In het grootste Romeinse grafveld van Nederland liggen geen Romeinen begraven, maar de stedelijke elite van Bataafse herkomst. Dit concludeert de Nijmeegse conservator archeologie Annelies Koster. Zij documenteerde het grafveld van Noviomagus, dat tussen 1981 en 1983 werd blootgelegd in Nijmegen-West.
Nijmegen is de oudste stad van Nederland. Rond het jaar 100 startte keizer Traianus de nederzetting Noviomagus aan de westkant van het huidige Nijmegen. Langs de uitvalswegen naar het zuiden werden grote grafcomplexen aangelegd. Ze bestonden uit ommuringen, grafmonumenten en uitzonderlijk rijke graven in ondergrondse houten grafkamers.
Het grafveld van Noviomagus inspireerde Annelies Koster, die in de jaren ’80 van de vorige eeuw meegroef. Zij beweert in haar proefschrift dat de families die hier begraven zijn geen Romeinen waren, maar waarschijnlijk Bataven. Rond het jaar 100 waren ze inheemse bevolking, terwijl ze oorspronkelijk van elders kwamen.
In de graven vond Koster on-Romeinse aanwijzingen. Zo was het niet gebruikelijk dat Romeinen wapens in graven stopten. Bataven deden dit wel. Ook bouwden Romeinen geen grafkamers. “Zij bouwden liever zichtbare monumenten boven de grond”, vertelt Koster. “Hierdoor zouden de doden ook in de toekomst herinnerd worden.”
De families die binnen de ommuurde grafcomplexen op het grafveld begraven zijn, behoorden tot de stedelijke elite van Noviomagus, stelt Koster. Waarschijnlijk zijn zij nauw betrokken geweest bij het bestuur van de stad. Zij hadden een zo hoge status dat zij niet werden begraven met ‘gewone’ leden van hun gemeenschap – die liggen elders op de begraafplaats, buiten de muren.
Deze families waren rijk en cultureel sterk gericht op Rome en geïnteresseerd in het Romeinse. Dat leidt Koster onder meer af uit de grote hoeveelheden Romeins aardewerk dat is teruggevonden, en uit andere spullen waarvan is aan te tonen dat ze oorspronkelijk uit Italië of het Middellandse Zeegebied komen.