Wetenschappers hebben een opmerkelijke vondst gedaan in woestijnachtig gebied in de Amerikaanse staat Arizona. In een meer in dat woestijnachtige gebied ontdekten ze namelijk nog altijd vrolijk rondzwemmende vissen – behorende tot drie verschillende soorten – waarvan de meesten meer dan 85 en sommigen zelfs meer dan 100 jaar oud waren!
Dat is te lezen in het blad Scientific Reports. De studie handelt over drie verschillende vissoorten die allemaal gerekend kunnen worden tot het geslacht Ictiobus en woonachtig zijn in Apache Lake. Apache Lake is een groot waterreservoir dat aan het begin van de vorige eeuw door de aanleg van de Horse Mesa Dam ontstond. Oorspronkelijk kwamen in dit meer geen Ictiobus-vissen voor. Maar dat veranderde toen de Amerikaanse overheid de vissen in 1918 in verschillende Amerikaanse meren en rivieren uit ging zetten, in de hoop dat in de omringende gebieden een bloeiende visserijsector zou ontstaan. En dat lukte op sommige plekken aardig, maar in het door woestijnachtig gebied omringde Apache Lake kwam een commerciële vissector nooit van de grond. En mede daardoor kunnen onderzoekers nu – meer dan honderd jaar nadat de vissen in het meer werden uitgezet – concluderen dat sommige van die uitgezette vissen anno 2023 nog altijd in het meer rondzwemmen.
Het onderzoek
De commerciële visserij mag de Ictiobus-vissen in Apache Lake dan over het hoofd hebben gezien; hengelaars weten sinds kort wel hoe ze de vissen in het meer het beste aan de haak kunnen slaan. En het viel sommige van deze hengelaars op dat veel gevangen vissen opmerkelijke oranje en zwarte vlekken hadden. Ze vroegen zich af hoe dat kwam en schakelden onderzoeker Alec Lackmann in. Lackmann had al eerder onderzoek gedaan naar de Ictiobus-vissen en dan specifiek naar de soort Ictiobus cyprinellus. Tijdens dat onderzoek had hij reeds ontdekt dat deze soort niet – zoals eerder werd gedacht – ongeveer 25 jaar oud werd, maar wel 112 jaar mee kon gaan. En die hoge leeftijd is de vissen bovendien nauwelijks aan te zien; het enige wat Lackmann opviel, was dat I. cyprinellus naarmate deze ouder werd, oranje en zwarte vlekken kreeg.
Drie soorten
Afreizend naar Apache Lake had Lackmann dan ook wel verwacht tamelijk oude vissen aan te treffen. Maar toch kwam hij in woestijnachtig Arizona voor een grote verrassing te staan. Want nadat Lackmann zich boog over 23 door de hengelaars aan de haak geslagen Ictiobus-vissen, moest hij op basis van deze steekproef concluderen dat in het meer niet alleen stokoude Ictiobus cyprinellus te vinden waren, maar ook meer dan honderd jaar oude Ictiobus bubalus en Ictiobus niger. En dat is echt bijzonder, zo schrijft Lackmann. “Voorafgaand aan dit onderzoek waren er wereldwijd ongeveer 35 diersoorten met een gedocumenteerde levensduur van meer dan 100 jaar en was er slechts één geslacht (namelijk Sebastes, oftwel de ‘echte’ roodbaarzen) met daarbinnen drie of meer soorten waarvan bekend is dat ze meer dan een eeuw kunnen leven.” Ictiobus is dus pas het tweede geslacht dat drie of meer soorten kent met een levensduur langer dan 100 jaar.
108 jaar oud
In totaal boog Lackmann zich dus over 23 vissen, behorende tot I. cyprinellus, I, niger en I. bubalus. En hoewel dat maar een kleine steekproef was, bevonden zich onder die vissen een I. niger van 108 jaar oud, een I. cyprinellus van 105 jaar oud en een I. bubalus van 101 jaar oud. En aangezien het jaar 1918 inmiddels 105 jaar achter ons ligt, concluderen de onderzoekers op basis van hun datering van de gevangen vissen (zie kader) dat sommige van de vissen die in 1918 in Apache Lake werden gegooid nog altijd in het meer rondzwemmen.
Eerder bestudeerden onderzoekers daartoe ook wel de schubben van vissen. Maar Lackmann gooit het over een andere – en volgens hem veel nauwkeurigere – boeg. Hij richt zich op de otolieten: structuren die zich in het binnenoor van gewervelden – waaronder vissen – bevinden. Deze structuren groeien gedurende het leven van de vis, doordat ze elk jaar een nieuw laagje krijgen. Door die laagjes – een beetje à la de jaarringen van een boom – te tellen, kun je heel nauwkeurig vaststellen hoe oud een vis is.
Op basis van de bestudeerde steekproef moeten Lackmann en collega’s verder concluderen dat Apache Lake een behoorlijk vergrijsde vissenpopulatie kent. Naar schatting is meer dan 90 procent van de Ictiobus-vissen in het meer 85 jaar of ouder! Het betekent dat de meeste vissen in het meer ruim voor de Tweede Wereldoorlog al het levenslicht zagen.
Het is fascinerend. Maar het onderzoek roept ook heel veel nieuwe en interessante vragen op. Allereerst natuurlijk: hoe slagen deze vissen erin om zo’n hoge leeftijd te bereiken? En vervolgens: kunnen wij daar ook iets van leren? “We zouden deze langlevende vissoorten en individuen kunnen gaan monitoren en nader bestuderen, zodat we hun DNA, hun fysiologie en hun vermogen om infecties en ziekten te bestrijden beter gaan begrijpen,” stelt Lackmann voor. “Het geslacht Ictiobus kan van grote waarde blijken te zijn voor de gerontologie en Apache Lake zou in de toekomst het epicentrum kunnen worden voor een breed scala aan wetenschappelijke studies (…) Er bevindt zich binnen het geslacht Ictiobus waarschijnlijk een schat aan informatie over veroudering en lang leven. En deze studie maakt de weg vrij voor een toekomst waarin een beter begrip van het verouderingsproces van gewervelden – waaronder ook mensen – kan worden verkregen.”