En dat dwingt de organisatie om het hele opruimsysteem – veel eerder dan gepland – terug naar de kust te slepen.
In de Stille Oceaan test de organisatie The Ocean Cleanup op dit moment een ambitieus opruimsysteem (zie kader). En dat gaat niet zonder slag of stoot. Nadat begin december duidelijk werd dat het systeem wel plastic vangt, maar het niet vast kan houden, is er nu een nieuwe tegenvaller. Het systeem is kapot.
Teleurgesteld
Volgens The Ocean Cleanup is er een breuk ontstaan in de drijvende barrière. De breuk bevindt zich op zo’n achttien meter afstand van het uiteinde van de barrière (zie afbeelding hieronder). “We zijn natuurlijk behoorlijk teleurgesteld,” zo laat Boyan Slat, oprichter van The Ocean Cleanup weten.
Terug naar de kust
De tegenvaller zorgt ervoor dat er een abrupt einde komt aan het testen van het opruimsysteem. Want hoewel het opruimsysteem op de breuk na nog prima functioneert, blijft drijven en geen gevaar vormt voor de scheepvaart of het milieu, ziet The Ocean Cleanup geen andere mogelijkheid dan het gevaarte terug te brengen naar de kust. Juist aan de uiteindes van de barrière bevinden zich namelijk de sensoren en apparatuur voor satellietcommunicatie. En die systemen leveren niet langer correcte data. “We concluderen dan ook dat het wijzer is om terug te keren naar de haven,” aldus Slat.
Vervolgonderzoek
Het is een flinke tegenvaller. “We hoopten wat langer op zee te kunnen blijven om meer data te kunnen verzamelen en zitten nu met een extra probleem dat moet worden opgelost.” Tegelijkertijd ziet Slat ook weer voordelen. Zo biedt een terugkeer naar de haven de kans om ook nader onderzoek te doen naar het feit dat het opruimsysteem er niet in slaagt om plastic langdurig vast te houden.
Ondanks de problemen blijft Slat alle vertrouwen houden in het opruimsysteem. “Wij geloven dat deze kinderziektes verholpen kunnen worden en we nog in 2019 kunnen beginnen met het opruimen van de plastic soep.”
Het opruimen van de plastic soep klinkt als een weergaloos idee. Maar is het dat ook? We vroegen het marien bioloog Jan Andries van Franeker, verbonden aan het DLO onderzoeksinstituut Wageningen Marine Research. En hij is niet onverdeeld enthousiast. Lees het interview hier!