IJskernen op Antarctica tonen aan: mogelijk hebben we 1,5 graden opwarming vorig jaar al bereikt

De aarde warmt op, maar zolang we dat kunnen beperken tot 1,5 graden Celsius blijven de gevolgen binnen de perken, is het idee. Helaas is het misschien al zo ver. Volgens nieuw onderzoek in ijskernen op Antarctica zijn we de cruciale grens mogelijk eind vorig jaar al gepasseerd.

Onderzoekers van de Britse Lancaster University hebben een nieuwe methode gebruikt waarbij ze keken naar ijskernen die op Antarctica zijn uitgeboord. Zo konden ze de opwarming vergelijken tussen 1700 en nu. De zorgwekkende conclusie: de aarde is een stuk dichter bij de 1,5 graden opwarming dan eerder gedacht.

Eerdere opwarming
In het akkoord van Parijs dat veel landen in 2015 sloten, is afgesproken om alles op alles te zetten om de wereldwijde temperatuurstijging onder de 1,5 graden boven pre-industrieel niveau te houden. Daarbij worden de temperaturen tussen 1850 en 1900 als referentiepunt gebruikt, maar het is algemeen bekend dat de CO2-uitstoot al ruim voor die periode begon te stijgen. Daarom gingen de Britse onderzoekers verder terug in de tijd.

Ze vergeleken gegevens uit Antarctische ijskernen met temperatuurafwijkingen en konden zo maar liefst tot 2000 jaar terugkijken, schrijven ze in Nature. Er blijkt een duidelijk lineair verband tussen CO2-uitstoot en de temperatuurstijging tussen 1850 en 2023. “De methode is veel transparanter dan die van vergelijkbare studies. Kort gezegd is het een lineaire regressie van de waargenomen globale temperatuurafwijkingen afgezet tegen de gemeten CO2-concentraties. De CO2-waarden uit ijsboringen leveren de basislijn voor de regressie, oftewel met hoeveel de CO2-concentraties door menselijke invloed zijn toegenomen sinds de pre-industriële tijd”, legt onderzoeker Andrew Jarvis uit aan Scientias.nl.

Lineair verband
Hoewel andere factoren sinds 1850 de temperatuurtrends hebben beïnvloed, stellen de onderzoekers dat deze lineaire relatie voldoende is om robuust te beoordelen hoeveel opwarming door mensen is veroorzaakt. Ze erkennen echter dat deze relatie in de toekomst mogelijk niet-lineair wordt naarmate andere klimaataspecten een grotere rol gaan spelen.

De onderzoekers pasten het lineaire verband toe om de huidige opwarming in te schatten ten opzichte van de periode tussen het jaar 0 en 1700. Toen was de concentratie CO2 in de lucht ongeveer 280 ppm (deeltjes per miljoen). Ter vergelijking: nu is dat meer dan 400 ppm en het neemt nog steeds toe.

De conclusie is dat de door de mens veroorzaakte opwarming waarschijnlijk 1,49 graden bedroeg in 2023, wat betekent dat de grens van 1,5 graden zo ongeveer is bereikt. De nieuwe schatting is tot 30 procent nauwkeuriger dan andere meetmethodes, zelfs als de meer gebruikelijke periode van 1850 tot 1900 als nullijn wordt gebruikt. Maar vanwege onzekerheden in temperatuurwaarnemingen uit die tijd en de opwarming die toen al aan de gang was, doen de onderzoekers dat liever niet.

Over het hoofd gezien
Hoe kan het dat we dit nog niet wisten? Dat verbaast de onderzoekers ook. “Uiteindelijk zijn de data die we gebruikten dezelfde als die iedereen al gebruikt. We hadden alleen het lef om alle niet-lineaire aannames te negeren en de relatie tussen CO2 en temperatuurverandering simpel te houden, dus lineair. Dit patroon was al die tijd in het volle zicht verborgen”, aldus Jarvis.

De auteurs erkennen wel dat hun methode niet direct kwantificeert hoe opwarming door andere factoren dan CO2 in de atmosfeer kan zijn beïnvloed, maar ze betogen dat die zijn opgenomen in het lineaire verband. Hun studie kan belangrijk zijn om veranderingen van het klimaatsysteem te volgen naarmate de opwarming voortschrijdt, besluiten ze.

Waarom is die 1,5 graden opwarming zo’n cruciale grens?
Het klinkt nogal arbitrair: de aarde mag niet meer dan 1,5 graden opwarmen, waarom niet 1,6 of 1,4? Daar zijn heel wat wetenschappelijke studies aan voorafgegaan. Onder meer in de IPCC-rapporten is geconcludeerd dat het beperken van de wereldwijde opwarming tot 1,5 graden de gevolgen voor de samenleving en voor ecosystemen op land, in zee en zoetwater binnen de perken houdt. Verdere opwarming vergroot de kans op ernstige verstoringen van ecosystemen.
Dat wil niet zeggen dat er nu nog niets aan de hand is. Wereldwijd ervaren miljoenen mensen al de gevolgen van klimaatverandering, zoals extreme temperaturen, zware regenval, overstromingen en droogte. De drempel van 1,5 graden is geen schakelaar die allerlei klimaatrampen plots activeert; met elke fractie extra opwarming nemen de risico’s op negatieve effecten toe.
De grens van 1,5 graden is gekozen, omdat allerlei klimaatmodellen en data laten zien dat boven deze grens de risico’s op grote gevolgen voor sommige ecosystemen en regio’s, waaronder plaatsen die het minst verantwoordelijk zijn voor het probleem, groter worden dan wat de wereld bereid is te accepteren.
Je kunt de limiet van 1,5 graden vergelijken met een snelheidslimiet op de weg. Op basis van allerlei onderzoek weten we dat elke verhoging van de maximumsnelheid de kans op ongelukken vergroot. Maar er is geen specifieke snelheid waaronder het risico nul is en waarboven een ongeluk gegarandeerd plaatsvindt. Toch kiezen we een limiet waarboven de risico’s te groot worden om te tolereren.

Bronmateriaal

"Estimated human-induced warming from a linear temperature and atmospheric CO2 relationship" - Nature
Interview met onderzoeker Andrew Jarvis van de Lancaster University
Afbeelding bovenaan dit artikel: Francesco Ungaro

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd