Er is goede hoop dat komeetlander Philae weer wakker wordt en aan het werk kan. Bovendien kan de onhandige landingsplek van Philae in een later stadium van de missie wel eens voordelig zijn. Dat stelt Stephan Ulamec, verbonden aan het Duitse Centrum voor Lucht- en Ruimtevaart.
De Rosetta-missie is in handen van ESA: de Europese ruimtevaartorganisatie. Maar Rosetta’s lander – Philae – wordt gefinancierd door een consortium dat geleid wordt door het Duitse Centrum voor Lucht- en Ruimtevaart (DLR) en waarin we verder het Max Planck Instituut voor onderzoek naar het zonnestelsel, de Franse ruimtevaartorganisatie (CNES) en de Italiaanse ruimtevaartorganisatie (ASI) aantreffen. Stephan Ulamec is verbonden aan het DLR en werkt als Lander Project Manager. Hij weet dus waar hij het over heeft. En hij heeft bemoedigende woorden voor de Philae-fans. “Ik heb er alle vertrouwen in dat Philae opnieuw contact met ons zal leggen en in staat zal zijn om de instrumenten weer te gebruiken,” stelt hij.
Iets gedraaid
De lander belandde eind vorige week in een diepe slaap nadat hij zijn batterij had uitgeput. Het was de bedoeling dat de lander zodra die batterij leeg was, over zou schakelen op door hem zelf opgewekte zonne-energie. Maar Philae bleek slecht in staat te zijn om voldoende zonlicht op te vangen. De lander bevindt zich – na drie keer op de komeet te zijn geland – waarschijnlijk in de schaduw van een grote klif. “Op de eerste landingsplek hadden we natuurlijk meer zonlicht opgevangen,” stelt Ulamec. “Nu we ons wat in de schaduw bevinden, hebben we meer tijd nodig om op te laden.” Het goede nieuws is dat het onderzoekers gelukt is om Philae in de nacht van 14 op 15 november iets te roteren, zodat het grootste zonnepaneel aan boord van de lander nu op de zon gericht is.
De batterij
De zonnepanelen kunnen nu waarschijnlijk dus meer zonlicht opvangen. Maar er moet meer gebeuren om Philae weer aan het werk te krijgen. Zo kan de oplaadbare batterij aan boord van de lander alleen worden opgeladen als deze aan zonlicht (oftewel hogere temperaturen) wordt blootgesteld dan nu – in de schaduw – het geval is. Het is dus wachten op het moment waarop de oplaadbare batterij aan boord van Philae opnieuw door zonlicht wordt verwarmd en Philae daadwerkelijk van energie kan gaan voorzien. En dat moment lijkt nu nog wel ver weg te zijn. Ulamec stelt dat het mogelijk is dat de temperaturen op de komeet in de zomer van 2015 (als de komeet een stuk dichter bij de zon is dan nu het geval is) hoog genoeg zijn om de oplaadbare batterij in staat te stellen om op te laden. Zolang hoeven we echter niet te wachten op een teken van leven van Philae. Volgens Ulamec is het aannemelijk dat het controlecentrum in de lente van 2015 weer met Philae kan communiceren en informatie kan ontvangen over hoe het met de lander gaat.
Ulamec stelt bovendien dat de landingsplek van Philae – die nu zo ongelukkig lijkt te zijn – in een later stadium van de missie wel eens voordelig kan zijn. De lander zal – aangezien deze zich in de schaduw bevindt – niet zo snel oververhit raken wanneer de komeet dichter bij de zon in de buurt komt.