Honderdduizenden schimmels zijn (letterlijk!) onbeschrijfelijk – en dat is een groot probleem

Ze zijn werkelijk overal, maar wetenschappers kunnen ze niet beschrijven. We hebben het over ‘donkere schimmels’: schimmels die geen fruitlichamen (lijken te) vormen en absoluut niet willen groeien in het lab en daardoor ook geen formele naam kunnen krijgen en dus eigenlijk niet bestaan, terwijl ze waarschijnlijk het koninkrijk der schimmels domineren!

Donkere schimmels. Het is een wat onheilspellende aanduiding. Wetenschappers gebruiken ‘m om de mycologische tegenhanger van een astronomisch hoofdpijndossier – namelijk: donkere materie – aan te duiden. Van donkere materie weten astronomen dat het er is, maar beschrijven kunnen ze het niet. En hetzelfde geldt – weliswaar om net wat andere redenen – voor de donkere schimmels. Ook die zijn namelijk onbeschrijfelijk. En dat is een probleem, zo stellen onderzoekers nu in het blad MycoKeys. Want de donkere schimmels zijn geen klein, obscuur clubje in het grote rijk der schimmels. Nee, nieuw onderzoek suggereert dat ze dat rijk domineren.

Het onderzoek
De onderzoekers trekken die conclusie nadat ze zich bogen over een grote dataset met DNA-sequenties van schimmels, verzameld in bodems wereldwijd. De dataset herbergde 8 miljoen DNA-sequenties van bijna een half miljoen verschillende schimmelsoorten. Bijna 300.000 van die schimmelsoorten blijken tot de ‘donkere schimmels’ te behoren, wat betekent dat ze op dit moment geen formele naam hebben én die ook niet kunnen krijgen.

Onbeschrijfelijk
“Om een schimmel een wetenschappelijke naam te kunnen geven (zoals Cantharellus cibarius) moet je over een fysieke representatie van die schimmel beschikken, een zogenoemd type specimen,” legt onderzoeker Henrik Nilsson aan Scientias.nl uit. “Dat kan bijvoorbeeld een fruitlichaam zijn of een gedroogde kweek van een schimmel.” Maar dat is lastig gebleken voor ‘donkere schimmels’. “De donkere schimmels lijken geen fruitlichamen te vormen. En wanneer we ze in het lab proberen te kweken, mislukt dat altijd. Ze groeien gewoon niet. Ze hebben blijkbaar iets (of iemand) nodig, wat niet in ons petrischaaltje aanwezig is. Tot op heden kennen we de donkere schimmels dan ook alleen maar van hun DNA in de bodem en andere substraten. Maar dat is geen type specimen en aangezien we de schimmels niet in het lab kunnen kweken, kunnen we ze momenteel ook niet beschrijven.”

Probleem
En dat is een probleem. Want daarmee lijken we direct dus ook een enorm van het schimmelrijk over het hoofd te zien. “We weten dat er veel donkere schimmels zijn,” stelt Nilsson. “Ook komen ze veel voor; we hebben nog geen grond- of watermonster gevonden waarin niet minstens één donkere schimmel voorkomt.” Op basis van hun nieuwste analyse vermoeden Nilsson en collega’s zelfs dat het schimmelrijk bijna volledig ‘donker’ is.

Hoe zien donkere schimmels eruit?
Wie aan schimmels denkt, denkt misschien wel aan paddenstoelen. Zo’n paddenstoel is een typisch voorbeeld van een vruchtlichaam en vormt maar een klein onderdeel van de schimmel; het leeuwendeel zit onder de grond, in de vorm van schimmeldraden. Donkere schimmels hebben geen vruchtlichamen, wat natuurlijk de vraag oproept, hoe zij er dan precies uitzien. Het is gokken, maar Nilsson vermoedt dat het meercellige schimmels zijn die alleen schimmeldraden vormen. “Andere schimmels brengen via hun schimmeldraden vruchtlichamen voort, maar op dat punt lijken de donkere schimmels zich te onderscheiden, omdat het erop lijkt dat zij geen vruchtlichamen produceren.” Daarnaast zijn er mogelijk ook eencellige donkere schimmels. “Oftewel gisten. Ik stel me zo voor dat die er net zo uitzien als de gemiddelde gist: klein, min of meer doorzichtig en rond.”

Rol in ecosysteem
Alles wijst er dus op dat het grootste deel van het schimmelrijk ‘onbeschrijfelijk’ is. En dat betekent tevens dat hier momenteel geen nader onderzoek naar kan worden gedaan. Hierdoor blijven er veel vragen over deze schimmels, bijvoorbeeld omtrent de rol die ze spelen in hun ecosysteem. Die kan namelijk weleens omvangrijk zijn, stelt Nilsson. “Ik gok dat we deze schimmels niet in het laboratorium kunnen kweken, omdat velen ervan samenwerken met andere organismen. Ze vereisen één of meerdere partners of gastheren om te kunnen groeien. Meestal gaat het dan om planten, denk ik. En dat suggereert dan weer dat ze geen onbelangrijke rol in onze ecosystemen spelen.”

Negeren is gevaarlijk
En dat zou betekenen dat het niet beschrijven en dus negeren van deze soorten niet zonder risico is. “Ik maak me wel zorgen over het feit dat we deze schimmels in tijden van ontbossing en klimaatverandering, in onze studies naar de wereld om ons heen blijven negeren. En dat deze zo ook buiten beschouwing blijven in onze modellen die beschrijven hoe energie en massa zich door onze ecosystemen bewegen.” Ook het feit dat deze schimmels in onze pogingen tot natuurbehoud buiten de boot vallen, baart Nilsson ten slotte zorgen. “Ik gok namelijk dat veel donkere schimmels waarschijnlijk heel belangrijke ecologische functies hebben. En dat kunnen ook functies zijn waar wij mensen niet zonder kunnen. Het verliezen van deze soorten zou dan heel slecht voor ons zijn. Dat maakt het negeren van deze soorten gevaarlijk.”

Aanpassing van de regels
Het wordt dus tijd om deze schimmels de aandacht te geven die ze verdienen. Maar dat begint met het wetenschappelijk beschrijven ervan. En dat is nu onmogelijk. Genoeg reden om eens kritisch te kijken naar de regels voor het beschrijven van schimmels, zo betogen Nilsson en collega’s. Die hoeven niet helemaal op de schop – ze werken prima voor schimmels die wel fruitlichamen hebben of in het lab groter willen groeien – maar moeten eigenlijk aangevuld worden om ook het beschrijven van donkere schimmels mogelijk te maken. Zo zou het bijvoorbeeld mogelijk moeten worden om schimmels te beschrijven aan de hand van DNA-materiaal. “Door ze namen te geven (…) zeggen we: dit zijn legitieme soorten waar we rekening mee moeten houden.”

Het is zeker geen toeval dat die oproep om de regels voor het beschrijven van schimmels te herzien, nu klinkt. Volgend jaar vindt namelijk – hier in Nederland – het International Mycological Congress plaats en de onderzoekers hopen dat daar gestemd kan worden over een aanpassing van de regelgeving omtrent het beschrijven van donkere schimmels. Of de kogel daar reeds door de kerk zal gaan, is afwachten. Maar dat mycologen uiteindelijk de oude regels omtrent de beschrijving van schimmelsoorten los zullen laten, staat wat Nilsson betreft, vast. “De mycologie zal de beschrijving van donkere schimmels moeten gaan toestaan. En de mycologie zal dat vroeg of laat ook gaan doen. Het zou immers absurd zijn om het leeuwendeel van alle schimmels te negeren, omdat een boekje met regels zegt dat je ze niet kunt beschrijven. Als de theorie de realiteit moet reflecteren en de realiteit wijkt af van de theorie, dan moet de theorie veranderen. De realiteit is immers de realiteit; die kan niet veranderd worden. Als we willen dat ons onderzoek naar het schimmelrijk echt over het gehele schimmelrijk gaat, dan moeten we de regels aanpassen.”

Bronmateriaal

"Hundreds of thousands of fungi are denied scientific names" - Universiteit van Gothenburg
Interview met Henrik Nilsson
Afbeelding bovenaan dit artikel:Emanuel Stanciu's Images (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd