Het mysterie van de uitgestorven dwergnijlpaarden en dwergolifanten op het idyllische eiland Cyprus is eindelijk opgelost. Deze unieke dieren zijn zo’n 14.000 jaar geleden – toen de eerste mensen arriveerden – massaal opgejaagd, gedood en in de maag van onze voorvaderen verdwenen.
Wetenschappers dachten aanvankelijk dat een kleine menselijke populatie, zoals die zich op Cyprus had gevestigd, niet in staat zou zijn om in zo’n kort tijdsbestek deze twee soorten megafauna uit te roeien. Maar ze hebben de lokale jager-verzamelaars duidelijk onderschat, blijkt uit een nieuwe paleontologische studie: hun uitsterving houdt wel degelijk rechtstreeks verband met de komst van paleolithische mensen op het eiland in de eeuwen ervoor.
Twee soorten megafauna op Cyprus
Tijdens het Laat Pleistoceen liepen er op Cyprus slechts twee soorten megafauna rond: de 500 kilo wegende dwergolifant en het 130 kilo zware dwergnijlpaard. Beide soorten verdwenen kort na de komst van de mens, en onderzoekers gaan ervan uit dat het proces van uitsterven minder dan duizend jaar in beslag nam. Hoofdonderzoeker professor Corey Bradshaw van de Australische Flinders University en zijn team ontdekten dat de eerste menselijke jager-verzamelaars op het eiland de hoofdverantwoordelijken waren voor het verdwijnen van deze prachtige prehistorische dieren.
Modellen ontkrachten eerdere theorie
Eerdere theorieën beweerden dat een kleine menselijke populatie op Cyprus niet zo’n groot effect kon hebben op de fauna in zo’n kort tijdsbestek. Maar de nieuwe studie, die deze week is gepubliceerd, bewijst het tegendeel. Door fossiele en archeologische data te combineren met complexe wiskundige modellen, laten de onderzoekers een ontluisterend beeld zien: waar de paleolithische mens verschijnt, verdwijnt de biodiversiteit, en rap ook.
Een cruciaal onderdeel van het onderzoek was het modelleren van de energiebehoefte en de jachtpraktijken van de eerste mensen op Cyprus. Het team berekende dat een groep van 3000 tot 7000 jager-verzamelaars, die waarschijnlijk in twee à drie grote migratiegolven arriveerden, voldoende was om beide dwergsoorten compleet uit te roeien. “Onze resultaten tonen aan dat paleolithische volkeren op Cyprus minstens gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor het uitsterven van megafauna tijdens het Laat Pleistoceen en het Vroege Holoceen”, legt professor Bradshaw uit.
Impact van de mens
Het onderzoek laat zien hoe een kleine menselijke populatie een enorme impact kan hebben op het ecosysteem waar zij deel van uitmaken, zelfs als ze maar over relatief weinig technologische middelen beschikken. “De belangrijkste factor die het risico op uitsterven voor beide dwergsoorten bepaalde, was de hoeveelheid eetbaar vlees die ze boden aan de eerste mensen op het eiland”, aldus Bradshaw.
Unieke omstandigheden
Het mediterrane eiland bleek een ideaal onderzoeksgebied om de theorieën te testen. “Cyprus bood ons de perfecte omstandigheden om te onderzoeken of de komst van de mens inderdaad leidde tot het uitsterven van de megafauna”, stelt onderzoeker Theodora Moutsiou van de University of Cyprus. Zij en haar collega’s waren in staat om met de beschikbare data een scherpe blik op het verleden te werpen, omdat het eiland indertijd een perfect geïsoleerd ecosysteem vormde.
Geschiedenis (her)schrijven
De nieuwe bevindingen sluiten nauw aan bij eerder onderzoek van Bradshaw en zijn team, waaruit bleek dat grote groepen mensen in relatief korte tijd op Cyprus arriveerden. Binnen slechts duizend jaar vond een reeks migraties plaats, waarbij groepen van honderden tot duizenden mensen voet aan wal zetten. Dit onderzoek herschrijft daarmee het verhaal van hoe menselijke activiteit, zelfs in een tijdperk met weinig technologie, de ondergang van grote diersoorten in gang kon zetten.