Zeeolifanten duiken de laatste jaren steeds dieper. Een gevolg van de opwarming van de oceaan, zo denken onderzoekers.
Wetenschappers voorzagen dertig zeeolifanten van een zender. Met die zender konden ze onder meer achterhalen hoe diep de dieren doken. Ook de temperatuur van het water kon met de zender worden vastgesteld.
Dieper
Uit de gegevens blijkt nu dat zeeolifanten steeds dieper duiken. De dieren brengen het overgrote deel van hun leven op een diepte van meer dan honderd meter door en kunnen tot wel 2000 meter diep duiken. Uit de gegevens blijkt dat met name de eerste 1000 meter van de Antarctische Oceaan opwarmt en dat zeeolifanten het dieper opzoeken.
Prooi
De onderzoekers denken wel te weten waarom de dieren de diepte ingaan. In de opwarmende wateren leven veel vissen en pijlinktvissen. Zeeolifanten zijn daar dol op. Maar door de opwarming is ook die prooi naar grotere diepte afgedaald en de zeeolifant gaat ze achterna. Om er zeker van te zijn dat dit de oorzaak is van de diepere duiken starten de onderzoekers nu een tweede onderzoek. Met een tweede zender gaan ze proberen te achterhalen of de zeeolifant op grotere diepte echt eten vindt.
Het lijkt erop dat de zeeolifanten zich redelijk goed aan de opwarming aanpassen: ze duiken gewoon wat dieper. Maar onduidelijk blijft of de dieren echt tegen de opwarming zijn opgewassen. Dat zal moeten blijken wanneer het nog warmer wordt. Waarschijnlijk hebben ze dan twee opties: of koudere wateren opzoeken (richting Antarctica) of nog dieper duiken. Dat laatste wordt lastig. Zoals gezegd kan een zeeolifant niet veel dieper dan 2000 meter duiken en het dier heeft die limiet al bijna bereikt.