Groot mysterie in de biologie opgelost: hebben grotere dieren wel of niet meer kans op kanker?

Nieuwe studie toont aan dat grote dieren meer kans hebben op kanker. Dit werd al decennialang vermoed, maar nu is er ook bewijs.

Wetenschappers konden niet aantonen dat kanker meer voorkomt bij grotere dieren, zoals de giraffe, de nijlpaard of de python, terwijl ze dit wel verwachtten. Een nieuwe studie brengt nu eindelijk de feiten aan het licht: grote dieren hebben inderdaad meer kans op kanker.

Peto’s paradox
De beroemde kankeronderzoeker Richard Peto stelde dat de kans op het ontstaan van kanker niet samenhangt met het aantal lichaamscellen van een organisme. Dit werd altijd Peto’s paradox genoemd, en het staat bekend als één van de grootste mysteries in de biologie. Het is namelijk logisch als het wel in verband zou staan met elkaar. Dieren met meer cellen zouden een grotere kans op kanker moeten hebben, omdat kanker wordt veroorzaakt door mutaties in de genen van cellen, waardoor deze snel en ongecontroleerd delen. Hoe meer cellen er zijn, hoe groter deze kans. Bovendien hebben grotere dieren vaak een langere levensduur, wat het risico op kanker evenmin vergroot omdat er meer cellen kunnen delen tijdens een lang leven. Wetenschappers hebben dit daarentegen nooit aan kunnen tonen, tot nu dus. Het nieuwe onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS toont aan dat kanker wel meer voorkomt bij dieren zoals pythons en giraffes, dan bij kleine dieren zoals vleermuizen of kikkers.

Waarom nu pas ontdekt?
Volgens bioloog George Butler en collega’s van University College London werd deze trend waarschijnlijk over het hoofd gezien omdat er in studies te weinig steekproeven per soort werden genomen en er methoden werden gebruikt die de resultaten vertekenden.

Om dit te vermijden gebruikten Butler en zijn collega’s een andere methode. Ze onderzochten 263 soorten amfibieën, vogels, zoogdieren en reptielen en hebben kankerstatistieken van de soorten verzameld en samengevoegd voordat ze hun analyse uitvoerden.

Bijzonderheden
Er zijn ook een aantal bijzonderheden bij bepaalde dieren, zoals bij de grasparkiet. Deze vogel heeft maar liefst 40 keer zoveel kanker als verwacht zou worden van een dier dat minder dan 30 gram weegt. Andere grote dieren, zoals de olifant, hebben een veel lager kankerpercentage dan je zou verwachten. De kans op een kwaadaardige tumor is bij olifanten ongeveer net zo groot als bij dieren die tien keer kleiner zijn, zoals een tijger. “Toen soorten groter moesten worden, ontwikkelden ze ook opmerkelijke verdedigingsmechanismen tegen kanker”, legt evolutiebioloog Joanna Baker van de Universiteit van Reading uit. Zo blijkt dat de naakte molrat vanwege zijn ‘superieure afweermechanismen tegen kanker’ de minste kans heeft op een kwaadaardige tumor.

Hoewel sommige grote dieren afweermechanismen tegen kanker hebben ontwikkeld, blijft de kans op kanker gemiddeld genomen groter bij dieren zoals de nijlpaard, olifant of de python, dan bij een kikker.

Toekomst
De manier waarop olifanten en andere dieren de kans op kanker verminderen, moet bestudeerd worden vinden de onderzoekers. Dit kan ons in de toekomst mogelijk helpen om kankerpatiënten te behandelen. “Door deze succesvolle soorten te bestuderen, kunnen we beter begrijpen hoe kankers zich ontwikkelen en mogelijk nieuwe manieren ontdekken om de ziekte te bestrijden. Dit zou in de toekomst tot baanbrekende behandelingen kunnen leiden.”

 

Bronmateriaal

"No evidence for Peto’s paradox in terrestrial vertebrates" - PNAS
Afbeelding bovenaan dit artikel: bushveldcamper, Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd