Uit onderzoek blijkt dat sauropoda – één van de grotere dinosaurussoorten – ongeveer net zo’n lichaamstemperatuur hadden als wij mensen.
Over het algemeen geldt: hoe groter het dier, hoe hoger de lichaamstemperatuur. Maar dat geldt niet voor de enorme dinosaurussen, zo blijkt. Het is dan ook aannemelijk dat deze dieren een soort mechanisme hadden waarmee ze zichzelf konden koelen.
Tanden
De onderzoekers trekken die conclusie na het bestuderen van tanden van dinosaurussen zoals de Brachiosaurus brancai en Camarasaurus. Ze letten daarbij op concentraties van isotopen: koolstof-13 en zuurstof-18. Deze isotopen kunnen zich aan elkaar binden. Hoe vaak ze dat doen, is afhankelijk van de temperatuur. En dus kan op basis van deze isotopen iets gezegd worden over de lichaamstemperatuur van de dieren.
WIST U DAT…
Koelbloedig
Uit dit onderzoek bleek dat de dinosaurussen ongeveer dezelfde lichaamstemperatuur als wij mensen hadden. De sauropoda gaan overigens de boeken in als koelbloedig: ze vertrouwden voor warmte op hun omgeving en regelden de lichaamstemperatuur niet intern. De onderzoekers wijzen erop dat de temperaturen in de tijd van de dinosaurussen waarschijnlijk hoger waren dan nu het geval is en dat de dieren zichzelf koelden, om te voorkomen dat ze te warm zouden worden.
Schaduw
De dinosaurussen zouden vooral veel warmte hebben verloren via hun lange nekken en staarten. “Sauropoda hadden waarschijnlijk nog wel andere mogelijkheden om zich af te koelen,” stelt onderzoeker Robert Eagle. Zo zouden ze bijvoorbeeld ook de schaduw op hebben gezocht als het te warm werd.
De onderzoekers hopen in een later stadium ook de lichaamstemperatuur van jonge en kleinere sauropoda te kunnen bestuderen. Ze willen zo achterhalen of de grootte en leeftijd van de dieren nog invloed had op hun temperatuur. Uiteindelijk willen ze vaststellen wanneer vogels – afstammelingen van de dinosaurussen – de overstap maakten van koelbloedig naar warmbloedig.
Bovenstaande afbeelding is gemaakt door Steveoc 86 (via Wikimedia Commons).