Wetenschappers hebben in Argentinië de fossiele resten van zeer oude planten ontdekt. Het gaat om de eerste planten die op het land groeiden. De vondst wijst erop dat die kolonisatie van het land tien miljoen eerder plaatsvond dan gedacht. Naar schatting was er zo’n 472 miljoen jaar geleden al een rijke diversiteit aan planten op het land.
Het gaat om levermossen: hele eenvoudige planten zonder wortels. De vondst bevestigt ook dat de mossen de voorouders van alle planten op het land zijn.
Doorbraak
Het moment waarop de planten op het land gingen groeien, wordt in de wetenschap als een doorbraak gezien. De planten veranderden de grond en het klimaat en maakten het ontstaan van meercellig leven mogelijk.
Diversiteit
De wetenschappers deden hun ontdekking van de voor zover bekende oudste planten, in het noordwesten van Argentinië. Ze namen er een aantal sedimenten weg en stelden deze bloot aan sterke zuren. In het sediment bleken de sporen van vijf verschillende soorten levermossen te zitten. “Dat bewijst dat planten al diverser begonnen te worden en dat betekent dat ze het land eerder gekoloniseerd hebben dan gedacht,” vertelt onderzoeker Claudia Rubinstein.
Oud
De onderzoekers vermoeden dat de kolonisatie tussen 488 en 472 miljoen jaar of mogelijk zelfs 499 tot 488 miljoen jaar geleden plaatsvond. De oudste sporen van planten op het land die hiervoor gevonden waren, stammen uit de periode tussen 463 en 461 miljoen jaar geleden.
De sporen die in Argentinië gevonden zijn, wijzen erop dat de planten op Gondwana voor het eerst voet aan wal zetten. Het levermos evolueerde zich tot mossen en planten. Een deel daarvan komt vandaag de dag nog op de aarde voor.