Niet alleen de oceanen en onze eigen lichamen zitten vol microplastics: ze zwerven inmiddels ook rond in de wolken. Als we die plastic luchtvervuiling niet tegen gaan, warmt de aarde nog sneller op, vrezen onderzoekers.
Japanse onderzoekers aan de Waseda Universiteit vingen water op uit wolken vanaf de top van de bergen Fuji, Tarobo en Oyama – variërend tussen 1300 en bijna 4000 meter hoog (zie kader). Bij het onderzoeken van dit wolkenwater vonden ze negen verschillende types microplastics en één type rubber.
Om de microplastics op te vangen uit de wolken gebruikten de wetenschappers een opvangsysteem waarbij wolkendeeltjes heel langzaam tegen een kleine snaar botsen. Wanneer de vochtige lucht hier tegenaan komt, bindt het water zich korte tijd aan de snaar. Al snel bezwijkt het water uit de wolk onder zijn eigen gewicht en valt het naar beneden, waar het wordt opgevangen. “Microplastics die “gewoon” door de lucht waaien en geen onderdeel zijn van een wolk, zijn te klein voor de opvangdraad en gaan door de draad heen”, vertelt Okochi.
Dat op zichzelf is niet geheel onverwachts, stelt hoofdonderzoeker Hiroshi Okochi. We weten immers dat mens en dier inmiddels grote hoeveelheden microplastics binnenkrijgen. Dat de wolken ook aan de beurt zijn, is daarom niet verrassend. Maar de manier waarop de microplastics in de wolken terecht komen is dat wel. De opgevangen microplastics zijn zeer waarschijnlijk niet zomaar aan komen waaien, stellen de onderzoekers, maar zijn onderdeel van het ontstaansproces van de wolken.
Wolkenmaker
Voordat een wolk kan ontstaan, is er namelijk een condensatiekern nodig: een zeer fijn, in de lucht zwevend stofdeeltje waar vochtige koude lucht zich aan kan binden, waar vervolgens wolken, nevel of mist uit ontstaan. Er zijn verschillende stoffen die kunnen functioneren als condensatiekern. Natuurlijke deeltjes als klei of zand, pollen of zoutkristallen. Maar ook niet natuurlijke stoffen zoals roet, kunnen het begin zijn van de vorming van een wolk. En dus ook microplastics blijkt nu.
En dat is geen goed teken. Microplastics breken namelijk een stuk sneller af wanneer ze hoog in de lucht zijn dan op de grond. Dat komt door de sterke ultraviolette straling op grotere hoogte. Bij het afbreken komen er broeikasgassen vrij die op hun beurt weer bijdragen aan de opwarming van de aarde. Daarnaast kan plastic regelval bijna alles wat we eten en drinken besmetten. Wat weer kan leiden tot nog meer plastics in onze organen, en zelfs mogelijk tot gedragsveranderingen.
Okochi vreest daarom dat de plastic deeltjes in de wolken – als het probleem van de ‘plastic luchtvervuiling’ niet proactief wordt aangepakt – in de toekomst onomkeerbare en ernstige milieuschade kunnen veroorzaken. Om dat beter in te schatten gaat hij verder onderzoek doen. “We gaan nu onderzoeken hoe snel microplastics voor wolkvorming zorgen vergeleken met andere deeltjes.”