Het perfecte excuus voor het maken van een slechte grap is eindelijk gekomen: uit nieuw onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen een net iets ander gevoel voor humor hebben.
Voorheen werd vaak gekeken naar IQ als de grote reden waarom mensen onderling andere vormen van humor waarderen, maar daar komt nu dus een extra variabele bij: geslacht. Zo vinden mannen over het algemeen visuele grappen veel leuker, terwijl vrouwen juist de voorkeur geven aan grappen die over hechte relaties gaan. Wetenschapper Robin Dunbar heeft meegewerkt aan het onderzoek. “De grootste verrassing was nog wel dat er zulke verschillen zaten tussen mannen en vrouwen,” vertelt hij aan Scientias.nl. “Onze verwachting was dat er geen verschillen zouden zijn.” Het onderzoek is gepubliceerd in het blad HUMOR.
Tentoonstelling
Voor het onderzoek hebben de wetenschappers gebruik gemaakt van cartoons die tussen 1930 en 2010 zijn gemaakt. Deze cartoons zijn vervolgens in 18 verschillende paren aan elkaar gekoppeld, en zo geordend dat de grappen steeds complexer werden. Uiteindelijk is het geheel tentoongesteld in The Cartoon Museum in Londen, waar de wetenschappers vervolgens aan museumbezoekers vroegen welke cartoons ze het leukste vonden. “Zowel mannen als vrouwen vonden grappen over gezinsrelaties het grappigst,” vertelt Dunbar. En om ook de andere kant van het spectrum te belichten: zowel mannen als vrouwen waren niet erg enthousiast over politieke grappen.
Er zijn dus zeker overeenkomsten tussen wat mannen en vrouwen wel en niet grappig vinden. Maar wat het onderzoek dus – heel verrassend – aantoont, is dat er ook verschillen zijn waaruit blijkt dat zowel mannen als vrouwen een eigen voorkeur hebben. Zo vinden vrouwen politieke commentaren en grappen over huiselijke situaties het leukst, terwijl mannen vooral kunnen lachen om situationele slapstick en visuele grappen.
Sociale levensstijlen
Om dit verschil in humor te kunnen verklaren wijst het onderzoek vooral naar de verschillende sociale levensstijlen tussen mannen en vrouwen. Dunbar legt uit wat dit precies betekent: “Beknopt komt het erop neer dat mannen en vrouwen verschillende voortplantingsstrategieën hebben. Het doormaken van een zwangerschap en het opvoeden van kinderen is zwaar werk, en we zien dat mannen, ook in moderne samenlevingen, hier vaak niet bij helpen. Vrouwen die een kind baren in het bijzijn van andere vrouwen ervaren veel minder stress dan wanneer dat niet het geval is. Voor vrouwen zijn vrienden dan ook veel belangrijker, en zijn de relaties ook veel hechter. Zo hebben vrouwen vaak een ‘best friend forever’, terwijl dat voor mannen vaak niet het geval is. Mannen hebben veel meer een clubachtige sociale wereld die veel anoniemer en meer ontspannen is.”
Om het kort samen te vatten: vrouwen hebben vooral behoefte aan het onderhouden van hechte relaties, terwijl mannen vooral graag samen dingen willen doen. Hieruit blijkt volgens de wetenschapper dat mannen en vrouwen verschillende sociale behoeften hebben en beide een verschillende sociale rol in de samenleving bekleden, wat zich uiteindelijk in verschillende vormen van humor uit. Dus omdat vrouwen over het algemeen diepere relaties met elkaar hebben en veel meer waarde hechten aan vriendschappen, kunnen zij dan ook meer de grappen waarderen die hiermee te maken hebben. Voor mannen is het net zo; omdat zij over het algemeen praktischer zijn ingesteld en veel anoniemer door het leven gaan, vinden zij duidelijke, visuele humor dan ook leuker.
IQ
Het onderzoek is significant, omdat voorheen hoofdzakelijk naar IQ werd gewezen om het verschil in humor te kunnen verklaren. En alhoewel Dunbar het ermee eens is dat IQ zeker een groot verschil kan maken, wijst hij er ook op dat het één het ander niet uitsluit. “Het is inderdaad correct dat zeer intelligente mensen vaak woordgrappen veel leuker vinden,” licht hij toe. “Toch zien we ook dat, vooral in de biologie, de meeste fenomenen vaak meerdere oorzaken hebben. Zowel je geslacht als het hebben van een hoog IQ kan dus van invloed zijn.” Als je in het vervolg een grap maakt en niemand lacht, weet dan dat het zomaar zou kunnen zijn dat de oorzaak in de genen ligt.