Wanneer oude vissen in de netten belanden, gaat er met hen ook een hoop kennis en ervaring verloren. En dat lijken haringen voor de kust van Noorwegen de afgelopen jaren aan den lijve te hebben ondervonden.
Je hebt ze vast weleens gezien in een natuurdocumentaire: grote scholen vissen die van het ene gebied naar het andere migreren. Maar heb je je ook al weleens afgevraagd hoe de vissen die deze lange reis voor het eerst maken, weten waar ze heen moeten? Wetenschappers wel. En de leidende hypothese is dat deze jonge vissen zich laten leiden door oudere, meer ervaren vissen die de reis al vaker hebben afgelegd. De meest geschikte migratieroute wordt zo van generatie op generatie overgeleverd en blijft zo onderdeel van het collectief geheugen van de populatie.
De weg kwijt
Het klinkt alsof de vissen altijd de weg zullen weten. Maar onderzoekers maakten zich daar jaren geleden al enigszins zorgen over. Want, zo redeneerden ze, als heel veel oude vissen plots uit de populatie verdwijnen, valt ook dat collectieve geheugen weg. En computermodellen suggereerden inderdaad dat het wegvallen van oudere individuen – bijvoorbeeld doordat er selectief op grotere en dus oudere vissen wordt gevist – tot collectief geheugenverlies en abrupte veranderingen in de migratieroutes kan leiden. Of dat ook de praktijk zo uit kon pakken, bleef onduidelijk. Tot nu. Want in het blad Nature beschrijven onderzoekers hoe een grote populatie haringen onlangs de zwemroute omgooide, waarschijnlijk als gevolg van collectief geheugenverlies.
Migreren
Het onderzoek richt zich op ’s werelds grootste haringpopulatie die traditioneel overwintert in het hoge noorden, maar na de winter zo’n 1300 kilometer naar het zuiden zwemt om zich vervolgens voor de westkust van Noorwegen voort te planten. De haringen doen dat al decennia, zo schrijven de onderzoekers. Maar tussen 2021 en 2024 verandert de migratieroute vrij abrupt. In plaats van 1300 kilometer naar het zuiden te zwemmen, blijven de meeste haringen opeens 800 kilometer noordelijker hangen.
Afname
Het is volgens de onderzoekers te verklaren door een sterke afname van het aantal oudere vissen. Waar de populatie in 2019 nog zo’n 4 miljoen ton aan oudere haring herbergde, was dat in 2023 nog maar 1,3 miljoen ton. Een afname van 68 procent. De visserij lijkt de drijvende kracht achter die afname te zijn. Vissers vingen tussen 2017 en 2022 – doordat landen het maar niet eens konden worden over nieuwe visquota – tot wel 40 procent meer haring dan onderzoekers wenselijk achtten. En het leeuwendeel van de gevangen haring was al wat ouder. Dat is overigens geen toeval; het lijkt erop dat er selectief op oudere vissen is gevist, omdat deze wat groter zijn en daarmee ook meer opleveren.
Veranderde populatie
Doordat zoveel oudere haringen in de visnetten eindigden, veranderde de haringpopulatie sterk. Jonge haringen raakten in de meerderheid. En de resterende oudere haringen waren volgens de onderzoekers met te weinig om de jonkies tijdens de gezamenlijke migratie nog effectief te kunnen leiden. Het resulteert in een afwijkende migratieroute, die de haringen nu dus alweer een aantal jaren volgen.
Oudjes volgen de jonkies
Binnen de populatie die nu een afwijkende migratieroute volgt, zijn natuurlijk ook nog wel wat oudere vissen te vinden, die de traditionele migratieroute ooit meermaals aflegden. Maar opvallend genoeg lijken zij nu de ‘jonkies’ te volgen en stoppen ze ook veel noordelijker dan voorheen.
De onderzoekers sluiten niet uit dat de veranderde migratieroute op termijn negatieve gevolgen heeft voor andere soorten. Bijvoorbeeld voor vogels die zich traditioneel 800 kilometer zuidelijker tegoed doen aan haringlarven, maar nu – doordat de haringen zich veel noordelijker voortplanten – achter het net vissen.