Een nieuwe studie van de Arizona State University legt een pijnlijke waarheid bloot voor hondenliefhebbers: we zijn niet zo goed in het lezen van de emoties van onze viervoetige vrienden als we denken.
De onderzoekers ontdekten dat we ons vaak laten leiden door de situatie waarin de hond zich bevindt, in plaats van te kijken naar het gedrag van de hond zelf. Ze publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke vakblad Anthrozoos. De onderzoekers ontdekten dit door middel van twee experimenten waarin ze honden filmden in verschillende situaties. Ze maakten video’s van wat zij beschouwden als positieve momenten, zoals het aanbieden van een riem of een snoepje, en negatieve momenten, zoals een lichte berisping of het tevoorschijn halen van een stofzuiger. Deze video’s werden aan honderden deelnemers getoond, soms met en soms zonder de visuele achtergrond.
Wat bleek? De emotionele toestand die mensen aan de hond toeschreven, hing vooral af van de context, niet van het gedrag van de hond. Een hond die exact hetzelfde deed bij bijvoorbeeld een stofzuiger werd als “angstig en gespannen” beoordeeld, terwijl dezelfde gedragingen bij een riem als “blij en kalm” werden gezien. “Onze honden proberen met ons te communiceren, maar wij mensen lijken vastbesloten om naar alles te kijken behalve naar de arme hond zelf,” zegt Clive Wynne, mede-auteur van de studie en professor in de psychologie aan de Arizona State University.
Menselijke emoties projecteren
Deze neiging om de context te laten prevaleren boven het gedrag van de hond wijst op een dieper probleem: we projecteren vaak menselijke emoties op onze viervoeters, een verschijnsel dat antropomorfisme heet. We nemen aan dat honden emoties ervaren en uiten zoals wij dat doen, terwijl hun emotionele verwerking fundamenteel anders kan zijn. “Mensen kijken naar een hond die een snoepje krijgt en denken: hij voelt zich goed. Ze zien een hond die wordt berispt en denken: hij voelt zich slecht. Maar die aannames hebben weinig te maken met de echte signalen van de hond”, legt Holly Molinaro uit, mede-auteur van de studie en promovendus in psychologie en dierenwelzijn. Ze voegt toe: “We moeten bescheidener zijn in ons begrip van onze honden.” Elke hond heeft volgens Molinaro een unieke persoonlijkheid met eigen emotionele uitdrukkingen, en dat verdient meer aandacht.
Hoe kunnen we onze honden beter begrijpen?
Deze inzichten roepen een belangrijke vraag op: hoe kunnen we de communicatie met onze honden verbeteren? De eerste stap is het herkennen van onze eigen vooroordelen. “We moeten ons bewust worden dat we niet zo goed zijn in het lezen van hondenemoties,” zegt Molinaro. “Door onze biases te erkennen, kunnen we onze honden in een nieuw licht zien.” Bijvoorbeeld: als je hond dat “schuldige gezicht” trekt na een berisping, is dat dan echt schuldgevoel, of eerder angst voor verdere straf?
De onderzoekers raden aan om je te focussen op de gedragingen en signalen van je eigen hond, in plaats van je te laten leiden door de situatie. “Neem een extra seconde om te kijken naar wat je hond daadwerkelijk doet,” adviseert Molinaro. “Als je weet dat je de neiging hebt om de context te beoordelen in plaats van de hond zelf, kun je bewuster leren om hun emotionele signalen te interpreteren.” Dit kan misverstanden verminderen en de band tussen baas en hond versterken.
Tot slot benadrukken Molinaro en Wynne dat honden en mensen niet dezelfde emotionele expressies delen. “Hoewel we al eeuwenlang een band hebben met honden, betekent dat niet dat hun emotionele verwerking identiek is aan de onze,” zegt Molinaro. Factoren zoals cultuur beïnvloeden hoe we emoties waarnemen, zowel bij mensen als bij honden. Door hier rekening mee te houden en onze aandacht te richten op de hond zelf, kunnen we een stap zetten naar een dieper begrip, concluderen de onderzoekers.