Hoewel de oorsprong van het schrift redelijk goed te herleiden is, weten maar weinigen hoe het alfabet is ontstaan. Eén ding is zeker: op een gegeven moment werden mensen het gebruik van pictogrammen zat. Zij begonnen klanken aan letters te koppelen, waardoor zij niet langer honderden – of duizenden – pictogrammen hoefden te onthouden. De geboorte van het alfabet.
Het eerste alfabet werd zo rond het jaar 2.000 voor Christus opgesteld en was afgeleid van de Egyptische hiërogliefen. Het Proto-Sinaïtische schrift moet overigens nog volledig ontcijferd worden. De oudste voorbeelden werden gevonden in Sinai en zijn ongeveer 3.850 jaar oud. Het schrift maakt gebruik van symbolen om de letters weer te geven. Zo betekent een vis ‘digg’ in het Proto-Sinaïtisch, waardoor de letter ‘d’ geschreven wordt als een vis. Het Fenicisch alfabet, dat zich ongeveer 3.000 jaar geleden ontwikkelde, ontstond na het Proto-Sinaïtisch schrift. Hier is het Grieks van afgeleid, en ook het Latijnse alfabet, dat we vandaag de dag in Nederland gebruiken.
Wijze mannen?
De grote vraag is natuurlijk: wie kwam op het geniale idee om klanken om te zetten in letters? Wetenschappers hebben geen flauw idee. Het zou kunnen dat het eerste alfabet is opgesteld door een groep wijze mannen of handelaren, die op zoek gingen naar een beter alternatief voor het gebruik van pictogrammen. Het is ook aannemelijk dat het alfabet is uitgevonden door een kind. Kinderen hebben een uitstekend taalgevoel en zijn erg creatief. Misschien dat een zeer intelligent kind ooit een eigen alfabet begon te gebruiken, en dat de omgeving met hem of haar meeging.
Geleidelijk aan
Toch hoeft de omschakeling niet in één ogenblik te hebben plaatsgevonden. Het kan zijn dat pictogrammen in de loop van tientallen of honderden jaren transformeerden in een alfabet. Wanneer we kijken naar het alfabet van de Feniciërs, dan is een transformatie te zien van pictogrammen naar een heus alfabet. Zo betekent de eerste letter ‘aleph’ iets als rund. In het teken is een koe te herkennen. Wie de eerste letter ‘A’ een kwartslag draait, ziet er ook een koe in. Hetzelfde geldt voor andere namen en letters, zoals ‘beth’ (huis) = B, ‘yodh’ (palm) = K en ‘ayin’ (oog) = O.
Tekens
De evolutie van tekens is gemakkelijker te herleiden. De Feniciërs beitelden de tekens oorspronkelijk in steen, waardoor de meeste tekens hoekig en recht oogden. Een paar uitzonderingen daargelaten, maar de tekens voor klanken als ‘B’, ‘C’, ‘D’, ‘R’ en ‘S’ waren ooit minder sierlijk. De Grieken maakten de tekens iets vloeiender en pasten ze aan. Wellicht herkent u er meer in van het Latijnse schrift.
Grieks alfabet
Rond de achtste eeuw voor Christus leenden de Grieken het alfabet van de Feniciërs en maakten er hun eigen taal van. Zij voegden wel klinkers toe, waardoor het voor de Grieken makkelijker was om klanken op papier vast te leggen. De Feniciërs gebruikten namelijk geen klinkers.
De Grieken geloven dat het alfabet door Cadmus van Fenicië (zoon van Agenor) naar Griekenland is gebracht. De letters van het Griekse alfabet komen overeen met de tekens van het Fenicisch alfabet en hebben dezelfde volgorde. Toch speelden klinkers een grotere rol en gebruikten de Grieken sommige Fenicische klanken niet, waardoor het alfabet werd aangepast. Neem bijvoorbeeld de letter ‘E’. De Feniciërs gaven deze letter de klank ‘H’. Aangezien de Grieken de klank ‘H’ niet gebruikten, kreeg de letter de klank ‘E’. Een medeklinker transformeerde dus in een klinker. De Grieken hoefden hierdoor geen nieuw teken te verzinnen. Het Griekse alfabet met 24 letters was de bron van het ontstaan van moderne schriften in Europa. In het westen van Griekenland borrelden nieuwe dialecten op, die zorgden voor nieuwe schriften, zoals het Latijnse alfabet.
Latijns alfabet
De Latijnen, die later bekend werden als de Romeinen, leefden op het Italiaanse peninsula, net zoals de westelijke Grieken. De Latijnen adopteerden het alfabet in de vijfde eeuw voor Christus. Zij adopteerden veel letters van de Grieken, maar pasten er een aantal aan en verwijderden er ook een paar. De Latijnen gooiden een paar letters uit het West-Griekse alfabet. Daarnaast veranderden ze de letter ‘F’. Deze kreeg een F-klank, in plaats van een W-klank. De letter ‘S’ transformeerde van drie zigzag-lijnen naar een moderne slangachtige S. Moderne letteres als G, J, U, W, Y en Z waren in het begin nog niet aanwezig in het Latijnse alfabet.
In de loop der jaren voegden mensen steeds meer letters toe aan het Latijnse alfabet, waardoor de huidige stand van 26 letters werd bereikt. De ‘Y’ en ‘Z’ werden toegevoegd om Griekse woorden weer te geven. De ‘I’ en de ‘V’ hadden zowel vocalische als consonantische waarde. De ‘J’ en ‘U’ kwamen in de middeleeuwen erbij. Ook de ‘W’ kreeg een plekje in het Latijnse alfabet. Mensen schreven de ‘W’ ooit als een soort platte ‘P’, maar dat was te verwarrend. Daarom besloot men om een dubbele ‘V’ te gebruiken.
Het Latijnse alfabet wordt voor de Nederlandse spelling gebruikt, net als vrijwel alle andere westerse spellingen. Gaat er ooit nog wat veranderen aan het alfabet? Waarschijnlijk niet. Een alfabet is de beste en snelste manier om gedachten en woorden op papier te zetten en veel efficiënter dan bijvoorbeeld het Chinese schrift.