Hommels warmen flink op als ze pollen meetorsen (en dat roept de vraag op of ze klimaatverandering er eigenlijk wel bij kunnen hebben)

Je ziet ze vast weleens vliegen: hommels bedekt met gele spikkeltjes. Die spikkeltjes zijn pollen. Piepklein, maar voor een hommel behoorlijk zwaar. Zo zwaar zelfs dat het meetorsen ervan op een echte workout lijkt, waarbij de hommel het behoorlijk warm krijgt.

Tot die conclusie komen onderzoekers nadat ze hommels behorende tot de soort Bombus impatiens bestudeerden. Hun bevindingen zijn terug te lezen in het blad Biology Letters en onthullen dat de lichaamstemperatuur van een met pollen beladen hommel tot wel 2 graden Celsius hoger ligt dan die van een hommel die niets hoeft mee te torsen. “Ze moeten harder werken om het extra gewicht mee te kunnen voeren,” legt onderzoeker Elsa Youngsteadt aan Scientias.nl uit. “En wanneer spieren harder werken, genereren ze meer warmte. Hommels kunnen zich wel koelen als ze vliegen, maar het lijkt erop dat ze daarmee de extra warmte die ze genereren wanneer ze pollen dragen, niet volledig kunnen compenseren.”

Verrassend
Heel concreet wijzen experimenten uit dat de lichaamstemperatuur van hommels voor elke milligram pollen die ze meesjouwen met 0,07 graden Celsius stijgt. Dat een volgeladen hommel uiteindelijk wel 2 graden Celsius warmer is dan een ‘lege’ hommel, is verrassend, vindt Youngsteadt. “Het temperatuurverschil was groter dan ik had verwacht.” Sterker nog: eigenlijk had Youngsteadt helemaal niet verwacht een temperatuurverschil te gaan vinden. “Voorafgaand aan het onderzoek dacht ik dat we niet in staat zouden zijn om het effect van een volle lading pollen te kunnen onderscheiden van al die andere factoren die van invloed zijn op de lichaamstemperatuur van een hommel. Want hoewel hommels hun lichaamstemperatuur tot op zekere hoogte kunnen reguleren, verandert deze afhankelijk van omgevingsfactoren veelvuldig.” Zo is een hommel die in de schaduw zit, koeler dan een hommel die in de zon zit en zijn hommels op een warme dag warmer dan op een koude dag. “Ik was dan ook verrast dat een lading pollen zo’n duidelijke invloed had op de lichaamstemperatuur.”

Zorgelijk
Maar de onderzoekers zijn niet alleen verrast door hun bevindingen; ze vinden deze ook wel een beetje zorgelijk. Want zoals gezegd was reeds bekend dat de lichaamstemperatuur van hommels grotendeels gedicteerd wordt door de omgevingstemperatuur. Dat is met het oog op de opwarming van de aarde natuurlijk al enigszins zorgwekkend. Want als de omgeving opwarmt, loopt ook de lichaamstemperatuur van de hommel op. Dat deed reeds de vraag rijzen hoeveel opwarming de hommel verdragen kan alvorens deze door een te hoge lichaamstemperatuur niet langer in staat is om te functioneren en bezwijkt. Maar nu hebben onderzoekers dus een nieuwe bron van hittestress ontdekt: pollen sjouwen. Het suggereert voorzichtig dat hommels – zeker op warme dagen – nog sneller tegen de kritieke bovengrens van hun lichaamstemperatuur kunnen aanlopen.

Kritieke lichaamstemperatuur
Ook de lichaamstemperatuur van hommels kent grenzen. Maar waar die grens ligt, verschilt van soort tot soort, zo stelt Youngsteadt. Zij en haar collega’s hebben proberen uit te zoeken waar de grens voor Bombus impatiens ligt. “Wij zetten daartoe hommels in een kamertje en lieten de temperatuur elke vier minuten met 1 graad Celsius stijgen. In die situatie stopten hommels met functioneren (oftewel het controleren van hun bewegingen) wanneer de temperatuur tussen de 42 en 48 graden Celsius lag, waarbij de meeste hommels bij 47 graden Celsius stopten met functioneren. Het is daarbij wel belangrijk om op te merken dat de lichaamstemperatuur van (vliegende, red.) hommels hoger ligt dan de omgevingstemperatuur. Dat komt doordat de spieren die ze gebruiken om te vliegen ook warmte genereren. Het betekent heel concreet dat de lichaamstemperatuur van hommels ook boven de 40 graden Celsius kan uitkomen als de omgevingstemperatuur veel lager ligt dan dat.”

Afname van hommels
Eerder onderzoek heeft reeds uitgewezen dat momenteel zowel het absolute aantal hommels als het aantal hommelsoorten met name in gebieden die snel opwarmen, afneemt. Onduidelijk is echter nog hoe de opwarming van de aarde de hommels nu precies negatief beïnvloedt. Dit nieuwe onderzoek kan dat wellicht helpen verklaren. “We weten reeds dat hommels, als een groep, het niet goed doen in warme klimaten,” stelt Youngsteadt. “En daar zijn waarschijnlijk meerdere redenen voor. Maar dit (onderzoek red.) wijst ons op een heel specifieke wijze waarop warmere klimaten slecht nieuws kunnen zijn voor hommels.”

Weinig optimisme
Het feit dat hommels al een tijdje meegaan en dit zeker niet de eerste klimaatverandering is die ze voor de kiezen krijgen, biedt helaas geen garantie op een goede afloop. “De huidige klimaatverandering gaat heel snel en gepaard met veel andere stressoren, zoals verlies van leefgebied en blootstelling aan pesticiden,” legt Youngsteadt uit. “Dus ik ben niet echt optimistisch. Ik kan me geen scenario voorstellen waarin alle hommelsoorten de huidige koers van het klimaat weten te overleven. Sterker nog: we zien nu reeds dat sommige hommelsoorten aan het uitsterven zijn of dat hun leefgebied krimpt doordat sommige delen ervan te warm worden.”

Aanpassing
Tegelijkertijd verwacht Youngsteadt wel dat sommige hommelsoorten de opwarming (in ieder geval tijdelijk) het hoofd kunnen bieden. Bijvoorbeeld door hun gedrag enigszins aan te passen. Zo is het niet ondenkbaar dat hommels bijvoorbeeld kleinere hoeveelheden pollen gaan vervoeren. Of gedurende kortere perioden pollen gaan verzamelen. Maar ook dat is geen gedroomd scenario. Want: “Het kan erin resulteren dat minder pollen de kolonie bereiken,” stelt Youngsteadt. Het zou slecht nieuws zijn. Want zonder (genoeg) pollen kan een kolonie niet standhouden en een soort alsnog in de problemen komen. Daarnaast kan het er ook toe leiden dat hommels minder planten bestuiven. En dat is weer zorgelijk, omdat hommels – zeker in de VS en Europa – heel belangrijk zijn voor het bestuiven van onze gewassen.

In de stad
Vervolgonderzoek moet uitwijzen hoe hommels nu precies op de opwarming reageren en of ze inderdaad meer moeite gaan krijgen met het sjouwen van pollen en daardoor bijvoorbeeld inderdaad minder pollen gaan verzamelen. Voor dergelijk onderzoek trekken wetenschappers op het moment bijvoorbeeld naar steden, waar het hitte eiland-effect al decennia voor lokale opwarming zorgt. Door te kijken welke impact die opwarming op hommels en de bestuiving van stadstuinen heeft, proberen ze grip te krijgen op het functioneren van hommels in een opwarmende wereld.

In afwachting van de resultaten daarvan lijkt het in ieder geval verstandig de opwarming zo snel en sterk mogelijk te beperken. “Het beperken van de uitstoot is heel belangrijk,” bevestigt Youngsteadt. Maar er zijn nog andere manieren waarop we de hommels een dienst kunnen bewijzen. “Schuilplekken in de schaduw, afgewisseld met in de zon gelegen bloemenvelden, lijken ook te helpen. Mogelijk pauzeren de hommels in de schaduw om af te koelen. Daarnaast is het ook heel logisch om het leefgebied van hommels uit te breiden door ze plekken te bieden waar ze kunnen foerageren of nestelen. Hoe gemakkelijker hommels voedsel kunnen vinden en hoe korter ze daarvoor hoeven te reizen, hoe minder werk ze hoeven te verzetten en hoe gemakkelijker hun leven gaat worden.” Grappig genoeg hoeft het creëren van zo’n fijne plek voor hommels niet altijd veel werk te zijn. Sterker nog; het is juist vrij eenvoudig. “Een rommelig, ongemaaid randje rond de tuin of een park, wat blootliggende grond en in de nabijheid een breed scala aan inheemse bloeiende planten is altijd goed.”

Bronmateriaal

"Study finds carrying pollen heats up bumble bees, raises new climate change questions" - North Carolina State University
Interview met Elsa Youngsteadt
Afbeelding bovenaan dit artikel: woodypino from pixabay (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd