Diederik legt uit hoe mRNA-vaccins werken en waarom ze zo handig zijn.
In Amerika wil RFK Jr. al het onderzoek bij de National Institutes of Health naar mRNA-vaccins stopzetten. Dat is mogelijk slecht nieuws voor iedereen die niet van kanker of andere ziektes houdt, want mRNA-technologie kan juist enorm nuttig zijn. Maar hoe werkt het eigenlijk en waarom is het zo’n handig hulpmiddel?
Ik heb al in een eerdere video uitgelegd dat je DNA het beste kunt vergelijken met een soort kookboek. In dat DNA-kookboek staan de recepten voor alle eiwitten van je lichaam. In elke cel van je lichaam zitten de chef-koks die de recepten volgen en zo het eiwit maken dat je op dat moment nodig hebt. Nou wil je heel zuinig zijn op dit kookboek en ik weet niet of jullie ook zo koken als ik, maar de kans op vlekken op je kookboek is heel erg groot. Daarom verstopt je lichaam het DNA-kookboek diep weg in je celkern en schrijft het elke keer als het een eiwit nodig heeft een recept over op een soort wegwerppapiertje, denk aan zo’n gele post-it. Daarmee kan de kok die een eiwit moet maken precies één keer het recept volgen. Daarna wordt het papiertje weggegooid en dit papiertje heet mRNA.
Je afweersysteem herkent virussen aan hun specifieke eiwitten. In je lichaam hangt je afweersysteem dan een soort ‘wanted-dead-or-alive-poster’ op met het eiwit erop zodat in het vervolg het virus sneller opgepakt kan worden. Traditionele vaccins laten zo’n poster maken bij je afweer via een dood of verzwakt virus. Bij mRNA-vaccins stuur je die poster direct in de vorm van tijdelijk mRNA: post-it-briefjes met één recept. Je cellen maken daar het eiwit mee, zonder aan het kookboek (je DNA) te komen. Die post-its verdwijnen vanzelf weer en ze veranderen je DNA niet.
Het grote voordeel: mRNA-vaccins zijn razendsnel te maken. Je kiest het juiste virus-eiwit, zet de code om in mRNA en klaar. Geen viruskweek of eieren nodig. Nadeel: mRNA is instabiel en moet ijskoud bewaard worden, wat lastig is voor veel landen. Maar de snelheid en flexibiliteit zijn ongeëvenaard. Er loopt onderzoek naar toepassingen tegen griep, RSV, malaria, HIV, gepersonaliseerde kankervaccins en zeldzame genetische aandoeningen.
Potentieel megabelangrijk voor die patiënten, maar het moet natuurlijk wel goed en veilig onderzocht worden.
Juist daarom moeten overheden zoals via de NIH (de National Institutes of Health) hierin investeren en het niet alleen aan commerciële partijen overlaten. Grote farmaceutische bedrijven denken vaak meer aan winst dan aan volksgezondheid. Door publiek te investeren, kunnen we deze technologie veilig ontwikkelen en levens redden.



