In een nieuw onderzoeksartikel presenteren wetenschappers de casus van een 50-jarige vrouw die zich herhaaldelijk bij artsen meldde met klachten die geassocieerd worden met dronkenschap, maar bleef beweren dat ze geen druppel alcohol had gedronken. En ze bleek gelijk te hebben.
Uiteindelijk bleek namelijk dat de vrouw leed aan het autobrouwerijsyndroom. Dit is een zeldzame aandoening waarbij schimmels in de dikke darm suikers uit koolhydraten omzetten in alcohol. Dat schrijven onderzoekers in het blad Canadian Medical Association Journal.
De casus
In de casus die de onderzoekers in hun onderzoeksartikel presenteren, is een onfortuinlijke hoofdrol weggelegd voor een 50-jarige vrouw die vanuit religieuze overtuiging heel bewust gestopt was met het drinken van alcohol, maar opeens ietwat vreemde klachten krijgt. Ze wordt op de gekste momenten slaperig en valt soms zelfs in slaap als ze eten aan het koken is of zich klaarmaakt om te gaan werken. Ze meldt zich daarvoor herhaaldelijk bij haar huisarts, maar die kan er geen chocola van maken.
Spoedeisende hulp
Ook belandt de vrouw regelmatig op de spoedeisende hulp, omdat ze extreem slaperig is, moeite heeft om duidelijk te spreken of door haar sufheid ten val is gekomen. Daar stellen artsen – mede ingegeven door het feit dat haar adem naar alcohol ruikt – dat ze ‘gewoon’ dronken is, ook al geeft de vrouw duidelijk aan geen druppel alcohol te hebben aangeraakt. En tijdens latere bezoekjes aan de spoedeisende hulp wordt er zelfs een psychiater bijgehaald, om haar te helpen met haar vermeende alcoholverslaving.
Effectieve behandeling
Pas als ze zich voor de zevende keer op de spoedeisende hulp meldt, is er een arts die bij het aanhoren van haar klachten aan het autobrouwerijsyndroom denkt en haar doorstuurt naar een maag-darmarts. Die diagnosticeert haar met het autobrouwerijsyndroom en geeft haar een antischimmelmiddel en het advies om een dieet dat arm is aan koolhydraten te volgen. De vrouw knapt vrij snel op.
Bewustwording
Het is zeker niet voor het eerst dat onderzoekers een patiënt met autobrouwerijsyndroom beschrijven; de ziekte werd halverwege de vorige eeuw al ‘ontdekt’. En volgens een recente review zijn sinds 1974 in Engelstalige wetenschappelijke literatuur al zo’n 20 patiënten met autobrouwerijsyndroom aangehaald. Op het eerste gezicht kan de nieuwste toevoeging – deze casus van een 50-jarige patiënte met autobrouwerijsyndroom – dan ook een beetje overbodig voelen. Maar dat zien de onderzoekers heel anders. Want wat de casus laat zien, is dat artsen het nog altijd lastig vinden om het autobrouwerijsyndroom te diagnosticeren. Met hun publicatie hopen de wetenschappers dan ook meer aandacht te genereren voor de aandoening, met name onder zorgpersoneel. De hoop is dat het er in de toekomst tot leidt dat patiënten met het autobrouwerijsyndroom sneller een correcte diagnose en effectieve behandeling ontvangen.
“Autobrouwerijsyndroom brengt substantiële sociale, juridische en medische consequenties met zich mee voor zowel patiënten als hun geliefden,” merkt onderzoeker Rahel Zewude op. Maar een diagnose laat niet zelden jaren op zich wachten. En ook de vrouw in deze casus werd jarenlang van het kastje naar de muur gestuurd. “Het laat zien dat het voor klinische diagnosticering en behandeling essentieel is dat men zich bewust is van dit syndroom.”
Zeldzame samenloop van omstandigheden
Dat artsen het lastig vinden om het autobrouwerijsyndroom te herkennen, is ze overigens niet helemaal aan te rekenen. Het syndroom komt slechts zelden voor. Dat is te verklaren door het feit dat het lichaam niet zomaar zodanig grote hoeveelheden alcohol kan gaan produceren dat iemand symptomen krijgt die we associëren met dronkenschap. Daarvoor moeten als het ware eerst meerdere puzzelstukjes op hun plaats vallen. Zo moeten fermenterende schimmels de overhand krijgen in de darmen. Ook moeten in die darmen vervolgens veel koolhydraten beschikbaar zijn; de schimmels gebruiken immers suikers uit die koolhydraten om alcohol te maken. En vaak zien onderzoekers dat patiënten met het autobrouwerijsyndroom ook nog andere gezondheidsproblemen hebben die de ontwikkeling van het syndroom mede mogelijk maken. Denk aan diabetes – dat gepaard gaat met een verhoogde bloedglucosewaarde – of een leverziekte – waardoor mensen minder goed in staat zijn om alcohol af te breken. Ook genetische factoren die het voor een patiënt lastiger maken om alcohol af te breken, kunnen een rol spelen. Kortom: de aandoening is vaak een samenloop van heel veel omstandigheden. En de kans dat die omstandigheden samenvallen, is – gelukkig – nu eenmaal niet heel groot, waardoor de aandoening vrij weinig voorkomt.
Antibiotica
In het geval van de vrouw die de onderzoekers in hun studie aanhalen, lijkt het autobrouwerijsyndroom mede mogelijk te zijn gemaakt doordat ze maagzuurremmers gebruikte en herhaaldelijk een antibioticakuur volgde om van een blaasontsteking af te komen. De medicatie zou haar darmflora overhoop hebben gegooid, waarbij de fermenterende schimmels aan het langste eind trokken. Daarnaast spelen mogelijk ook genetische factoren nog een rol, zo schrijven de onderzoekers.
Inmiddels gaat het gelukkig een stuk beter met de vrouw. Na zes weken kon ze stoppen met het antischimmelmiddel; de symptomen veroorzaakt door overijverige fermenterende schimmels waren verdwenen. Wel bleef ze uit voorzorg een koolhydraatarm dieet volgen en kreeg ze een probioticum voorgeschreven, bedoeld om haar darmflora op orde te brengen en houden. Na zes maanden klachtenvrij te zijn geweest, voerden artsen een voorzichtige proef uit, waarbij de vrouw glucose toegediend kreeg en vervolgens gekeken werd of dat leidde tot de aanmaak van alcohol. De aanmaak van alcohol bleef echter uit; een sterke aanwijzing dat de ‘brouwerij’ in haar darmen was opgeheven. De vrouw heeft het advies gekregen de inname van koolhydraten langzaam op te voeren. Ze blijft voorlopig onder controle bij onder andere een diëtist en maag-darmarts.