De afgelopen maanden was er elke keer nog een sprankje hoop. Maar ook dat is nu vervlogen: waarschijnlijk horen we nooit meer iets van Philae.
Tot die droevige conclusie komt projectmanager Stephan Ulamec, verbonden aan het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (DLR). De afgelopen maanden is herhaaldelijk geprobeerd om contact te leggen met Philae. Zonder resultaat. “Helaas is de kans dat Philae opnieuw contact weet te leggen met ons team in het Lander Controle Centrum is bijna nul,” vertelt Ulamec.
Geen commando’s meer
De laatste keer dat er contact was met Philae was in juli vorig jaar. Alle pogingen die in de maanden erna gedaan werden om in contact te komen, liepen op niets uit. En dus hebben wetenschappers de knoop nu doorgehakt. “We zullen niet langer commando’s (naar de komeetlander, red.) sturen,” vertelt Ulamec. “Het zou heel verrassend zijn als we nu nog een signaal ontvangen.”
Schaduw
Aangenomen wordt dat Philae zich nog altijd in de schaduw van een klif bevindt en bedekt is met een laag stof. Hierdoor zijn de zonnepanelen niet in staat om energie op te wekken. Bovendien is het inmiddels bijzonder koud op de komeet. “Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko is nu meer dan 350 miljoen kilometer van de zon verwijderd,” vertelt onderzoeker Ekkehard Kührt. “‘s Nachts kunnen de temperaturen op de komeet dalen naar -180 graden Celsius en zelfs gedurende de dag blijft de hele komeet bevroren.” Philae is ontworpen om met temperaturen tot -50 graden Celsius om te gaan. “Philae zal waarschijnlijk geen signalen meer af kunnen geven, omdat deze onvoldoende energie heeft en de elektronica in de lander te koud zijn,” stelt Ulamec.
Hoop
Is alle hoop dan vervlogen? In theorie niet. Ruimtesonde Rosetta cirkelt nog altijd rond de komeet en zal de komende maanden blijven luisteren of deze Philae ‘hoort’. Over enkele maanden zal echter ook Rosetta de moed laten zakken; de ruimtesonde heeft dan alle energie nodig om zelf een mooi einde aan haar missie te maken. ESA denkt momenteel na over hoe die missie precies ten einde moet komen. Mogelijk krijgt de ruimtesonde opdracht om op de komeet te landen. Het is niet ondenkbaar dat deze tijdens de afdaling Philae weet te spotten. “We hopen op hoge resolutie-beelden van de lander en Abydos (de landingsplek van Philae, red.).” liet Ulamec eerder aan Scientias.nl weten.
Terugblik
Komeetlander Philae landde in november 2014 op komeet 67P/C-G. Die landing verliep wat hobbelig. Philae wist zich op de geplande landingsplek niet aan de komeet vast te klemmen en stuiterde verder. Uiteindelijk landde deze op een vervelende plek: in de schaduw van een klif. De komeetlander – die draait op zonne-energie – kan daar niet voldoende energie opwekken en valt na enkele dagen onderzoek in slaap. In de zomer van 2015 wordt de lander nog enkele malen wakker en slaagt deze erin contact te leggen met de aarde. Maar sinds 9 juli is er niets meer van de lander vernomen.
Begin januari begon de tijd echt te dringen: komeet 67P/C-G haast zich van de zon vandaan en het werd dus steeds kouder op het oppervlak van de komeet. Het moment waarop de kou de lander te veel zou worden, naderde met rasse schreden. En dus besloten onderzoekers begin dit jaar nog één laatste poging te doen om met de lander in contact te komen. Ze gaven Philae opdracht zijn reactiewiel in te schakelen. Ze hoopten dat de lander zo van positie zou veranderen, het stof van zijn zonnepanelen zou schudden en weer voldoende zonne-energie op zou kunnen wekken om in ieder geval contact te leggen met de aarde. Maar het bleef dus stil.
Hoewel onderzoekers ongetwijfeld meer van Philae’s missie hadden verwacht, zijn ze allesbehalve teleurgesteld in de lander. “We hebben niet alle metingen kunnen uitvoeren, maar Philae was een succes,” vindt Kührt. “We kwamen terecht in een onbekend gebied en voor het eerst in de geschiedenis hebben we gegevens verzameld op het oppervlak van een komeet en deze konden we aanvullen met de metingen van de orbiter.” Al met al heeft de missie een schat aan informatie opgeleverd. “De analyse van de gegevens zal nog jaren in beslag nemen.”