Vol enthousiasme stoven wetenschappers de afgelopen eeuw piramides en andere graftombes binnen om eventuele lichamen er vervolgens zo spoedig mogelijk uit te dragen. De aanname dat we overleden mensen zomaar voor wetenschappelijke doeleinden mogen gebruiken, wordt anno 2010 echter voor het eerst echt betwist.
Anatoom Frank Rühli en ethicus Ina Kaufmann stellen in een artikel in het blad Journal of Medical Ethics dat we de doden tot op zekere hoogte met rust moeten laten. Het onderzoek naar mummies verstoort hun rust en brengt intieme details voort die zomaar wereldwijd verspreid worden. En dat terwijl het onderwerp ervan – de dode zelf – daar geen toestemming voor heeft gegeven.
Grenzen
“Het menselijk lichaam – levend of dood – heeft een morele waarde,” meent Rühli. Hij is zelf nauw betrokken bij onderzoek naar mummies, maar stelt daarbij grenzen. Hij meent dat wetenschappers de belangen van hun onderzoek en de rechten van de overledene tegen elkaar moeten afwegen.
Toetanchamon
De laatste jaren is er bijvoorbeeld veel medische informatie vrijgegeven over de Egyptische farao Toetanchamon. Dat kan in strijd zijn met diens wens om herinnerd te worden als een sterk en gezond persoon. Aan de andere kant kan het zijn wens om in de herinnering te blijven, vervullen. Het is een lastige kwestie.
Ötzi
Franco Rollo denkt er bijvoorbeeld heel anders over. Hij werkte aan Ötzi de ijsman die omstreeks 3300 voor Christus stierf. Volgens Rollo zijn de overblijfselen een onderdeel van een historische en sociale epoch die ver van onze tijd en de moderne mens staat. En dan mag het wel, vindt hij.
Geïdentificeerd
Anderen menen dat overblijfselen van mensen die geïdentificeerd zijn toch nog anders behandeld moeten worden. In zekere zin leven deze mensen en hun naam nog voort en dus moeten we hun wensen respecteren. Maar ook als we de naam van mensen niet kennen, is respect op zijn plaats. Rühli onderschrijft dat. “Ik probeer mummies te behandelen als patiënten. Ik vind het niet goed als wetenschappers grappen over hen maken of ze enkel vertonen vanwege het gruwelijke effect ervan.”
De grote vraag is: moeten er dan regels komen voor wetenschappers die met doden werken? Rühli denkt van niet. “Als een onderzoeker aan een mummie gaat werken dan hoop ik dat hij daar zelf over na denkt.”