Het Oropouche-virus rukt op: dit moet je weten

Het is oppassen geblazen voor reizigers die naar Zuid-Amerika of het Caribisch gebied gaan. Daar is nu een uitbraak van het Oropouche-virus. De eerste besmettingen zijn nu ook gemeld bij vakantiegangers uit Canada en de VS.

Eind 2023 dook het Oropouche-virus voor het eerst op in de Cariben en Zuid-Amerika. De symptomen lijken op die van dengue of Zika: koorts, koude rillingen, hoofdpijn en spierpijn. De incubatietijd is ruim, tussen de drie en tien dagen, en besmette mensen zijn minstens twee dagen tot wel een week ziek. 60 procent van de patiënten krijgt weken later opnieuw symptomen. Ook reizigers uit Europese landen, zoals Spanje, Italië en Duitsland hebben het virus al mee naar huis genomen.

Zwangere vrouwen
Oropouche is afkomstig van kleine steekmuggen. Om besmetting te voorkomen luidt het advies om kleding met lange mouwen te dragen en muskietennetten te gebruiken. Ook een insectenwerend middel als DEET kan helpen. Er zijn momenteel geen vaccins of antivirale middelen om het Oropouche-virus te voorkomen of te behandelen. Acetaminophen wordt aanbevolen om de symptomen te verlichten.

Net als bij het Zika-virus kan het Oropouche-virus bij zwangere vrouwen een miskraam of microcefalie bij de foetus veroorzaken. Gezien deze risico’s raadt de Canadese overheid reizigers aan voorzorgsmaatregelen te nemen om insectenbeten te vermijden. Zwangere vrouwen kunnen een reis naar het gebied waar nu uitbraken zijn, beter uitstellen.

Besmetting
Als mensen al besmet zijn met het virus en dan gebeten worden door een mug, kunnen ze het virus via hun bloed verspreiden naar de mug, die het vervolgens verder kan verspreiden. Het virus wordt niet van mens op mens overgedragen door hoesten, niezen of aanraken. Toch loopt het aantal besmettingen hard op. Alleen al in Brazilië waren er in de eerste twee maanden van dit jaar meer dan 5000 gevallen.

Sinds 1955
Het Oropouche-virus bestaat al heel lang. Het werd voor het eerst vastgesteld in 1955 in Trinidad en Tobago. In verschillende Zuid-Amerikaanse landen, waaronder Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans Guyana, Panama, Peru en Venezuela, zijn er al uitbraken geweest. De ziekte duikt het vaakst op in het Amazonebekken, waar de steekmug die de ziekte het meest verspreidt, veel voorkomt.

Het Oropouche-virus lijkt in zekere zin op dengue, Zika en chikungunya, omdat het ook een arbovirus is. Er is echter een belangrijk verschil: de meeste arbovirussen hebben slechts één chromosoom, Oropouche heeft er drie. Daardoor kan het virus zich makkelijker verspreiden. Als verschillende stammen van het Oropouche-virus namelijk dezelfde cel infecteren, wisselen ze genetisch materiaal uit. Daardoor ontstaan nieuwe varianten, die zich beter kunnen aanpassen.

Mutaties
Maar er zijn meer zorgen rond dit virus. Grootste probleem is dat het kan muteren tot een variant die is aangepast aan de muggen die ook dengue en het Zika-virus verspreiden. Die komen ook in Noord-Amerika en Europa voor, waardoor het virus zich veel sneller buiten Zuid-Amerika zou kunnen verspreiden.

Verder kan ook klimaatverandering de verspreiding versnellen, doordat de tropische muggen Europa plots ook warm genoeg vinden. Ondertussen zorgen ontbossing, mijnbouw en intensieve landbouw ervoor dat de diertjes makkelijker in contact komen met mensen.
Op dit moment is het Oropouche-virus nog lang niet zo’n groot probleem als bijvoorbeeld dengue, maar dat kan het wel worden. Duidelijk is al wel dat het virus zich blijft verspreiden en niet zomaar zal verdwijnen.

Bronmateriaal

"Oropouche virus" - CMAJ
Afbeelding bovenaan dit artikel: Jimmy Chan / Pexels

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd