Niet alleen honden houden van apporteren. Verrassend veel poezen kun je ook prima om een boodschap sturen, al vliegen ze het spelletje wel wat eigenzinniger aan dan hun blaffende tegenhanger. En deze interactie tussen mens en kat heeft ook nog eens een aantal positieve effecten.
Het is helemaal geen gek idee om poezenliefhebbers een apporteerspeeltje cadeau te doen, zeggen Britse dierenpsychologen van onder meer de University of Sussex, die het apporteergedrag van huiskatten onder de loep hebben genomen. Meer dan duizend baasjes die een of meer apporterende poezen onder hun hoede hebben, vulden een enquête in over dit vrij onbekende en nauwelijks wetenschappelijk bestudeerde fenomeen.
Geen training nodig
De onderzoekers kwamen er zo achter dat de overgrote meerderheid van de katten dit gedrag instinctief uitvoert. Het is bij hen ontstaan zonder expliciete training. Daarnaast bleken de meeste katten er al vroeg in hun leven spelenderwijs mee te beginnen, vaak al als kitten. Maar liefst 97 procent van de apporterende katten is er voor hun zevende verjaardag mee begonnen en bijna 61 procent al in hun eerste levensjaar.
De poezen spelen gemiddeld langer en vaker als ze zelf beginnen met het oppakken en brengen van een speeltje of ander huis-, tuin- en keukenobject. Interessant is dat het tegendraadse karakter van de huiskat ook hierbij om de hoek komt kijken: als de eigenaar stopt met weggooien, is de kans groter dat de poes juist wil doorgaan met het terugbrengen van de speeltjes en zijn best doet om zijn baasje te overtuigen verder te spelen.
De kat bepaalt
Veel katten zetten het gooi- en retourneerspel graag naar hun hand, waarmee ze de handelingen van hun baasje beïnvloeden. Sommige katten brengen net als honden de attributen op traditionele wijze terug, maar anderen leggen het speeltje bijvoorbeeld op de helft van de afstand neer. Ook waren erbij die het object telkens iets verder deponeerden of die alleen in bepaalde ruimten in het huis het spelletje wilden meespelen, bijvoorbeeld in de slaapkamer. Andere katten wilden alleen apporteren voor een specifiek persoon.
Speeltjes staan bovenaan de populariteitslijst van het apporteren (bijna 40 procent), gevolgd door bolvormige objecten (ruim 25 procent) zoals kerstballen of propjes papier. In 9,5 procent van de gevallen gaan de huiskatten los op cosmetische artikelen, zoals wattenstaafjes. Sommige katten hadden alleen interesse in het apporteren van één specifiek soort object, andere bleken minder kieskeurig en renden met allerhande huishoudelijke artikelen door de kamer richting hun eigenaar. Het is volgens de wetenschappers dan ook belangrijk om te begrijpen wat de voorkeur is van elke individuele kat en hierop in te spelen.
Positieve impact
“We zijn erg interessant apporteergedrag op het spoor gekomen dat normaal gesproken niet wordt geassocieerd met katten. Uit ons onderzoek blijkt dat katten meestal de dominante partij zijn tijdens het spel en actief de acties van hun eigenaar naar hun hand zetten. De katten die zelf het apporteergedrag initiëren, spelen in de regel fanatieker – ze brengen vaker de objecten terug naar hun eigenaar – en hebben meer apporteersessies per maand”, zegt hoofdonderzoeker Jemma Forman van de University of Sussex. “Het gevoel van controle vanuit het perspectief van de kat lijkt positief uit te pakken voor het welzijn van de poes en de relatie tussen kat en eigenaar. Ik zou graag zien dat katteneigenaren aandacht hebben voor de behoeften van hun huisdier en erop inspelen. Niet alle katten vinden het leuk om te apporteren, maar de liefhebbers hebben vaak een hele eigen manier om dit gedrag tot uiting te laten komen.”
Fascinerend gedrag
Dierenpsycholoog Elizabeth Renner van de Northumbria University voegt hier nog aan toe: “Dit is naar ons idee de eerste studie die volledig is gefocust op apporteergedrag bij katten. We hadden een paar dagen na het uitzetten van de vragenlijsten al meer dan 1250 reacties van eigenaren van apporterende katten, waarvan 924 bruikbare reacties. Blijkbaar zijn mensen erg gefascineerd door dit feliene gedrag dat in bijna alle gevallen spontaan ontstaat.”
In totaal deden 994 katten van gemengde afkomst en 160 raskatten mee aan het onderzoek. Siamezen blijken de raskatten die het meest houden van apporteren. De wetenschappers willen graag verder onderzoek doen naar dit gedrag bij katten door ook niet-apporterende katten en een meer representatieve populatie raskatten te bestuderen.