Waar de één met een vingerknip onder hypnose is, lijkt de ander er wel immuun voor. Tot nu: onderzoekers van de Stanford University hebben ontdekt hoe ze patiënten vatbaarder kunnen maken voor de techniek.
Mensen die onder hypnose zijn, bevinden zich in een soort trance. Ze zijn dan extra geconcentreerd en gefocust, waardoor de techniek regelmatig wordt gebruikt in medische kringen. Om mensen te helpen om bijvoorbeeld met hun pijn of met stress of angsten om te gaan. Maar lang niet iedereen is even gemakkelijk te hypnotiseren, zo weet ook onderzoeker David Spiegel uit ervaring. Bij ongeveer een kwart van de patiënten die bij hem aanklopt, lukt het niet. Een verband tussen ‘hypnotiseerbaarheid’ en persoonlijkheid was echter niet te vinden, en dus trok hij twaalf jaar geleden al de volgende conclusie: “Er moet iets in het brein aan de hand zijn. Maar wat?”
Destijds besloot hij om hersenen te vergelijken van mensen die gemakkelijk en die moeilijk te hypnotiseren zijn. Daaruit bleek dat bij mensen die gemakkelijk te hypnotiseren zijn twee belangrijke hersengebieden tegelijkertijd actief zijn: het deel van de hersenen dat ons helpt om beslissingen te nemen en het deel van de hersenen dat ons helpt om onze aandacht te focussen. De verbinding zorgt ervoor dat deze mensen zich beter kunnen concentreren en dus ook makkelijker op kunnen gaan in de hypnose. Twaalf jaar later is het Spiegel en collega’s gelukt om niet alleen de hypnotiseerbaarheid van mensen waar te nemen, maar ook te verhogen.
Chronische pijn
De onderzoekers rekruteerden hiervoor tachtig deelnemers waarvan ze wisten dat deze ongevoelig waren voor hypnose en daarnaast leden aan fibromyalgie, een chronische pijnstoornis die kan worden behandeld met hypnotherapie. De helft van de deelnemers kreeg een korte elektrische stimulatie middels ’transcraniële magnetische stimulatie’, een niet-invasieve vorm van hersenstimulatie waarbij door een veranderend magnetisch veld een elektrische stroom ontstaat in een specifiek gebied van de hersenen. Die stimulatie duurde zo’n 92 seconden en was gericht op de linker dorsolaterale prefrontale cortex, een gebied betrokken bij informatieverwerking en besluitvorming. De andere helft kreeg een nepbehandeling. Vervolgens keken de onderzoekers opnieuw hoe goed diegene te hypnotiseren was, op basis van tien punten.
Stabiele herseneigenschap
Wat bleek? De deelnemers die de echte stimulatie kregen, scoorden gemiddeld één punt hoger op de schaal dan voor de behandeling. Dat terwijl de deelnemers die de nepbehandeling kregen geen verandering lieten zien. Dat is opmerkelijk, vertelt Spiegel. In de jaren vijftig startte een onderzoek onder studenten van Stanford University, die 25 jaar later opnieuw werden getest. Daaruit bleek dat iemand zijn hypnosegevoeligheid relatief consistent bleef over die gehele periode. Net zo consistent als het IQ in die periode. “Dit is de eerste keer dat we laten zien dat we deze stabiele herseneigenschap kunnen veranderen met een eenvoudige interventie”, aldus Nolan William, een van de auteurs.
Hypnotherapie
Lang duurde het effect echter niet. Na ongeveer een uur waren de scores weer gelijk. Toch is het hoopvol nieuws, menen de onderzoekers. Deze methode zou volgens hen ervoor kunnen zorgen dat meer mensen baat hebben bij hypnotherapie, vooral degenen die lijden aan chronische pijn. “We weten dat hypnose een effectieve behandeling is voor veel verschillende symptomen en stoornissen, met name pijn”, aldus Afik Faerman, een van de auteurs. “Maar we weten ook dat niet iedereen evenveel baat heeft bij hypnose.” Door de hypnotiseerbaarheid te verhogen, kunnen op den duur mogelijk meer mensen hypnose kiezen als een alternatief voor andere therapieën. Zoals langdurig gebruik van opiaten, die als bijwerking verslavend en schadelijk kunnen zijn.
Voor het zover is, gaan de onderzoekers eerst testen doen met verschillende doseringen van neurostimulatie, om zo te onderzoeken of ze de hypnotiseerbaarheid nog meer kunnen verhogen. Ze willen daarnaast weten of de methode er ook voor kan zorgen dat patiënten gevoeliger zijn voor andere vormen van psychotherapie. Faerman hoopt van wel: “Als klinisch psycholoog is het mijn persoonlijke droom dat patiënten in de toekomst binnenkomen, een snelle, niet-invasieve hersenstimulatiesessie ondergaan, en dan doorgaan naar hun psycholoog. Op die manier zouden patiënten veel meer profijt kunnen hebben bij hun behandeling.”