Eén van Hubble’s meesterwerken is een foto van reflectienevel NGC 1999. Deze ruimtefoto is opnieuw bewerkt en dit is het eindresultaat.
NGC 1999 is een zogenoemde reflectienevel. Dit betekent dat de gas- en stofwolken zelf niet gloeien. Het licht van een naburige jonge ster wordt door het stof in de nevel verstrooid, waardoor de nevel zichtbaar is. Je kunt het vergelijken met mistflarden rondom de lamp van een lantaarnpaal. De verantwoordelijke ster – V380 Orionis – is links van het centrum te zien. Deze ster is 3,5 keer zwaarder dan de zon en heeft een oppervlaktetemperatuur van 10.000 graden Celsius.
Lange tijd dachten astronomen dat de donkere vlek in het midden van NGC 1999 een bolwolk was, oftewel een plek waar stervorming plaatsvindt. In 2010 kwamen wetenschappers tot de conclusie dat het geen bolwolk is, maar een gat in de ruimte. Na ruim tien jaar weten astronomen nog steeds niet hoe dit gat precies is ontstaan. Een ouderwets mysterie dus!
NGC 1999 ligt op een afstand van 1350 lichtjaar van de aarde en maakt deel uit van het Orioncomplex: een groep van nevels, stervormingsgebieden en sterrenhopen in het sterrenbeeld Orion. Het beroemdste lid van deze familie is de Orionnevel. Deze nevel is op een donkere nacht met het blote oog te zien als een wazig vlekje. Ook de bekende Paardenkopnevel maakt deel uit van het Orioncomplex.
