Zeker 90 procent van alle diersoorten stierf uit tijdens de Perm-Trias-massa-extinctie, de grootste massale uitsterving van soorten die de aarde ooit heeft gekend. Gek genoeg wisten veel amfibieën deze megaramp te overleven. Hoe kan dat?
Amfibieën bestaan inmiddels ongeveer 350 miljoen jaar, zo’n 125 miljoen jaar langer dan de zoogdieren. Ze staan bekend om hun vermogen om zowel in het water als op het land te leven. Het is een unieke diergroep die op dit moment op de rand van de afgrond staat door de drastische afname van biodiversiteit. Maar ze hebben voor hetere vuren gestaan: 252 miljoen jaar geleden moesten ze de massa-extinctie aan het eind van het Perm overleven. Maar liefst 90 procent van alle soorten ging toen verloren, maar veel amfibieën doorstonden de ramp.
Onderzoekers van de Universiteit van Bristol ontdekten dat onder andere het brede voedingspatroon en grote leefgebied van amfibieën de oorzaak zijn van hun succesvolle overleving. In de studie die gepubliceerd werd in het tijdschrift Royal Society Open Science, verklaren ze dat amfibieën in die tijd veel zoetwaterprooidieren konden eten die het water in gingen om landroofdieren te ontlopen. Bovendien blijkt uit breder onderzoek naar ecosystemen in het Trias, de periode na het Perm, dat de zoetwaterleefgebieden een stabiele variatie aan voedsel met zich meebrachten voor de amfibieën. Dit stelde de populaties in staat om te blijven groeien, terwijl landroofdieren het moesten doen met de schaarse, instabiele beschikbaarheid van voedsel en andere hulpbronnen op het land.
De onderzoekers bestudeerden de temnospondylen, een vroege groep amfibieën. “Een van de grote mysteries is het overleven en floreren van een belangrijke groep amfibieën, de temnospondyls”, legt hoofdonderzoeker Aamir Mehmood van Bristols School of Biological Sciences uit. “Dit waren roofdieren die zich voedden met vissen en andere prooidieren, maar vooral verbonden waren met het water, net als moderne amfibieën zoals kikkers en salamanders. We weten dat het klimaat toen warm was, zeker na de uitsterving. Hoe konden deze waterminnende dieren zo succesvol zijn geweest?” Mehmood en zijn team onderzochten de schedels, tanden en de lichaamsgroottes van 100 temnospondyls die in die tijd leven.
Tot verbazing van de onderzoekers was de lichaamsgrootte van de amfibieën niet veranderd tijdens de massa-extinctie. Sommigen waren klein en aten insecten, anderen waren groter en vingen vissen. Opvallend is dat hun diversiteit in lichaamsgrootte en andere eigenschappen na de crisis ongeveer vijf miljoen jaar lang toenam, en daarna weer afnam.