Het gat lijkt zich met dank aan het Montreal Protocol zichtbaar te herstellen.
Wetenschappers van de Copernicus Atmosphere Monitoring Service (CAMS) komen met goed nieuws op de proppen: het terugkerende gat in de ozonlaag boven Antarctica zal dit jaar het kleinst zijn sinds de jaren tachtig. Het gat – dat elk jaar in september boven Antarctica ontstaat – lijkt dus goed op weg te zijn naar volledig herstel.
Kleiner
Onderzoekers houden het gat – dat eigenlijk geen echt gat is, maar een voortdurende verdunning van de ozonlaag – scherp in de gaten. En dit jaar lijkt er iets verrassend anders te zijn. Zo kon je al eerder op Scientias.nl lezen dat het gat zich dit jaar heel anders begon te vormen. Op dit moment is het gat minder dan een maand oud en onderzoekers hebben gemeten dat het een stuk kleiner is dan wat we normaal gesproken rond deze tijd zien. Bovendien is het gat verschoven en bevindt het zich niet meer direct boven de pool. Onderzoekers voorspellen dat de omvang nog wel zal toenemen, maar dat het hoogstwaarschijnlijk niet meer zo groot wordt als in de laatste decennia.
Montreal Protocol
Het is voor het grootste deel te danken aan het Montreal Protocol on Substances that Deplete the Ozone Layer (kortweg Montreal Protocol). Dit werd op 16 september 1987 ondertekend door de EU en 196 staten afkomstig uit alle hoeken van de wereld. In 1985 stelden onderzoekers namelijk een zorgwekkende trend vast: de ozonlaag was sinds de jaren zeventig elke lente dunner dan de lente ervoor. En de mens was de boosdoener: wij pompten stoffen in de lucht die ozon afbreken. Denk daarbij aan emissies van chemicaliën uit aërosolen, koelmiddelen, pesticiden en oplosmiddelen. Overheden beloofden daarom met hun handtekening dat ze de productie van stoffen die de ozonlaag aantasten – zoals cfk’s – zouden terugschroeven.
Herstel
Het protocol werpt zichtbaar zijn vruchten af, zo stelde ook Jonathan Shanklin – één van de onderzoekers die destijds het gat in de ozonlaag ontdekte – vast. “Het Montreal Protocol is een opmerkelijke overeenkomst die duidelijke veranderingen in de atmosfeer voortbrengt.” Onderzoek wijst uit dat het gat zich sinds het begin van deze eeuw langzaam begon te stabiliseren en kromp. Zo is het tussen september 2000 en september 2015 meer dan 4,4 miljoen vierkante kilometer kleiner geworden. In 2018 nam de omvang echter weer ietsje toe, wat te wijten was aan de emissies van chloorfluorkoolstoffen; onzonvernietigende stoffen waarover in het Montreal Protocol geen afspraken waren gemaakt. Met name in Zuid-Azië werden deze stoffen versneld naar grote hoogte getransporteerd.
De balans lijkt nu echter weer enigszins hersteld. Het gat in de ozonlaag zal geleidelijk aan helemaal moeten verdwijnen als alle CFK’s in de atmosfeer zijn opgelost. Dat herstel van de ozonlaag kan wel nog tientallen jaren duren. CFK’s hebben namelijk een levensduur van 50 tot 100 jaar; ze blijven dus heel lang in de atmosfeer hangen. Op dit moment schatten onderzoekers in dat het herstel van de ozonlaag rond 2060 terug op het niveau zal zijn van vóór 1970. Hoewel dit natuurlijk goed nieuws is, kwamen onderzoekers er onlangs achter dat het gat toch zijn sporen op aarde heeft achtergelaten. Zo hebben veranderingen in de ozonlaag de temperatuur en neerslag op het zuidelijk halfrond bijvoorbeeld veranderd, wat een grote weerslag heeft op het voedselweb.