De output van geisers op de maan Enceladus is tegenwoordig 30 tot 50 procent minder dan in 2005, toen de Cassini-ruimtesonde net aankwam bij Saturnus.
Wat is er precies aan de hand? Wetenschappers hebben geen flauw idee. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken. Wellicht worden de scheuren – waardoor geisers spuiten – nauwer, omdat het materiaal opeenhoopt langs de wanden van de scheuren. Een andere mogelijkheid is dat de waterdruk van het reservoir – dat de geisers aanvoert – van tijd tot tijd varieert en de afgelopen tien jaar dus afnam.
Oceaan
Onder het bevroren oppervlak van de 530-kilometer brede maan Enceladus van Saturnus bevindt zich een oceaan van zout water. Deze oceaan blijft vloeibaar, met dank aan de zwaartekracht van Saturnus. De getijdenkrachten van de ringenplaneet zorgen ervoor dat de bevroren maan warm wordt gekneed.
Afstand tot Saturnus
Het is al langer bekend dat de afstand tot Saturnus een belangrijke rol speelt als het gaat om de geisers. Wanneer de maan verder van Saturnus verwijderd is, zijn de geisers aanzienlijk helderder. Dit komt omdat de scheuren verder open gaan, waardoor er meer gas en stof kan ontsnappen.
Leven op Enceladus?
De komende tijd zal er gezocht moeten worden naar een antwoord op de vraag waarom Enceladus minder materie in de ruimte spuit. Ook is het belangrijk dat voorspeld gaat worden hoe de situatie over tien of twintig jaar is. Er wordt namelijk hard gewerkt aan conceptmissies, waarbij de pluimen van Enceladus onderzocht gaan worden. Eén ruimtevaartuig – de Enceladus Life Finder – hoopt ooit door een pluim te vliegen en het materiaal aan boord te analyseren. Het materiaal kan namelijk onthullen of er microscopisch leven (oftewel: buitenaards leven) aanwezig is onder het ijs van Enceladus. Deze week werd bekend dat de oceaan van Enceladus een hoge pH-waarde heeft, wat de kans op leven vergroot.