Hier haalden de bouwers van Stonehenge hun bouwmaterialen

Eindelijk weten onderzoekers waar de bouwers van Stonehenge de ‘bluestones’ haalden: in een gebied op bijna 300(!) km afstand van het monument.

Geologen weten al langer dat 42 van de zogenoemde ‘bluestones’ die deel uitmaken van Stonehenge oorspronkelijk uit het westen van Wales komen. Maar waar ze precies vandaan kwamen, was onduidelijk. Een nieuwe studie brengt daar verandering in. In het blad Antiquity wijzen onderzoekers twee gebieden aan waaruit de bouwers van Stonehenge hun ‘bluestones’ haalden.

Wat is een bluestone?
Met deze term wordt in het geval van Stonehenge verwezen naar wat kleinere stenen die niet uit de directe omgeving van Stonehenge zelf komen.

Eén van deze gebieden is het zogenoemde Carn Goedog. Het bevindt zich in de Preseli Hills en is zo’n 290 kilometer van Stonehenge verwijderd. “Dit was de belangrijkste bron van Stonehenges gevlekte doleriet, dat zo genoemd wordt vanwege de witte vlekken in het blauwe stollingsgesteente,” vertelt onderzoeker Richard Bevins. “Zeker vijf van Stonehenges ‘bluestones’ – en mogelijk nog meer – zijn afkomstig van Carn Goedog.” Vlak bij deze plaats bevindt zich nog een gebied waar de bouwers van Stonehenge hun hart op konden halen. In een gebied dat aangeduid wordt als Craig Rhos-y-felin haalden ze volgens de onderzoekers een ander type stollingsgesteente: ryoliet.

Carn Goedog. Afbeelding: University College London.
Datering
In hun onderzoek stellen de wetenschappers bovendien vast wanneer de bouwers van Stonehenge naar de Preseli Hills kwamen voor bouwmaterialen. Dat gebeurde zo’n 5000 jaar geleden. Afgaand op die datering denken de onderzoekers dat Stonehenge in eerste instantie bestond uit een in een cirkel opgestelde nauwelijks bewerkte bluestones en dat de zandstenen zo’n 500 jaar later pas werden toegevoegd.

Mysterie
“Wat echt opwindend is als het gaat om deze ontdekkingen, is dat ze ons een stap dichter bij het ontrafelen van Stonehenges grootste mysterie brengen,” stelt onderzoeker Mike Parker Pearson. Hij verwijst daarmee naar die ene prangende vraag die onderzoekers al heel lang bezighoudt: waarom haalden de bouwers van Stonehenge hun materialen uit een gebied dat op zo’n grote afstand van Stonehenge lag? “Elk ander Neolithisch monument in Europa is opgebouwd uit megalieten die hooguit van 16 kilometer afstand komen. We gaan nu kijken wat er 5000 jaar geleden zo speciaal was aan de Preseli Hills.” Ook willen de onderzoekers nagaan of de bluestones die uiteindelijk onderdeel uit gingen maken van Stonehenge eerder misschien in de nabijheid van de Preseli Hills gebruikt werden voor de bouw van stenen cirkels.

Het delven van de bluestones moet overigens relatief eenvoudig zijn geweest. Op de twee plekken waar de bouwers van Stonehenge de bluestones haalden, heeft het gesteente reeds de vorm van verticale ‘pijlers’ die door breuken van elkaar gescheiden worden. Die pijlers konden vrij gemakkelijk gedolven worden door een wig tussen twee pijlers te hameren en de breuken breder te maken tot één ervan afbrak. Vervolgens werden de stenen waarschijnlijk over land naar Stonehenge gebracht. “Sommige mensen denken dat de bluestones richting het zuiden werden verplaatst, naar Milford Haven en daar op vlotten of tussen boten werden gehangen en via het Kanaal van Bristol (…) naar Salisbury Plain werden vervoerd,” stelt onderzoeker Kate Welham. “Maar de steengroeven (Carn Goedog en Craig Rhos-y-felin, red.) bevinden zich aan de noordzijde van de Preseli Hills dus de megalieten kunnen simpelweg over het land helemaal naar Salisbury Plain zijn gebracht.” Mogelijk werden de stenen op houten sleeën naar de eindbestemming vervoerd.

Bronmateriaal

"Quarrying of Stonehenge 'bluestones' dated to 3000 BC" - University College London (via Eurekalert)
Afbeelding bovenaan dit artikel: Freesally / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd