Hierdoor voorkomen we dat in vis opgehoopte koolstof vrijkomt in de atmosfeer. En dit kan helpen om klimaatverandering aan te pakken.
Op dit moment is de atmosferische concentratie CO2 naar recordhoogte gestegen. Zo torent deze al enkele jaren boven de 400 ppm (deeltjes per miljoen) uit. Hier blijft het echter niet bij. Naar verwachting zal de atmosferische CO2-concentratie deze eeuw steeds verder stijgen. En die stijgende concentratie broeikasgassen heeft een enorm effect op het klimaat. Maar we kunnen iets doen om ervoor te zorgen dat er minder CO2 in de lucht terechtkomt: grote vissen met rust laten, zo stellen onderzoekers in een nieuwe studie.
Koolstof
Grote vissen, zoals tonijn, haaien, makreel en zwaarvis bevatten ongeveer 10 tot 15 procent koolstof. “Deze koolstof is afkomstig uit het voedselweb,” legt onderzoeker Gaël Mariani aan Scientias.nl uit. “Zonder menselijke invloeden worden vissen geboren en sterven ze in de oceaan. Tijdens hun leven hoopt koolstof zich in hun lichaam op. Wanneer een vis vervolgens op natuurlijke wijze sterft, zinkt het karkas naar de zeebodem. Zodra het karkas de diepe oceaan heeft bereikt, wordt de koolstof op zeebodem opgeslagen en gedurende duizenden tot miljoenen jaren vastgehouden.”
Visserij
Maar wanneer een vis wordt gevangen, komt deze opgehoopte koolstof in de atmosfeer terecht. “In dat geval wordt de cyclus doorbroken,” gaat Mariani verder. “De visserij haalt de koolstof uit het lichaam van de vis. In plaats van de vis op natuurlijke wijze te laten sterven, wordt de vis aan land gebracht en opgegeten. De koolstof in het karkas wordt na consumptie opnieuw in de atmosfeer uitgestoten als CO2.”
Koolstofput
Vis vormt dus een soort koolstofput (zie kader). Hoe groot het aandeel van vissen echter precies is, weten onderzoekers nog niet. “Daar werken we momenteel aan,” gaat Mariani verder. “De huidige studie richt zich op een deel van de visbiomassa in de oceaan, namelijk het deel dat wordt bevist. Maar we vangen niet alle vissen. En dit deel moeten we nog goed bestuderen om de omvang van de koolstofput te schatten die de grote pelagische soorten voor hun rekening nemen.”
Met koolstofputten worden dynamische (permanente of tijdelijke) opslagplaatsen van CO2 aangeduid. Het opgeslagen CO2 levert dan – tijdelijk of permanent – geen bijdrage meer aan klimaatverandering. Je moet bijvoorbeeld denken aan een groeiend bos. De grootste koolstofput op aarde is de oceaan. Bijna veertig procent van de CO2 die sinds de industriële revolutie door verbranding van fossiele brandstoffen in de atmosfeer terecht is gekomen, is door de oceaan opgenomen.
Wat we echter wel weten, is dat de visserij een heleboel CO2-uitstoot veroorzaakt. De cijfers liegen er namelijk niet om. Uit onderzoek blijkt dat de oceaanvisserij sinds 1950 ten minste 730 miljoen ton CO2 in de atmosfeer heeft gepompt. In 2014 werd naar schatting 20,4 miljoen ton CO2 uitgestoten. Voor je beeldvorming: dat komt overeen met de jaarlijkste uitstoot van 4,5 miljoen auto’s. De koolstofvoetafdruk van de visserij ligt zelfs 25 procent hoger dan eerdere schattingen aan het licht hebben gebracht. “Vissersboten produceren broeikasgassen door brandstof te gebruiken,” licht onderzoeker David Mouillot toe. “En nu weten we dat er tevens extra CO2 – dat anders in de oceaan zou blijven – vrijkomt wanneer vis wordt gevangen.”
Laat grote vissen met rust
Het is dus eigenlijk dubbelop. Zo komt er niet alleen CO2 vrij door intensieve visserij, maar ook door de vissen zelf als ze aan land worden gebracht. De onderzoekers bepleiten dan ook dat we grote vissen het beste met rust kunnen laten. “Er zouden nieuwe beschermings- en beheermaatregelen moeten worden genomen, zodat meer grote vissen een koolstofput kunnen blijven en niet langer een extra CO2-bron worden,” vindt Mariani. “Daarmee verminderen we de CO2-uitstoot, ook omdat er minder brandstof wordt gebruikt door vissersboten.”
Op de schop
Daarnaast moet volgens de onderzoekers de gehele visserij op de schop. Zo wordt er bijvoorbeeld gevist in gebieden waar het economisch niet eens rendabel is. Denk bijvoorbeeld aan de centrale Stille Oceaan, de Zuid-Atlantische Oceaan en de Noord-Indische Oceaan. En dat is verre van wenselijk. “Vissersboten varen soms naar zeer afgelegen gebieden – met een enorm brandstofverbruik – ook al is de vis die in deze gebieden gevangen wordt niet winstgevend en is het alleen levensvatbaar dankzij subsidies,” legt Mariani uit. “Dit betekent dat schadelijke subsidies de uitputting van een natuurlijke koolstofput verergeren. Daarom is het afschaffen en/of heroriënteren van deze subsidies een manier om deze uitputting te beperken, maar ook om overbevissing terug te dringen en de ecologische en sociaaleconomische toestand van de visserij op open zee te verbeteren.”
Duurzame visserij
De visserij zou dus een stuk duurzamer moeten. “We moeten beter vissen,” zegt Mouillot. Hoe de onderzoekers dat voor zich zien? “Er zijn verschillende manieren om de visserij duurzamer te maken,” vertelt Mariani desgevraagd. “Zo kunnen er bijvoorbeeld meer beschermde mariene gebieden komen om uitgeputte regio’s nieuw leven in te blazen. Hierdoor neemt de hoeveelheid vis in de oceaan toe. En dat is positief, omdat een deel van deze extra biomassa gebruikt kan worden voor de voedselproductie, terwijl een ander deel kan worden gebruikt om koolstof op te slaan. Duurzamere visserijpraktijken kunnen in dit geval dus zowel koolstof vastleggen, als de visserij zelf ten goede komen, zonder daarbij onze voedselzekerheid aan te tasten.”
Hoewel er op het moment veel aandacht is voor klimaatverandering en we een redelijk goed beeld hebben van wat we moeten doen om de opwarming van de aarde niet uit de hand te laten lopen, lukt het ons tot op heden niet om de uitstoot ook echt terug te dringen. Maar de onderzoekers presenteren in de huidige studie een haalbaar doel om ervoor te zorgen dat er meer koolstof in de zee blijft en er minder de lucht in wordt gepompt. “Maatregelen die het herstel van vis bevorderen, zouden centraal kunnen komen te staan in een nieuwe natuurlijke klimaatoplossing,” oppert Mariani. “En dat is heel belangrijk in de huidige tijd waarin klimaatverandering een hoofdrol speelt.”