Hoe je hardloopt, zegt iets over je karakter

De ene hardloper sjokt sloompjes door het park, waar de ander wel een huppelend lammetje lijkt dat de wei in mag. De verschillen zijn groot, maar je zou denken dat die voornamelijk afhangen van de conditie van de loper, of vooruit, de motivatie. Volgens nieuw onderzoek blijkt echter ook je karakter invloed te hebben op je hardloopstijl.

Hoe dat zit, vroegen we aan onderzoeker Aurélien Patoz van de Zwitserse Universiteit van Lausanne. Ze legt eerst uit dat in de cognitieve wetenschap het conventionele idee van een scheiding tussen lichaam en geest steeds meer ter discussie komt te staan. “Het nieuwe paradigma gaat ervan uit dat er een symbiotische relatie is tussen cognitieve processen in de hersenen en het fysieke lichaam. Het benadrukt het belang van zintuiglijke en motorische ervaringen bij de vorming van mentale functies”, begint ze. “Onderzoek hiernaar schijnt licht op de wederzijdse invloed van lichaam, geest en de wereld waarin ze samen navigeren.”

De MBTI-test
Dat brengt haar bij het onderzoeksonderwerp: de manier waarop je karakter invloed heeft op je hardloopstijl. “Het doel van deze studie was om te achterhalen of twee categorieën van karaktertrekken op de assen van de MBTI-persoonlijkheidstest gelinkt konden worden aan twee verschillende hardloopstijlen die op een natuurlijke manier door hardlopers worden gebruikt.”

MBTI staat voor Myer Briggs Type Indicator. Het is de meest gebruikte persoonlijkheidstest ter wereld. Ongetwijfeld heb je hem zelf ook al eens gedaan. De test is gebaseerd op het gedachtegoed van de bekende psycholoog Carl Jung, die een karakter beschrijft op basis van vier dimensies:
– Hoe je op je omgeving gericht bent: extravert of introvert
– Hoe je waarneemt: observerend of intuïtief
– Hoe je beslist: door te denken of te voelen
– En hoe je werkt: gestructureerd of meer spontaan en flexibel

Lekker down-to-earth
Voor de hardlopers keken de Zwitsers vooral naar de mate waarin ze observerend (meer feitelijk) of intuïtief (meer gevoelsmatig) ingesteld waren. “De observerende renners gaven de voorkeur aan een manier van lopen waarbij de voorwaartse verplaatsing groter was tijdens het contact met de grond en de verticale verplaatsing kleiner vergeleken met intuïtieve hardlopers”, legt Patoz uit aan Scientias.nl. “Als het gaat om energieverbruik optimaliseren de observerende hardlopers hun rennen door voorwaartse vooruitgang te bevorderen in plaats van verticale verplaatsingen van het lichaam. Observerende hardlopers zullen hun hardloopstijl omschrijven als: “Ik ren heel dicht bij de grond om zoveel mogelijk energie te besparen.” Deze personen besteden volgens de MBTI-definitie aandacht aan de fysieke realiteit en geven de voorkeur aan praktische en specifieke feiten, liefst iets wat ze zelf kunnen observeren met hun zintuigen.” Het grappige is dat deze mensen heel erg down-to-earth zijn in figuurlijke zin, maar ook letterlijk: met hun hardloopstijl blijven ze dicht bij de grond.

Vechten tegen de zwaartekracht
“Intuïtieve hardlopers daarentegen lopen met een grotere verticale verplaatsing. De elastischere manier van rennen suggereert dat het hergebruik van elastische energie een inherent kenmerk is van intuïtieve lopers. Deze lopers waren beter in staat om hun onderbenen als een soort springveren te gebruiken. Ze vertrouwen op de rek-verkortingscyclus om hun hardlopen te optimaliseren”, aldus de Zwitserse onderzoeker. Deze cyclus houdt in dat actieve spierverlenging onmiddellijk wordt gevolgd door actieve spierverkorting, oftewel uitrekken en samentrekken. We spreken ook wel van excentrische en concentrische beweging. Het zijn de meest voorkomende spierbewegingen.

“Intuïtieve hardlopers omschrijven hun hardloopstijl waarschijnlijk als: “Ik gebruik energie om te vechten tegen de zwaartekracht, omdat ik de springveren in mijn benen kan gebruiken om energie terug te winnen bij iedere stap.” Deze personen besteden aandacht aan de betekenis en patronen van informatie, geven de voorkeur aan abstracte concepten en theorieën en leggen onbewust verbanden tussen de verschillende disciplines waar ze verstand van hebben. Personen met een meer dynamische en elastische hardloopstijl focussen meer op abstracte dingen”, aldus Patoz.

Veel vragen
Ze waarschuwt dat deze studie geen oorzakelijk verband aantoont, maar vindt het wel fascinerend dat er een relatie is tussen iemands karaktertrekken en hun favoriete manier van bewegen. En het kan nog interessanter worden. “In vervolgonderzoek willen we kijken naar verschillen in de anatomie van het onderbeen, zoals de peeslengte of hielvorm. Die kunnen namelijk ook van invloed zijn op de ideale hardloopstijl. Mogelijk blijkt dan dat intuïtieve hardlopers slankere onderbenen hebben en kortere hielen dan observerende lopers. Zo zijn er nog wel meer vragen over potentiële interacties tussen lichaamsvormen, bewegingsvoorkeuren en karaktertrekken.”

Het is een intrigerend onderzoeksveld, vooral als blijkt dat mensen met bepaalde karaktertrekken een andere lichaamsbouw hebben en daarom anders bewegen. Nu is enkel aangetoond dat observerende hardlopers anders lopen dan hun intuïtieve mederenners. Dat kun je nog verklaren doordat de een op een andere manier met hardlopen bezig is dan de ander, maar dat spieren en pezen ook echt anders werken, is eigenlijk nog wonderlijker.

Bronmateriaal

"Mind to move: Differences in running biomechanics between sensing and intuition shod runners" - PLoS ONE
Interview met onderzoeker Aurélien Patoz van de Universiteit van Lausanne
Afbeelding bovenaan dit artikel: Maridav / Getty (via Canvacom)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd