Het is vandaag 287 jaar geleden dat arts Jan Ingenhousz werd geboren. Hij toonde als eerste aan dat planten licht nodig hebben voor fotosynthese, waardoor er steeds nieuwe lucht wordt geproduceerd.
Ingenhousz voerde eind jaren 1770 een reeks experimenten uit met planten. Hij ontdekte dat planten een goede en slechte uitwerking kunnen hebben op de luchtkwaliteit. Hij herhaalde een eerder experiment van Joseph Priestley. Hij plaatste een kuiken en een brandende kaars onder een stolp. Daarna voerde Ingenhousz hetzelfde experiment uit met een plant, een kuikentje en een brandende kaars. Het kuikentje leefde langer. Een sterk bewijs dat planten de luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Op dat moment begreep Ingenhousz nog niet precies hoe de plant dat voor elkaar kreeg.
Ingenhousz voerde de maanden daarna ontzettend veel experimenten uit. Iedere keer “noteerde hij de graad van salubriteit van de ‘gedeflogisticeerde lucht’ (zoals zuurstofrijke lucht toen genoemd werd) die zich in de bokaal heeft gevormd”, schrijven Johan Braeckman en Linda Van Speybroeck in het boek ‘Fascinerend leven‘. Het was het begin van veel experimenten, o.a. ook met bladeren en stikstof. “Ingenhousz stelt vast dat planten net als dieren ademen en lucht gebruiken. Een nooit eerder vastgesteld fenomeen. Ze doen dit ‘s nachts. Overdag herstellen planten de lucht in de zon.” Ingenhousz zag een verband tussen zonlicht en zuurstof. Ook zag hij dat planten overdag en ‘s nachts iets anders doen.
Deze ontdekking was dus pas het begin. Aan het eind van de achttiende eeuw ontdekte de Zwitserse wetenschapper Jean Senebier dat planten koolstofdioxide omzetten in zuurstof. In 1840 kwam de Duitse fysicus Julius Robert Mayer met de theorie dat planten licht omzetten in chemische energie. Pas honderd jaar na de experimenten van Ingenhousz kreeg het proces een naam: fotosynthese.
Hitte geleiden
Ingenhousz voerde meer experimenten uit en was zelfs bevriend met Benjamin Franklin, een van de Founding Fathers. Ingenhousz ontdekte bijvoorbeeld hoe snel metalen hitte konden geleiden. Hij dompelde een zijde van metalen staafjes in was. Daarna koelde hij deze was om vervolgens de andere kant onder te dompelen in hete olie. “Metalen staafjes die snel de waslaag verloren, bleken sneller hitte te geleiden”, schrijft Joyce Chaplin in zijn boek ‘The First Scientific American: Benjamin Franklin and the Pursuit of Genius‘. “Hij rapporteerde dit aan Franklin. De Amerikaan schreef terug dat hij erg genoot van de experimenten.”
Bliksemafleider
Ook werkte Ingenhousz aan een bliksemafleider. Hij werd geïnspireerd door de ontdekkingen van Franklin. Zo plaatst hij een bliksemafleider op de berg Lurcyory. De kerk van het dorpje in de vallei werd hierna slechts twee keer door bliksem geraakt. In de periode daarvoor was dit nog 25 keer. Ook plaatste hij een bliksemafleider op een munitiedepot in Wenen.
Pokken
Ingenhousz ging in 1765 naar Engeland om de familie van George III in te enten met pus van pokken. Inenting met variola was niet ongevaarlijk. Een minder zware vorm van pokken werd op de huid aangebracht, maar het kon nog steeds de dodelijke vorm veroorzaken. Op dat moment woedde in Engeland een epidemie van pokken, waar tien tot twintig procent van de inwoners aan stierf. Later verbeterde Edward Jenner variolatie door pus van koepokken te gebruiken en vaccinatie was geboren.
Natuurfilosoof
In de achttiende eeuw bestond de term wetenschapper nog niet. “Kritische geesten noemden zich savants of ‘natuurfilosofen’,” aldus Braeckman en Van Speybroeck. Toch was Ingenhousz een echte onderzoeker. “Niet de retoriek, maar de feiten moesten doorslag geven. Hij pleitte voortdurend voor het publiceren van onderzoeksresultaten en van de bijbehorende methoden, zodat iedereen die dat wilde de proeven kon overdoen en de resultaten, als het goed was, kon reproduceren. (..) Hij geloofde rotsvast in de empirie.”
Terecht dat zoekmachine Google Ingenhousz vandaag internationaal eert met een eigen ‘Doodle’.
Verder lezen?
De wereldbevolking groeit, maar is er wel genoeg eten voor iedereen? Onderzoekers hopen fotosynthese te verbeteren, zodat er meer voedsel geproduceerd kan worden. Is het mogelijk om fotosynthese efficiënter te maken? Ja, je kunt thuis je eigen brandstof maken met dit bionische blaadje en de zon. Het kunstmatige blaadje gebruikt zonne-energie om watermoleculen te splijten. Dit is voer voor waterstof-etende bacteriën, die hierdoor brandstoffen produceren. Bekijk de video hieronder om te zien hoe dit werkt.