terwijl mensen in echte situaties, zoals wanneer ze door sociale media scrollen, waarschijnlijk minder goed in staat zijn om nepnieuws te identificeren.”
Niet gemotiveerd
Het team zegt dat mensen soms nepnieuws geloven omdat ze niet gemotiveerd zijn om goed na te denken, of omdat ze hun beoordelingsvaardigheden niet altijd toepassen. In plaats van mensen alleen te leren nepnieuws te herkennen, stellen ze voor om te kijken naar wat mensen motiveert en hoe sociale media het nieuws presenteren. “Om goed onderscheid te maken tussen echt en nepnieuws, is het daarnaast echt belangrijk om altijd te controleren of de bron betrouwbaar is”, stelt Altay. “Over het algemeen is waarheidsgetrouw nieuws vaak minder opwindend, dus als iets te mooi klinkt om waar te zijn of te spannend om waar te zijn, is het waarschijnlijk nep – tenzij het door veel betrouwbare bronnen wordt bevestigd.”
Mainstream media
Daarnaast adviseert Altay om voornamelijk betrouwbare mainstream media te volgen. “Hoewel de mainstream media hun problemen en vooroordelen hebben, is de meeste berichtgeving in westerse democratieën wel accuraat en informatief”, zegt hij. “Het volgen van dergelijke nieuwsbronnen helpt mensen beter geïnformeerd te blijven en weloverwogen politieke keuzes te maken. Dit komt vooral doordat onze eigen ervaringen vaak veel meer bevooroordeeld zijn dan de berichtgeving van de mainstream media.”
De bevindingen verschaffen nieuwe inzichten in het omgaan met nepnieuws. In plaats van alleen te leren hoe je nepnieuws herkent, zou het bijvoorbeeld effectiever kunnen zijn om in te spelen op de motivatie van mensen en de omgevingsfactoren, zoals de invloed van sociale media. “De belangrijkste boodschap van onze studie is dat crowdsourced factcheck-initiatieven veelbelovend kunnen zijn”, betoogt Altay. “We zouden collectieve intelligentie actiever kunnen inzetten op sociale media en andere online platforms. Daarnaast laten de resultaten zien dat er meer winst te behalen valt in het vergroten van het vertrouwen in waarheidsgetrouw nieuws dan in het verder terugdringen van nepnieuws. Het is dus belangrijk om mensen niet alleen te waarschuwen voor desinformatie, maar vooral te helpen betrouwbare bronnen te herkennen en waarderen.”