Hoe kleiner de hond, hoe groter de kans op syringomyelie

Nieuw onderzoek aan de Universiteit Utrecht laat zien dat de hersenaandoeningen Chiari-malformatie en syringomyelie bij dwergkeeshonden vaak voorkomen en progressief zijn, waardoor klachten in de loop van de tijd kunnen verergeren en soms pas op latere leeftijd zichtbaar worden.

Toy breeds zijn de kleinste hondenrassen, vaak vergeleken met de grootte van een speelgoeddier. Dit zijn honden die gefokt zijn voor hun kleine formaat. Ze worden gekenmerkt door hun geringe lengte en gewicht. Bekende voorbeelden zijn de chihuahua, maltezer en de pomeranian of dwergkeeshond.

Uit eerder onderzoek blijkt dat ruim zestig procent van de dwergkeeshonden Chiari malformatie heeft. Ongeveer een kwart van deze honden krijgt ook syringomyelie, soms mild, soms ernstig. Beide aandoeningen komen ook voor bij andere kleine hondenrassen. Ze kunnen apart van elkaar ontstaan, bij sommige honden al rond hun eerste jaar, bij andere pas rond hun vijfde. Van de buitenkant is het niet altijd te zien of een hond een van de aandoeningen heeft, wat het lastig maakt de ziektes vroeg te herkennen. Daarom kunnen dokters, die honden van hun programma willen uitsluiten omdat ze deze erfelijke aandoeningen hebben, niet afgaan op wat een hond laat zien. Ze hebben een MRI-scan nodig om zekerheid te krijgen.

Wat zijn een Chiari-malformatie en syringomyelie?
Een Chiari-malformatie is een aangeboren afwijking van de schedelbasis en de eerste halswervel, waardoor de hersenen te laag liggen en deels in het achterhoofdsgat of wervelkanaal uitsteken omdat er niet genoeg ruimte in de schedel is. Dit kan verschillende klachten veroorzaken, waaronder hoofdpijn, nekpijn en duizeligheid. Hoe ernstig de klachten zijn, hangt af van het type en de ernst van de malformatie. Syringomyelie ontstaat vaak als gevolg van deze afwijking: er vormt zich een met vocht gevulde holte in het ruggenmerg die druk uitoefent op zenuwweefsel, wat kan leiden tot gevoelsverlies, spierzwakte en chronische pijn.

 

 

Gedragsverschijnselen

Onderzoeker Koen Santifort keek onder meer naar het gedrag van honden met Chiari malformatie en syringomyelie. Hiervoor werden eigenaren van dwergkeeshonden gevraagd om hun observaties te rapporteren. Uit dit onderzoek blijkt dat bepaalde symptomen vaak voorkomen bij de dieren met de aandoeningen. Dit waren onder andere vocalisatie, kopschudden, pootjes likken of bijten, spontane pijnaanvallen en krabben. De honden die dit soort symptomen kregen, hadden vier tot vijf keer zoveel kans als honden zonder dergelijke klachten om tekenen van Chiari malformatie of syringomyelie te vertonen op de MRI.

Volgens Santifort zijn dit belangrijke signalen voor dierenartsen en eigenaren. Zo vertelt hij dat eigenaren die dit gedrag veel zien, aan de bel moeten trekken. “Er zou sprake kunnen zijn van deze aandoeningen en dan is aanvullend onderzoek belangrijk.”

Anatomie van dwergkeeshonden

Naast gedragsverschijnselen keken de onderzoekers ook naar de anatomie van dwergkeeshonden met Chiari malformatie en syringomyelie. Daar zagen ze dat honden met syingomyelie vaak specifieke kenmerken hebben, bijvoorbeeld een kortere schedelbasis en een afwijkende inhoud van de schedelholte. Hoewel nog niet alle vragen zijn beantwoord, is er een duidelijk verband met de grootte van de hond: hoe kleiner de dwergkeeshond, hoe groter het risico op syringomyelie.

Dwergkezen met een gewicht van minder dan 2,5 kilo hadden zes keer meer kans op het ontwikkelen van syringomyelie dan dwergkezen boven dit gewicht. De promovendus gebruikte voor zijn onderzoek computerscans en deed metingen bij de honden zelf.

Syringomyelie lijkt progressief

Gedurende zijn promotieonderzoek volgde Santifort ook een kleinere groep dwergkeeshonden met syringomyelie. Daar zag hij dat de ziekte vaak progressief is, de klachten en afwijkingen kunnen in de loop van de tijd verergeren én op latere leeftijd ontstaan.

Dit benadrukt het belang van een goede timing voor diagnostische MRI-screenings bij fokdieren. Een te vroege screening kan een vals gevoel van veiligheid geven. De juiste timing van een MRI bij fokdieren en het pas inzetten van dieren die op latere leeftijd nog vrij zijn van de aandoening, vergroten de kans op het uitsluiten van honden met syringomyelie van de fokkerij. Dit draagt bij aan een effectief fokprogramma tegen deze aandoening.

Hoe nu verder?

Bij het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde loopt inmiddels een onderzoek naar de genetische achtergrond van Chiari malformatie en syringomyelie. Dit kan in de toekomst leiden tot een DNA-test waarmee fokkers gericht gezonde honden kunnen selecteren. Het inzicht dat de ziekte progressief is, onderstreept ook het belang van onderzoek naar effectieve behandelingen.

 

 

Bronmateriaal

"Phenotypic characterization of Pomeranians with or without Chiari-like malformation and syringomyelia" - Universiteit Utrecht
Afbeelding bovenaan dit artikel: Cup of Couple, via Pexels

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd