In 2015 spraken landen wereldwijd tijdens de toch wel historische klimaattop in Parijs af om er alles aan te doen om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad Celsius te beperken. Maar nieuw onderzoek suggereert nu dat dat klimaatdoel ons al door de vingers is geglipt; de aarde zou namelijk al 1,5 graad zijn opgewarmd.
Dat schrijven onderzoekers in het blad Nature Climate Change. Ze baseren zich op een analyse van zeesponzen, die honderden jaren oud kunnen worden. De onderzoekers verzamelden een aantal van deze nog levende sponzen voor de kust van Puerto Rico en bestudeerden vervolgens hun skelet. Daarbij werd specifiek gekeken naar de chemische samenstelling van dat skelet. Dat wordt namelijk gedicteerd door de watertemperatuur waarin de zeesponzen groeien. Het maakt de zeesponzen tot een soort ‘natuurlijk archief’ dat meerdere eeuwen teruggaat en gebruikt kan worden om een inschatting te maken van de temperatuur in allang vervlogen tijden.
De conclusies
En aan de hand van die zeesponzen hebben de onderzoekers nu de temperatuur in de afgelopen 300 jaar gereconstrueerd. Het leidt tot een aantal opmerkelijke conclusies. Zo wijst het onderzoek uit dat de door mensen veroorzaakte opwarming al rond 1865 aanving en zo rond 1875 echt duidelijk meetbaar werd. En in navolging van die ontdekking moeten de wetenschappers concluderen dat de aarde tevens al verder is opgewarmd dan werd aangenomen. Zo zou de temperatuur vandaag de dag al meer dan 1,5 graad Celsius hoger liggen dan in pre-industriële tijden (zie kader).
Als we het over de opwarming van de aarde hebben, hebben we het altijd over de mate waarin de aarde sinds pre-industriële tijden is opgewarmd. Daarbij wordt de ‘pre-industriële periode’ gedefinieerd als de tijd waarin het klimaat nog niet beïnvloed werd door de verbranding van fossiele brandstoffen. Aangezien de CO2-concentratie aan het begin van de negentiende eeuw door toedoen van menselijke activiteiten al begon toe te nemen, zou je verwachten dat de pre-industriële tijd ruim daarvoor – halverwege de achttiende eeuw of nog eerder – al eindigde. En dat we de huidige opwarming dus vaststellen door de temperaturen van nu te vergelijken met die tussen 1700 en 1750. Maar niets is minder waar, zo schrijven de onderzoekers in hun studie. Op dit moment wordt de gemiddelde temperatuur tussen 1850 en 1900 veelal – bijvoorbeeld ook door het gezaghebbende IPCC (het Intergovernmental Panel on Climate Change, onderdeel van de VN) – aangehouden als de pre-industriële temperatuur. En de mate van opwarming wordt vervolgens vastgesteld door de huidige temperatuur te vergelijken met de gemiddelde temperatuur tussen 1850 en 1900. Maar in feite was de opwarming van de aarde in die periode dus al begonnen en kun je dat strikt genomen niet als een pre-industriële periode bestempelen. Waarom doen onderzoekers dat dan toch? Dat is een beetje uit nood geboren; de oudste, betrouwbare en directe temperatuurmetingen stammen uit 1850.
Met behulp van de zeesponzen denken onderzoekers nu dus vrij betrouwbaar vast te kunnen stellen hoe hoog de temperaturen vanaf het jaar 1700, dus ruim vóór mensen de atmosfeer en daarmee het klimaat gingen beïnvloeden, waren. Ze geven ons daarmee een nieuwe basislijn: een pre-industriële temperatuur waarmee we de huidige temperatuur kunnen vergelijken. En dan blijkt dus dat de aarde al verder is opgewarmd dan bijvoorbeeld het IPCC vermoedt; het Intergovernmental Panel on Climate Change stelt dat de aarde inmiddels zo’n 1,25 graden Celsius warmer is. Maar in het nieuwe onderzoek schatten de wetenschappers dat de aarde al zo’n 1,7 graden Celsius is opgewarmd én dat we op koers liggen om tegen het eind van dit decennium al eens een gemiddelde wereldwijde temperatuur te moeten noteren die 2 graden Celsius hoger uitvalt dan in de (nieuw gedefinieerde) pre-industriële tijd.
Implicaties
Is dat verrassend? Nou, niet echt. Want als je weet dat we de opwarming nu vaststellen door de huidige temperaturen te vergelijken met een pre-industriële periode waarin de opwarming strikt genomen al bezig was, is het niet gek dat de mate van opwarming groter is als je de huidige temperaturen gaat vergelijken met de temperaturen in de tijd waarin de opwarming nog moest beginnen.
Zorgwekkend
Is het zorgwekkend dan? De opwarming van de aarde is sowieso zorgwekkend. Temeer omdat deze steeds sneller blijkt te gaan. Dat is overigens iets wat ook uit deze nieuwe studie blijkt. Dat de aarde reeds meer dan 1,5 graad is opgewarmd, klinkt misschien heel alarmerend. Maar nogmaals: het heeft alles te maken met die ‘nieuwe’ basislijn die de onderzoekers met behulp van de zeesponzen hanteren. En het verandert verder eigenlijk weinig aan de situatie waarin we zitten. De klimaatcrisis – die ook in toenemende mate tot uiting komt in de vorm van extreme temperaturen, overstromingen, natuurbranden, droogte, etc. – is nog net zo acuut en schreeuwt ook nog net zo hard om een oplossing, in de vorm van het terugdringen van onze uitstoot. Het verschuiven van de basislijn en de daarmee samenhangende verschuiving in de mate van opwarming ten opzichte van pre-industriële tijden doet daar niets aan af. We moeten nog steeds (dezelfde) actie ondernemen om ons klimaat en daarmee de aarde leefbaar te houden. En de eerder vastgestelde klimaatdoelen kunnen daar nog steeds richting aan geven, vindt professor Mark Howden, directeur van het Institute for Climate, Energy & Disaster Solutions, onderdeel van de Australian National University en niet betrokken bij het onderzoek. “Die vermoedelijk andere basislijn-temperatuur betekent niet dat we de klimaatdoelen van 1,5 of 2 graden moeten herzien. Maar het (onderzoek, red.) benadrukt wel de duur en omvang van de menselijke impact op wereldwijde systemen.”
Dat laatste maakt de bevindingen interessant. Maar meer onderzoek is hard nodig, zo benadrukt professor Malte Meinshausen, als klimaatwetenschapper verbonden aan de Universiteit van Melbourne en niet betrokken bij het onderzoek. “Zo op het eerste gezicht lijkt deze ene nieuwe studie te zeggen dat het IPCC de opwarming enorm onderschat heeft. Maar dit zijn nu exact de studies die juist de waarde laten zien van het IPCC, waar honderden wetenschappers duizenden wetenschappelijke studies doorspitten om tot robuuste resultaten te komen. Eén nieuwe temperatuurregistratie voor de kust van Puerto Rico is een waardevolle aanvulling op het enorme bewijs dat er voor de opwarming is. Maar dat is het ook: één studie onder honderden studies.” Meinshausen voelt er dan ook weinig voor om de schattingen van het IPCC gelijk overboord te gooien. “We zijn dicht bij de 1,5 graad opwarming en er is geen reden om onderweg naar nul uitstoot zelfvoldaan achterover te leunen.” Zeker niet nu de temperaturen de laatste decennia steeds harder stijgen. “De gemiddelde wereldwijde temperatuurregistraties kunnen we zien als een soort snelheidsmeter die ons vertelt dat we – als het om onze uitstoot gaat – nu echt op de rem moeten trappen.”