Feministen komen op voor de rechten van de vrouw. Daarbij is er een stereotype beeld dat ze mannen zouden haten. Maar dat fabeltje is nu voor eens en altijd uit de wereld geholpen: er blijkt geen verschil in de houding jegens mannen tussen feministen en niet-feministen.
Een internationaal onderzoeksteam is bepaald niet over één nacht ijs gegaan om dat vast te stellen. Ze bestudeerden bijna 10.000 mensen om erachter te komen of het klopt dat feministen een negatief beeld hebben van mannen. “Decennialang wordt de vrouwenbeweging achtervolgd door het idee dat feministen ‘anti-man’ zijn en dat ze mannen haten. Deze mythe is vaak gebruikt om de beweging in diskrediet te brengen en heeft vrouwen ervan weerhouden om eraan deel te nemen. Ook mannen waren er om die reden vaak tegen, soms met geweld”, vertelt hoofdonderzoeker Aífe Hopkins-Doyle van de Britse University of Surrey.
Belangrijk voor publiek debat
En daarmee is de beweging vaak tekortgedaan, want het feminisme heeft ongelooflijk veel bereikt voor vrouwen en meisjes. “Dus achterhalen of er iets klopt van het anti-man-stereotype is belangrijk voor het publieke debat”, verklaart Hopkins-Doyle de aanleiding voor het onderzoek. “Mensen moeten hun mening baseren op accurate informatie en niet op mythes en opinies.”
Negen landen
Voor hun studie bekeken de onderzoekers een enorme berg data uit negen landen. Feminisme definieerden ze als de beweging die een einde wil maken aan seksisme, seksistische exploitatie en onderdrukking en die gendergelijkheid wil bereiken, zowel wettelijk als in de praktijk. “In verschillende groepen mensen, onderzoeksmethodes en nationale contexten en met behulp van een meta-analyse van al onze data vonden we heel erg weinig bewijs voor de mythe dat feministen een negatief beeld hebben van mannen”, aldus de onderzoeker.
Sterker nog, feministen in Italië, Polen, de VS en het Verenigd Koninkrijk hebben juist een hele positieve houding jegens mannen en daarbij verschillen ze niet van niet-feministische vrouwen. Ook verder onderzoek onder mannen en vrouwen in China, India, Japan, Zuid-Korea en Taiwan – toch hele andere culturen – kwam tot dezelfde conclusie: of je feminist bent of niet maakt niets uit voor je gevoelens over mannen.
Hardnekkig vooroordeel
Gek genoeg, is het een heel hardnekkig vooroordeel. Er wordt nog steeds gedacht dat feministen een heel negatief beeld hebben van mannen, niet alleen in het algemeen, maar ook vergeleken met non-feministen. Zelfs feministen zelf onderschatten hoe positief hun beweging is over mannen als hen wordt gevraagd in te schatten hoe feministen zich voelen over het mannelijk geslacht.
Nog interessanter wordt het als de onderzoekers verder gaan kijken naar de resultaten van de groep Britse volwassenen. Ze ontdekten dat feministen, vergeleken met niet-feministen, vonden dat mannen meer een bedreiging vormden voor de waardigheid en het welzijn van vrouwen. Daardoor stonden ze dus minder positief tegenover mannen. Maar daar tegenover staat dat de feministen ook mannen en vrouwen als meer gelijk zien, wat weer leidde tot een positievere houding richting mannen. De ondervraagden onderschatten ook de warmte die feministen voelden bij mannen, wat werd gelinkt aan een misvatting dat feministen mannen en vrouwen als ongelijk zien.
#MeToo
Tenslotte keken de onderzoekers ook nog naar de impact van feministische actievoering, zoals de deelname en steun aan de #MeToo-beweging. Het vermoeden was dat dit toch zeker negatieve gevoelens over mannen zou losmaken. Maar verrassend genoeg maakte deelname aan #MeToo de vrouwen wel kwaad over de slechte behandeling van vrouwen door mannen, maar waren ze prima in staat om die gevoelens los te zien van hun algemene beeld van mannen: dat bleef namelijk gewoon positief.
Feminisme heeft nu vaak een negatieve naam, maar wordt daarmee, zoals het onderzoek ook al aangaf, enorm tekortgedaan. Het was namelijk broodnodig dat er werd gestreden voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Zo was het tot in de jaren zestig nog normaal dat vrouwen automatisch ontslagen werden, zodra ze trouwden. Voor vrouwelijke ambtenaren stond dit zelfs in de wet. Getrouwde vrouwen waren in die tijd juridisch handelingsonbekwaam. Maar ook daarna was er van gelijke rechten nog lang geen sprake. Tot in de jaren tachtig hadden vrouwen overal in Europa bijvoorbeeld veel minder rechten als het gaat om sociale zekerheid. Ook hadden ze geen recht op een gelijk loon en was verkrachting niet strafbaar als de echtgenoot de verkrachter was.Eerste golf
Om een einde te maken aan die ongelijkheid, kwam het feminisme op. De eerste golf duurde van ongeveer 1850 tot 1940 en streed eerst voor het recht op scholing en arbeid en daarna vooral voor het vrouwenkiesrecht, dat in 1919 in Nederland werd ingevoerd.
Tweede golf
Tijdens de tweede feministische golf, die in de jaren zestig begon ging het vooral om seksuele en financiële vrijheid voor vrouwen. Er werd gestreden voor het recht op abortus en vrouwen wilden niet langer financieel afhankelijk zijn van de man.
Derde golf
De derde feministische golf begon in de jaren negentig en bestaat eigenlijk uit twee richtingen. Ten eerste is er de zogenoemde girl power, die vrouwen in hun kracht zet. En ten tweede is het feminisme gericht op gelijkwaardigheid voor vrouwen in culturen waar dat nog niet zo vanzelfsprekend is, zoals in het Caribisch gebied of in de moslimcultuur.