Samen met gezonde fruitvliegen worden ze overmorgen gelanceerd en naar het internationale ruimtestation gestuurd.
Zo’n 1800 fruitvliegen kiezen overmorgen aan boord van SpaceX’ Dragon het luchtruim. Ze zullen een maand in het internationale ruimtestation vertoeven. Wetenschappers hopen zo meer te weten te komen over het effect dat gewichtloosheid op het hart heeft.
Gezond en ongezond
Wetenschappers sturen gezonde fruitvliegen en fruitvliegen met een hartstoornis naar het ISS. Ook worden er eitjes van fruitvliegen gelanceerd. Zo kan gekeken worden hoe vliegen die vrijwel hun hele leven in de ruimte wonen, zich ontwikkelen.
Belangrijk
“Naarmate de interesse in ruimtevaart toeneemt – zowel voor wetenschappelijke als commerciële doeleinden – wordt het steeds belangrijker om het effect dat een omgeving met beperkte zwaartekracht op het menselijk hart kan hebben, te begrijpen,” vertelt onderzoeker Karen Ocorr. Ze benadrukt dat het niet alleen relevant is voor de mensen die in de ruimte verblijven, maar ook voor hun toekomstige kinderen. “Dit experiment helpt om de effecten die de ruimtevaart op korte en lange termijn op de hart en vaten heeft, vast te stellen. Zodra we deze moleculaire veranderingen begrijpen, kunnen we werken aan interventies die het hart in de ruimte kunnen beschermen en mogelijk tevens kunnen helpen om hart- en vaatziekten onder mensen op aarde te behandelen.”
Na ongeveer een maand aan boord van het ISS te hebben vertoefd, zullen de fruitvliegen terugkeren naar de aarde. Eenmaal weer op aarde aangekomen, zal de hartfunctie van de fruitvliegen uitgebreid geëvalueerd worden. Ook het nageslacht van de fruitvliegen die naar het ISS zijn gereisd, wordt bestudeerd. Zo kan mogelijk vastgesteld worden welke impact ruimtereizen hebben op het eventuele nageslacht van de ruimtereiziger. “We weten dat stress epigenetische veranderingen – aanpassingen in het DNA – kunnen veroorzaken die worden doorgegeven aan toekomstige generaties (…) Door het nageslacht van deze fruitvliegen te bestuderen, krijgen we een beter begrip van het effect dat de ruimtevaart kan hebben op onze kinderen of kleinkinderen.”