Naar schatting werken ze elk jaar tussen de 400 en 500 miljoen ton insecten naar binnen.
Je moet dan denken aan kevers, vliegen, mieren, motten, maar ook sprinkhanen en krekels. En daarmee bewijzen de vogels ons een dienst: veel van deze insecten vormen namelijk een bedreiging voor planten en gewassen. “De wereldwijde populatie insectenetende vogels consumeert op jaarbasis net zoveel energie als een megastad ter omvang van New York,” aldus onderzoeker Martin Nyffeler. “Ze krijgen deze energie door miljarden potentieel schadelijke plantenetende insecten en andere gewervelden te vangen.”
Schatting
Nyffeler en collega’s analyseerden 103 studies waarin schattingen worden gemaakt van de hoeveelheid voedsel die insectenetende vogels in de zeven belangrijkste levensgemeenschappen op aarde (ook wel biomen genoemd) naar binnen werken. De analyse resulteert in een nieuwe schatting van de hoeveelheid voedsel die insectenetende vogels wereldwijd op jaarbasis consumeren. Volgens de onderzoekers eten vogels elk jaar tussen de 400 en 500 miljoen ton insecten, waarbij de werkelijke hoeveelheid insecten waarschijnlijk dichter bij de ondergrens van die schatting ligt.
Bossen
Vogels die in bossen wonen, consumeren ongeveer 75% van de totale hoeveelheid insecten die alle vogels wereldwijd naar binnen werken. Het gaat dan om zo’n 300 miljoen ton insecten per jaar. De resterende 100 miljoen ton insecten wordt verorberd door vogels die in andere levensgemeenschappen – bijvoorbeeld op de savanne, in de woestijnen en Arctische toendra – leven.
Biomassa
De onderzoekers schatten verder in dat alle insectenetende vogels wereldwijd samen een biomassa van ongeveer 3 miljoen ton hebben. Dat lijkt heel weinig als je weet dat ze samen op jaarbasis 400 miljoen ton insecten eten. Maar Nyffeler kan dat wel verklaren. Volgens hem wordt slechts een fractie van de energie – zo’n 1 tot 2 procent – die vogels door het nuttigen van insecten opnemen, omgezet in biomassa.
Het onderzoek laat volgens Nyffeler duidelijk zien dat vogels wereldwijd een heel belangrijke rol spelen bij het in toom houden van potentieel gevaarlijke insecten. Er zijn – op spinnen na, zie kader – maar weinig roofdieren die zich wat dat betreft met vogels kunnen meten. Natuurlijk zijn er nog veel meer diersoorten te bedenken die potentieel schadelijke insecten eten, maar vaak is hun invloed bioom-specifiek, wat wil zeggen dat zij alleen in een bepaald leefgebied effectief zijn. Denk bijvoorbeeld aan hagedissen die er op tropische eilanden voor zorgen dat insecten niet de overhand krijgen, maar op wereldwijde schaal nauwelijks het verschil maken. Wat het onderzoek dan ook met name onthult, is dat vogels eigenlijk onmisbaar zijn. “Vogels zijn een bedreigde klasse dieren, omdat ze ernstig bedreigd worden door factoren zoals ontbossing, intensivering van de landbouw, verspreiding van pesticiden, huiskatten, botsingen met door mensen gebouwde structuren, lichtvervuiling en klimaatverandering. Als deze wereldwijde dreigingen niet snel worden opgelost, moeten we vrezen dat de vitale diensten die vogels ons binnen hun ecosystemen verlenen – zoals de onderdrukking van insectenplagen – verloren gaan.”