We mogen dan misschien te weinig doen tegen de opwarming van de Aarde, maar er was altijd nog het succesverhaal van de ozonlaag als teken dat we tot veel in staat zijn. Maar dat lijkt nu ook tegen te vallen. Volgens een nieuwe studie herstelt de ozonlaag zich helemaal niet zo hard.
Normaal gesproken ontstaat het gat in de ozonlaag boven Antarctica rond augustus en blijft het open tot eind november. Het gat wordt echter langzaam kleiner sinds CFK’s (chloorfluorkoolwaterstoffen) in 1987 zijn verboden. Maar Nieuw-Zeelandse onderzoekers komen nu tot een minder rooskleurige conclusie: in de afgelopen twintig jaar was er rond oktober een afname van de hoeveelheid ozon van 26 procent in de kern van de Antarctische ozonlaag, dus het middelste gedeelte. De meest recente satellietdata lijken zelfs te suggereren dat we mogelijk helemaal niet meer op weg zijn naar volledig herstel van het middelste deel van de ozonlaag in oktober. Dat zou komen door veranderingen in de atmosfeer boven de laag met ozon, denken de onderzoekers.
Geen paniek
Er is niet meteen reden voor paniek: de trend richting herstel is er nog wel in het begin van de lente, rond september. De bevindingen benadrukken vooral het belang van continue monitoring van de staat van de ozonlaag, omdat Antarctische ozon zo veel impact heeft op het klimaat op het zuidelijk halfrond. Vooral in de afgelopen drie jaar waren er in het midden van de lente weer grotere en langdurige gaten in de ozonlaag boven Antarctica.
Nauwelijks herstel
De Nieuw-Zeelanders kwamen achter de veranderingen bij hen om de hoek door maandelijkse en dagelijkse wijzigingen van de ozonlaag te bestuderen tussen 2001 en 2022. De jaren 2002 en 2019 zijn niet meegerekend, omdat er toen op grote hoogte in de stratosfeer een plotse opwarming plaatsvond die invloed had op de ozonlaag.
Ze keken naar verschillende gedeelten van de ozonlaag tijdens de lente op het zuidelijk halfrond, van september tot en met november dus. Daaruit blijkt dat de hersteltrend van de totale hoeveelheid ozon in 2022 is verdwenen. En nog erger: het middelste gedeelte van de ozonlaag is zelfs met 26 procent afgenomen sinds 2004. De onderzoekers denken dat deze afname komt door veranderingen op het zuidelijk halfrond in de zogenoemde mesosfeer, de atmosferische laag tussen de thermosfeer en de stratosfeer.
Atmosferische veranderingen
Hoe kan het dat we daar niet eerder van wisten? “De ozonlaag wordt eigenlijk heel goed gemonitord en wetenschappers zijn zich er wel bewust van. Helaas weten we dat het grote publiek de indruk heeft dat sinds CFK’s verboden zijn het gat in de ozonlaag is verdwenen. In werkelijkheid duurt het tientallen jaren en zal het gat niet hersteld zijn voor het jaar 2060 of 2070”, legt onderzoeker Annika Seppälä van de University of Otago uit aan Scientias.nl.
De buitenste lagen van de ozonlaag laten dat herstel nu al zien, maar in het middelste gedeelte groeit het gat dus nog steeds. “We hebben ontdekt dat er consistente veranderingen zijn in de verticale luchtbeweging in de atmosfeer, die gelinkt zijn aan de hoeveelheid ozon diep in het poolgebied. Dit zijn de eerste resultaten en we moeten de verdere details nog leren begrijpen”, aldus de onderzoeker.
Meer dan CFK’s
CFK’s zijn de belangrijkste oorzaak van het gat in de ozonlaag. “Maar dit verlies aan ozon door CFK’s kan worden versterkt door bepaalde omstandigheden, zoals lagere temperaturen in de stratosfeer boven de pool of vulkaanuitbarstingen. Ook de recente bosbranden hebben geleid tot een verlies aan ozon aan de randen van de ozonlaag”, vertelt Seppälä.
Kritiek
De studie van de Nieuw-Zeelandse onderzoekers veroorzaakte veel opschudding, maar er klinkt ook kritiek. Zo schreef de Australische klimaatonderzoeker Martin Jucker van de University of New South Wales dat de resultaten in grote mate gebaseerd zijn op de jaren 2020 tot en met 2022. “En daar heeft bestaande literatuur al verklaringen voor gevonden: rook van de bosbranden uit 2019 en een vulkaanuitbarsting.” Ook speelt weerfenomeen La Niña een rol. Jucker legt uit: “We weten dat tijdens La Niña de polaire vortex in de stratosfeer sterker en kouder is dan normaal, wat betekent dat de ozonconcentraties lager zijn in die jaren. De jaren 2020-2022 kenden een zeldzame driedubbele La Niña, maar deze relatie is nooit genoemd in de studie.” Jucker stelt het vreemd te vinden dat 2002 en 2019 wel zijn uitgesloten van de studie en de andere outliers 2020-2022 niet.
Misverstand
Volgens onderzoeker Annika Seppälä berust het commentaar van Jucker op een misverstand. “Hij lijkt te suggereren dat wij de omvang van het gat in de ozonlaag bestuderen. Dat doen we niet. We twijfelen ook niet aan het herstel van het gat in de ozonlaag. Het is algemeen bekend dat dit heel lang duurt, maar dat betekent niet dat we niet moeten onderzoeken wat er ondertussen gebeurt. Wij kijken simpelweg naar de oorzaken die mogelijk bijdragen aan de hoeveelheid ozon in de kern van het ozongat.”
Ook is het niet gek dat ze twee jaar hebben uitgesloten van de studie. “Dat is consistent met eerder onderzoek dat in 2021 in Nature verscheen, omdat wetenschappers graag nieuwe resultaten willen kunnen vergelijken met wat er eerder is gerapporteerd. Maar we hebben de resultaten ook berekend inclusief die twee jaar en dat zou niets veranderen aan de algehele conclusies van onze studie.”