Tijdens de feestdagen vliegen de Fitbits en Apple Watch-horloges over de toonbanken. Deze fitnesstrackers monitoren iedere stap en iedere verbrande calorie, waardoor dragers gestimuleerd worden om meer te bewegen. Dit lukt, al maakt een fitnesstracker bewegen wel minder leuk.
Wetenschappers van de Duke universiteit hebben 95 mensen gevraagd om hun gedachten te noteren tijdens het wandelen. De deelnemers mochten een stappenteller dragen, maar dit was niet verplicht. Uit het onderzoek – dat binnenkort in het wetenschappelijke vakblad Journal of Consumer Research verschijnt – blijkt dat mensen met een stappenteller verder wandelen, maar zij genieten wel minder van hun wandeling.
Er is de laatste tijd aardig wat kritiek op stappentellers, fitnesstrackers en andere gadgets om persoonlijke records bij te houden. Dragers focussen zich steeds meer op de resultaten, waardoor zij minder plezier bleven aan het daadwerkelijk uitvoeren van de activiteit. Bewegen voelt als een taak, een klusje. “Kort nadat mijn Fitbit kapot ging, voelde ik mij eerst verdrietig”, schrijft columnist David Sedaris in de New Yorker. “Maar daarna voelde ik mij vrij. Ik had mijn leven weer in eigen handen.” Wel beweert Sedaris dat traplopen of wandelen zonder een fitnesstracker minder ‘nuttig’ voelt.
Data verzamelen
Waarom gebruiken we eigenlijk fitnesstrackers als we er geen plezier aan beleven. “We zijn nieuwsgierige mensen en het is verleidelijk om informatie bij te houden, zelfs als het gaat om prettige activiteiten”, zegt onderzoeker Jordan Etkin van de Duke universiteit. “Als deze informatie beschikbaar is, dan wil je er naar kijken. De mensen die graag informatie verzamelen worden het meest geraakt.”
Balans vinden
Etkin beweert dat het goed is om een balans te vinden als het gaat om het meten van dagelijkse activiteiten. “Als we meer bewegen is dit goed, maar het moet niet ten kosten gaan van het plezier. Activiteiten waar we plezier aan beleven zouden we eigenlijk niet moeten meten.”