Mensapen weten als de beste welk fruit, gebladerte en andere hapjes goed voor hen zijn. Niet alleen om in hun energiebehoefte te voorzien, maar ook als pijnstiller of om sneller te genezen van allerlei kwaaltjes. Gorilla’s en chimpansees hebben nog net niet hun eigen apotheek ingericht in de boomtoppen, maar ze weten wel de juiste medicinale planten uit te zoeken.
Er blijken minstens vier medicinale plantensoorten te zijn die in het Centraal-Afrikaanse land Gabon door wilde gorilla’s worden gegeten en ook in het medicijnkastje van lokale kruidendokters staan. Deze planten hebben allerlei antibacteriële en antioxiderende eigenschappen, hebben microbiologen van het Interdisciplinair Medisch Onderzoekscentrum van Franceville in Gabon ontdekt.
De mensaap als medicijnman
Het is al langer bekend dat grote apen in het wild medicinale planten consumeren om ziekten te bestrijden. Zo kwam een team van Oxford erachter dat zieke of gewonde chimpansees in Oeganda heel andere planten eten dan gezonde soortgenoten. Ze identificeerden negen verschillende plantenextracten met bacteriedodende en ontstekingsremmende eigenschappen. Zo is er dood hout van een boom uit de Dogbane-familie dat zowel werkt tegen ontstekingen als tegen bacteriën. Chimpansees gebruiken dit natuurgeneesmiddel om wonden te behandelen. Schors en hars van de Oost-Afrikaanse mahonieboom en bladeren van een varen hadden eveneens krachtige ontstekingsremmende effecten. Vaak worden dit soort planten ook door lokale gemeenschappen gebruikt in hun geneeskundige tradities.
Lokale geneeskunde
Oyaba Yinda en zijn team besloten dit verder te onderzoeken. Zij observeerden daarom het gedrag van westelijke laaglandgorilla’s in het Moukalaba-Doudou National Park in Gabon, en noteerden welke planten de dieren aten. Ook spraken ze met 27 inwoners van het nabijgelegen dorp Doussala, waaronder traditionele genezers en kruidendokters, over welke planten zij regelmatig voorschrijven aan zieke dorpsgenoten. Zo kwamen de wetenschappers uit op vier inheemse plantensoorten die populair zijn in de lokale geneeskunde en ook op het menu staan van gorilla’s: de kapokboom (Ceiba pentandra), de gigantische gele moerbeiboom (Myrianthus arboreus), de milicia-boom (Afrikaans teakhout, Milicia excelsa) en vijgenbomen (Ficus).
Multiresistente bacteriën
De onderzoekers verzamelden bastmonsters van deze vier planten en testten ze op hun antibacteriële en antioxiderende eigenschappen. En wat bleek? De bast van alle vier de planten had een antibacteriële werking tegen minstens één multiresistente bacteriestam van de gevaarlijke ‘poepbacterie’ Escherichia coli. De kapokboom liet zelfs een ‘opmerkelijke activiteit’ zien tegen alle geteste E. coli-stammen. Verder ontdekten de wetenschappers dat alle vier de planten stoffen bevatten die bekendstaan om hun medicinale werking. Ze vonden fenolen, alkaloïden, flavonoïden en proanthocyanidinen (polymeren van flavonoïden die vooral in de schil en pitten van planten voorkomen). De microbiologen kunnen nog niet met zekerheid zeggen of de gorilla’s deze planten opeten vanwege hun geneeskrachtige werking of om andere redenen, maar de kracht van de natuurlijke antibiotica is opzienbarend te noemen.
Antibiotica plukken
Centraal-Afrika heeft een bijzonder rijke biodiversiteit. De streek herbergt een enorme voorraad onontdekte planten, waar ongetwijfeld een aantal medicinale natuurschatten tussen zitten. Het Gabonese onderzoek biedt een eerste inkijkje in planten die antibacteriële en antimicrobiële krachten bezitten. De vier planten die in dit onderzoek centraal staan, zijn interessante kandidaten voor verder medicijnonderzoek, vooral met het oog op de bestrijding van multiresistente bacteriële infecties.
De onderzoekers concluderen: “Alternatieve medicijnen en therapieën kunnen een oplossing bieden voor de vele gezondheidsproblemen die nu spelen en in de toekomst zullen opdoemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan antibioticaresistentie. Zelfmedicatie bij niet-menselijke dieren – met een duur woord zoöpharmacognosie genoemd – is een interessant onderzoeksgebied, dat kan leiden tot de ontdekking van nieuwe geneesmiddelen.”
Meer nog dan een studie naar het gedrag van gorilla’s is dit dus eigenlijk een onderzoek naar natuurbehoud en de geneeskrachtige eigenschappen van de bijzondere planten, die de natuur voortbrengt, en waar we in ons dagelijks leven ook nog wat aan kunnen hebben.