Ooit trokken gigantische vleesetende vogels over de aarde. Nu hebben we alleen de fossielen nog. Toch kunnen onderzoekers daar van alles interessants uit afleiden. Ze hebben het tot nu toe grootste bekende exemplaar van de zogenoemde schrikvogel geanalyseerd.
Dat het om een schrikvogel gaat, baseren de onderzoekers van onder meer Johns Hopkins University op een beenbot van het uitgestorven dier, dat ze hebben gevonden in de Tatacoa-woestijn in Colombia, in het uiterste noorden van Zuid-Amerika. Niet eerder is op zo’n noordelijke plek deze vogelsoort aangetroffen.
2,7 meter lang
Ook is het bot zo groot dat het vermoedelijk van de grootste vogel is die ooit is aangetroffen, zo’n 5 tot 20 procent groter dan eerdere fossielen van de Phorusrhacidae, zoals de soort officieel heet. Uit eerdere fossielen weten we dat de roofvogels flink in omvang varieerden. De kleinste is 90 centimeter groot, terwijl de grootsten wel 3 meter lang kunnen worden. “Schrikvogels leefden op de grond, hadden poten die waren aangepast om te rennen en aten voornamelijk andere dieren”, zegt onderzoeker Siobhán Cooke van Johns Hopkins.
Het bot van de vogel werd bijna twintig jaar geleden al gevonden door Cesar Augusto Perdomo, conservator van het Museo La Tormenta in Colombia, maar werd pas in 2023 herkend als onderdeel van een schrikvogel. In januari 2024 maakten onderzoekers een driedimensionaal virtueel model van het exemplaar met behulp van een draagbare scanner, waardoor ze het bot verder konden analyseren.
Krokodillen
Het fossiel, het uiteinde van een linker onderbeenbot van de vogel, dateert uit het Mioceen, zo’n 12 miljoen jaar geleden. Het bot, met diepe inhammen die uniek zijn voor de poten van alle Phorusrhacidae, vertoont waarschijnlijk ook tandafdrukken van een uitgestorven kaaiman – de Purussaurus – een soort die mogelijk tot 9 meter lang was, zegt Cooke. “Wij vermoeden dat de schrikvogel aan zijn verwondingen is overleden gezien de grootte van krokodillen 12 miljoen jaar geleden”, zegt ze.
De meeste fossielen van schrikvogels zijn gevonden in het zuiden van Zuid-Amerika, zoals Argentinië en Uruguay. Dat er eentje zo noordelijk is aangetroffen, maakt duidelijk dat de vogel in een veel grotere regio een belangrijke rol speelde dan gedacht. Dit fossiel helpt onderzoekers om beter te begrijpen welke dieren er 12 miljoen jaar geleden in dit gebied leefden. Ze denken dat de regio, nu een woestijn, vroeger vol kronkelende rivieren zat. Deze enorme vogel leefde er samen met primaten, hoefdieren, gigantische luiaards en glyptodonten, reusachtige pantserdieren zo groot als een auto. Tegenwoordig leeft er in Zuid-Amerika nog de seriema, een vogel van ongeveer 90 centimeter hoog met lange poten, die wordt beschouwd als een moderne verwant van de schrikvogel.
Heel ander ecosysteem
“In de periode voor Zuid- en Noord-Amerika met elkaar waren verbonden, was er een heel ander ecosysteem dan nu”, legt Cooke uit. Vermoedelijk is dit fossiel het eerste van zijn soort op deze locatie, wat aangeeft dat de soort relatief zeldzaam was in het dierenrijk van 12 miljoen jaar geleden. “Het is mogelijk dat er in bestaande collecties fossielen zijn die nog niet als schrikvogels zijn herkend, omdat de botten minder kenmerkend zijn dan de poot die wij hebben gevonden”, vervolgt ze.
Voor Cooke helpt deze vondst om een beeld te vormen van een omgeving die in de natuur niet meer voorkomt. “Het zou fascinerend zijn geweest om rond te lopen en al deze nu uitgestorven dieren te zien”, zegt ze.
De schrikvogels leefden van 60 miljoen jaar geleden tot 20.000 jaar terug en behoren tot de grootste vogels die ooit hebben geleefd. Toen de dinosaurussen zo’n 66 miljoen jaar geleden uitstierven werden zij de dominante soort in Zuid-Amerika. Ze hadden alleen iets te vrezen van enkele sabeltandkatachtige buidelroofdieren. De schrikvogels konden niet vliegen en hadden een relatief groot hoofd. De grootste exemplaren konden tot wel 3 meter lang worden, terwijl de kleinste soorten nauwelijks 70 centimeter waren.