Een nieuwe behandelmethode biedt hoop voor mensen met de ziekte van Parkinson. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een ‘hersenpacemaker’, een hersenimplantaat dat zich gedurende de dag automatisch aanpast aan de behoeften van de patiënt. De eerste resultaten zijn veelbelovend: patiënten ervaren tot 50 procent minder klachten vergeleken met conventionele behandelmethoden.
Momenteel worden sommige parkinsonpatiënten behandeld met diepe hersenstimulatie (DBS), een therapie waarbij elektrische impulsen worden afgegeven aan specifieke delen van de hersenen om de symptomen van de ziekte te verlichten. Deze techniek heeft echter zijn beperkingen. In een studie, gepubliceerd in vakblad Nature Medicine, beschrijven wetenschappers een nieuwe techniek die deze beperkingen moet overwinnen.
“Conventionele DBS is een zeer effectieve behandeling voor de ziekte van Parkinson, maar niet bij alle patiënten worden de symptomen optimaal bestreden. Bij conventionele DBS blijft de stimulatie-intensiteit de hele dag constant, terwijl de symptomen van Parkinson fluctueren, vooral als reactie op medicatie. Dit betekent dat de hersenen niet altijd hetzelfde stimulatieniveau nodig hebben. Hierdoor kan traditionele DBS leiden tot perioden van onvoldoende stimulatie, bijvoorbeeld wanneer de medicatie is uitgewerkt, of juist overstimulatie, waarbij een lagere intensiteit gunstig zou zijn”, legt Carina R. Oehrn, een van de auteurs van de studie, uit aan Scientias.nl.
Nieuwe techniek past stimulatie in real-time aan
De nieuwe techniek, ontwikkeld door de onderzoekers, heet adaptieve diepe hersenstimulatie (aDBS). Deze methode is een verfijning van de bestaande DBS-technologie. “Adaptieve DBS monitort voortdurend de hersenactiviteit van de patiënt in relatie tot veranderingen in de symptomen en past de stimulatie in real-time aan, waarbij van minuut tot minuut wordt ingespeeld op de behoeften van de patiënt. Deze dynamische benadering zorgt voor stabielere symptoomcontrole gedurende de dag”, aldus Stephanie Cernera, co-auteur van de studie.
50 procent minder klachten
De onderzoekers rustten vier parkinsonpatiënten, die al conventionele DBS ontvingen, uit met het aDBS-systeem. Na een trainingsperiode van enkele maanden mochten de deelnemers naar huis, waar ze afwisselend conventionele en adaptieve DBS ontvingen. De resultaten waren opvallend: aDBS verminderde de meest hinderlijke symptomen met ongeveer 50 procent in vergelijking met de conventionele behandeling. “We hebben deze algoritmen getest tijdens dagelijkse activiteiten, zoals werken, tijd doorbrengen met familie of reizen. Adaptieve DBS halveerde de tijd dat patiënten last hadden van bewegingsproblemen, waardoor ze hun dagelijkse routines veel gemakkelijker konden uitvoeren. Deze vermindering van symptomen leidde tot een aanzienlijke verbetering van hun levenskwaliteit, wat de belangrijkste maatstaf is voor een behandeling”, vertelt mede-auteur Lauren Hammer.
Nog werk nodig
Toch zijn er nog uitdagingen te overwinnen voordat deze therapie breed beschikbaar komt. “We moeten meer klinische onderzoeken uitvoeren om te bevestigen dat onze aanpak werkt bij een grotere groep patiënten. Het algoritme, dat in dit onderzoek is ontwikkeld door een zeer gespecialiseerd interdisciplinair team, moet ook worden geautomatiseerd om het praktisch toepasbaar te maken voor dagelijks gebruik in klinieken. Ons laboratorium werkt momenteel aan de automatisering van het algoritme. Daarnaast is het essentieel om clinici op te leiden, aangezien er nog steeds complexe beslissingen nodig zijn, zelfs met geautomatiseerde adaptieve DBS”, verduidelijken de onderzoekers.
Hoewel het waarschijnlijk nog enkele jaren zal duren voordat deze benadering op grotere schaal beschikbaar is, zijn de onderzoekers optimistisch. “Zodra we onze bevindingen hebben gerepliceerd in een grotere groep en het algoritmeontwerp hebben vereenvoudigd om het toegankelijker te maken voor clinici, zijn we ervan overtuigd dat adaptieve DBS een zeer effectief alternatief zal worden voor standaard DBS bij de ziekte van Parkinson, en mogelijk ook bij andere neurologische en psychiatrische aandoeningen. We zijn erg enthousiast over dit onderzoek, omdat het deze behandeling uit het laboratorium naar de echte wereld brengt, waar het een echt verschil kan maken in het dagelijks leven van patiënten.”