Haaien laten zich maar zo af en toe zien; waar hangen ze de rest van de tijd rond? Wetenschappers hebben het uitgezocht en dat leidt tot een verrassende conclusie

Recent onderzoek laat zien dat grote zeeroofdieren, zoals haaien en zwaardvissen, regelmatig een tripje maken naar de diepte van de oceaan. Sommige soorten doen dit om op zoek te gaan naar voedsel – maar sommige soorten ook niet.

Volgens het onderzoek, dat is gepubliceerd in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences, bezoeken grote zeeroofdieren opvallend vaak de diepere lagen van de zee. Camrin Braun is één van de wetenschappers die heeft meegewerkt aan het onderzoek. Hij laat weten: “Al die jachtdieren waarvan we voorheen dachten dat ze zich vooral dicht bij de oppervlakte wilden begeven, spenderen in werkelijkheid veel meer tijd in de diepere lagen van de oceaan dan we eerder hadden voorspeld. Het maakt niet uit naar welk groot zeeroofdier je kijkt, allemaal spenderen ze wel tijd in de schemerzone.” Het onderzoek wijst er dan ook vooral op dat de schemerzone een stuk belangrijker is voor grote zeeroofdieren dan eerder werd gedacht.

Twilight Zone

Officieel wordt de schemerzone ook wel de mesopelagische zone genoemd. Deze laag begint 200 meter onder water tot een diepte van 1000 meter. Het is in deze zone waar de deep scattering layer (DSL) zich bevindt; een dichtgepakte laag van gigantisch veel vissen en andere maritieme beestjes. Voorheen vonden wetenschappers het lastig om de link te leggen tussen grote zeeroofdieren en de DSL. Uit dit onderzoek blijkt echter dat veel grote zeeroofdieren vooral op zoek zijn naar het voedsel dat zich in deze laag bevindt. Vissenecoloog Simon Thorrold heeft meegeholpen met het onderzoek. Hij laat weten: ”Een haai en een tonijn zijn op evolutionair gebied ver van elkaar verwijderd en ze hebben dan ook andere zintuiglijke systemen. Toch vinden beide soorten het de moeite waard om af te dalen naar zo’n koude laag, waar de druk bovendien hoog is en er bijna geen licht aanwezig is.”

Als het eenmaal nacht wordt, gaan veel van de dieren in de DSL naar de oppervlakte om te voeden, om vervolgens weer diep de zee in te duiken op het moment dat het eerste morgenlicht zich weer aandient. Dit dagelijkse ritme wordt ook wel Diel Vertical Migration genoemd. Het onderzoek laat zien dat veel grote zeeroofdieren dit patroon van verticale migratie volgen. “Het zou zomaar kunnen zijn dat dit patroon van verticale migratie tegelijkertijd verantwoordelijk is voor het verschepen van grote hoeveelheden CO2 naar de diepere lagen van de zee”, laat Thorrold weten.

Voorbij de schemerzone

Echter is er ook sprake van een groot raadsel: soms duiken zeeroofdieren vér voorbij de DSL. “Er zijn meerdere soorten die perfect overeenkomen met de verwachting dat ze duiken voor voedsel. We hebben echter ook gedrag waargenomen dat niet te maken heeft met het zoeken naar eten”, laat Braun weten. “Kijk bijvoorbeeld naar zwaardvissen. Deze vissen volgen het patroon van verticale migratie perfect. Echter zien we tegelijkertijd dat zwaardvissen soms ook véél dieper duiken. Dan duiken ze in plaats van 450 meter wel 900 of 1800 meter diep. Dit is veel dieper dan we zouden verwachten.” Het onderzoek suggereert dat het wellicht te maken zou kunnen hebben met het ontwijken van (andere) zeeroofdieren, of dat het wellicht helpt met het navigeren. Vooralsnog tasten ook de onderzoekers nog in het donker, net zoals de vissen.

Bronmateriaal

"New study sheds light on why some animals dive to the dark, deep sea" - Woods Hole Oceanographic Institution
Afbeelding bovenaan dit artikel: lindsay_imagery van Getty Images Signature (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd