Dat ontdekten Chinese wetenschappers nadat ze jonge muizen voor de ogen van hun nestgenoten van hun moeder te scheiden. De ‘overdraagbare angst’ die ze daarna bij de nestgenoten van de getraumatiseerde muizen constateerden, komt ook bij mensen voor, zo denken de onderzoekers.
We weten dat kinderen die vroeg in hun leven heftige gebeurtenissen meemaken, een grotere kans hebben om op latere leeftijd neuropsychiatrische ziekten zoals angst te ontwikkelen. Wat het met iemand doet om getuige te zijn van zo’n traumatische ervaring was echter nog niet bekend, terwijl ook dat regelmatig voorkomt. Onderzoekers van de Guangzhou University besloten daarom te onderzoeken of andermans angst overdraagbaar kan zijn en ook later in het leven impact kan hebben op de hersenen en het gedrag.
Om dat te doen, zetten Jiang en collega’s een hartverscheurende dierproef op, waarbij ze muizen van hun moeder scheidden. Die gebeurtenis, ook wel maternale scheiding genoemd, is een van de grootste stressoren in het vroege leven en wordt daarom gebruikt om stress in het vroege leven te bestuderen. “Op die manier meet je niet alleen de overdraagbaarheid van acute stress, zoals fysieke pijnprikkels, maar ook die van psychologische stress”, aldus onderzoeker Li Yang. Wanneer de muizen adolescentie bereikten, onderzochten de wetenschappers de hersenen en het gedrag van zowel de muis die gescheiden werd van de moeder, als de nestgenoten die dit zagen gebeuren.
Angsttesten
Daarvoor moesten de muizen een open veldtest en een plus-doolhoftest uitvoeren, allebei methoden om angst bij knaagdieren te meten. Bij de open veldtest wordt de muis in een vierkant geplaatst en meten de onderzoekers onder andere hoe lang de muis in het midden doorbrengt. De plus-doolhoftest bestaat uit een constructie in een plus-vorm, waarbij twee van de vier armen muurtjes om zich heen hebben, en de andere twee open zijn. Omdat open plekken gevaarlijker zijn voor prooidieren zoals de muis, kan de hoeveel tijd op die plekken iets zeggen over hoe veilig ze zich voelen. Wat bleek: zowel de muizen die zelf gescheiden waren van hun moeder, als de broertjes en zusjes die het zagen gebeuren liepen minder lang en ver in het open veld vergeleken met de controle muizen. Ook bleven ze minder lang in de open armen van de plus.
Hersenverbindingen
Naast gedrag keken de wetenschappers ook naar specifieke hersenverbindingen in de voorste ‘cingulaire cortex’: een hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij fysieke en sociale pijn, zowel bij knaagdieren als bij mensen. Daaruit bleek dat de muizen die gescheiden waren van hun moeders moeite hadden met de balans tussen het remmen en activeren van hersencellen in dat gebied. De nestgenoten die getuige waren van de scheiding tussen moeder en kind hadden daar zelfs nog méér last van. Yang: “Dat laat zien dat die hersendelen niet alleen betrokken zijn bij angst door eigen ervaringen, maar ook bij overdraagbare angst.”
Mens
Hoewel onderzoek naar overdraagbare angst tot nu toe alleen is uitgevoerd bij muizen, geloven de onderzoekers dat het proces in mensen net zo werkt. “Emoties overnemen komt bij veel sociale zoogdieren voor”, vertelt Yang, “en daar hoeft het andere dier niet fysiek bij aanwezig te zijn.” Bij knaagdieren speelt voor het overdragen van angst geur bijvoorbeeld een belangrijke rol. Om die angstgeur van de andere muis te ruiken hoef je de gebeurtenis daardoor niet met eigen ogen te zien, stelt Yang. Dat geldt ook voor mensen – al is daar mogelijk meer voor nodig dan alleen geur, geeft de onderzoeker toe. Maar ook bij mensen zie je dit effect. “Als je hoort dat iemand lijdt vanwege een traumatische gebeurtenis, dan kan je daar best last van hebben. Eigenlijk is dat gewoon een vorm van empathie.” De vraag is daarbij in hoeverre die angst blijft hangen. “Meestal houden die emoties van medeleven niet heel lang aan.”
Het onderzoek kan in de toekomst misschien bijdragen aan nieuwe behandelmethoden voor angsten. Yang: “Ons onderzoek heeft hele specifieke hersencellen gevonden in de voorste ‘cingulaire cortex’ die betrokken zijn bij overdracht van angst. Voor behandeling van overgedragen angst is het dus zeker interessant om naar die gebieden te kijken.”