Hoe deze bijzondere nachtvlinder de Melkweg gebruikt als ‘sterrenkompas’ en duizend kilometer naar zijn schuilplaats vliegt

Wij kijken allang niet meer naar de sterren om te navigeren, maar sommige dieren doen dat wel. Zo gebruikt ook de Australische bogongmot de sterrenhemel als kompas bij zijn nachtelijke omzwervingen. En hij gaat zelfs nog een stap verder, blijkt uit nieuw internationaal onderzoek.

Deze fascinerende nachtvlinder gebruikt de Melkweg om zijn jaarlijkse migratie van honderden kilometers tot een goed einde te brengen. Het is daarmee het eerste ongewervelde dier ooit waarvan bewezen is dat het op de sterren navigeert, schrijven Noorse en Australische wetenschappers deze week in vakblad Nature.

Mot met een missie
De bogongmotten lijken op het eerste gezicht niet zo bijzonder. Maar ze zijn tot spectaculaire dingen in staat: elk voorjaar ondernemen miljarden van deze motten een indrukwekkende reis van wel duizend kilometer – van hun geboortegrond in Zuidoost-Australië naar de koele grotten van de Snowy Mountains in de Australische Alpen. Daar brengen ze de hete zomermaanden in rusttoestand door. In de herfst vliegen ze terug om zich voort te planten en vervolgens het tijdelijke voor het eeuwige te verwisselen.

Hoe lukt het ze om de Snowy Mountains te bereiken? De motten zijn er nog nooit eerder geweest en toch weten ze feilloos de weg te vinden. De wetenschappers zijn erachter gekomen dat ze beschikken over een tweeledig navigatiesysteem dat gebruikmaakt van sterrenpatronen en het magnetisch veld van de Aarde.

Sterrenkompas
Kosten noch moeite werden gespaard om de trucs van de bogongmot te achterhalen. In speciale vluchtsimulatoren waarin geen magnetische krachten kunnen doordringen, onderzochten de wetenschappers hoe de nachtvlinders zich oriënteren onder verschillende omstandigheden. Als ze een natuurlijke sterrenhemel zagen, vlogen ze precies in de juiste richting: naar het zuiden in de lente en naar het noorden in de herfst. Draaiden de onderzoekers de sterrenhemel 180 graden, dan draaiden de motten ook om. Als de sterrenhemel willekeurig door elkaar werd gehusseld, raakten de motten volledig gedesoriënteerd. “Dat laat zien dat ze niet simpelweg het helderste licht volgen”, zegt professor Eric Warrant van Lund University. “Ze herkennen concrete patronen aan de hemel, net als trekvogels dat kunnen.”

En wat als de sterren niet zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door bewolking? Geen probleem, dan schakelen de motten over op het magnetisch veld van de aarde om hun route te bepalen. Dit dubbele systeem maakt dat ze in alle omstandigheden, ook bij wisselvallig weer, kunnen vertrouwen op hun navigatiekracht.

Mottenhersenen
De onderzoekers onderzochten ook nog de hersenen van de motten. In de hersengebieden die te maken hebben met oriëntatie en beweging vonden ze speciale zenuwcellen die gevoelig zijn voor de stand van de sterrenhemel. Deze neuronen reageren het sterkst als de mot met zijn kop naar het zuiden is gericht. “Dat betekent dat deze kleine mottenhersenen hemelsbreed denken”, legt Warrant uit. “Het is ongelooflijk hoeveel navigatiekracht in zo’n klein brein past.”

Lessen voor drones
Deze ontdekking is niet alleen goed nieuws voor biologieboeken, maar kan ook ingezet worden in de praktijk. Denk aan robots en drones die zelfstandig navigeren zonder GPS. Ook laat het onderzoek zien hoe belangrijk donkere nachten zijn voor dieren die afhankelijk zijn van sterrenlicht.

De bogongmottenpopulatie is de laatste jaren sterk afgenomen. De soort staat nu op de lijst van kwetsbare diersoorten. Lichtvervuiling, klimaatverandering en verlies van leefgebied bedreigen hun migratieroutes. “Dit onderzoek gaat niet alleen over een nachtvlinder”, zegt Warrant. “Het gaat over hoe dieren de wereld lezen en over onze verantwoordelijkheid om die wereld te beschermen.”

Bronmateriaal

"Bogong moths use a stellar compass for long-distance navigation at night" - Nature
Afbeelding bovenaan dit artikel: Ajay Narendra, Macquarie University

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd